beelden hoe dit bij zijn bank wordt op gepakt. Eind 1992 is een avond georga niseerd over het onderwerp 'Coöpera tie en financieren, tot hoe ver?' Deze avond trok ruim 500 belangstellenden. Van der Knaap: 'Over dat onderwerp durven we best te praten. Gezien de op komst spreekt dat de leden erg aan.' Een ander voorbeeld is dat Rabobank West- land Zuid-West jongerenconfërenties organiseert voor aankomende kwekers. Tijdens deze conferenties krijgen de le den meer inzicht in de mogelijkheden van een coöperatieve bank. OPNIEUW WELKOM De beheerscolleges van deze bank hebben voorts een standpunt bepaald over ondernemers die opnieuw bij de bank aankloppen. 'We weten van on dernemers die ons indertijd hebben ver laten omdat ze bij een niet-coöperatieve bank één achtste procent minder rente hoefden te betalen', vertelt hij. 'Enkele ondernemers kloppen nu weer bij onze bank aan, omdat hun bank geen toe komst voor hen ziet. Ons bestuur heeft in principe besloten ze weer welkom te heten. Ook uit dat gebaar blijkt dat w ij langer achter onze leden blijven staan. Bovendien wordt de Rabobank niet on middellijk zenuwachtig als het met een sector minder goed gaat. Als het bij een bedrijf toch onverhoopt uitdraait op een bedrijfsbeëindiging, gaan wc daar zorg vuldig mee om. Wij zijn ook bereid te praten over een schuldregeling van de restant-vordering. Bij een niet coöpera ticve bank lijkt mij dat uitgesloten.' Van der Knaap beseft dat hij met deze op vatting geen nieuwe ideeën naar voren schuift. Toch vindt hij het van belang dat de Rabobank oog heeft voor deze argu meuten voor een coöperatie. De West landse bankbestuurder heeft hoop dat aan het eind van de discussieronde over de coöperatie de betrokkenheid met de leden merkbaar groter is geworden. Hij denkt dat dit mogelijk is door een goe de communicatie met de achterban. 'Door het geven van goede, actuele in formatie ontstaat een stukje acceptatie. Uiteindelijk wordt daarmee de betrok kenheid vergroot.' H oorzitter drs. A.J. van den Heuvel van de Rabobank St. Oedenrode verwacht niet dat zijn bank vooraan loopt bij de komende coöperatiediscussie. 'Anders dan bij een stadsbank hebben wij minder problemen met een hechte band met onze achter ban', stelt hij. Van den Heuvel maakt vijf jaar deel uit van de bestuur van de bank op het Brabantse platteland. De laatste twee jaar hanteert hij de voorzittershamer van het bestuur. Van den Heuvel is in het da gelijkse leven controller bij een divisie van Philips. Het gesprek over de coöpe ratieve gedachte is tot op heden bij de Rabobank St. Oedenrode bij gebrek aan tijd slechts van korte duur geweest. Van den Heuvel zegt echter dat de beheers colleges van zijn bank het onderwerp niet schuwen. 'In St. Oedenrode is men redelijk coöperatief georganiseerd', legt Van den Heuvel uit. 'Ons werkgebied kent een groot aantal agrariërs. Van huis uit zijn die al sterk georiënteerd op co öperaties. Daarnaast bankiert een groot deel van de bevolking bij onze bank. Met 17.000 inwoners behaalt onze bank een balanstotaal van 450 miljoen gulden. Wij zijn dan ook dé bank voor St. Oedenro de.' Van den Heuvel stelt dat zijn bank intensieve contacten onderhoudt met de klantenkring. 'Dat is waarschijnlijk een groot verschil met een stadsbank. Wij hebben een sterke binding met de ach terban. Die achterban weet ons dan ook te vinden en niet alleen voor de pure bankzaken.' ONDERNEMENDE MENS Een discussie die in St. Oedenrode geregeld aan bod komt, is de vraag wie DRS. A.J. VAN DEN HEUVEL 'Betrokkenheid van leden niet ons grootste probleem. lid van de coöperatie moet zijn. Van den Heuvel kan zich voorstellen dat zijn bank in de nabije toekomst bij het aanbieden van het lidmaatschap selectiever zal zijn dan nu het geval is. 'Nu is het lidmaat schap bij een financiering van een bedrijf een voorwaarde. Maar niet alle leden hebben behoefte aan dit lidmaatschap. Misschien moeten w e hen de vraag voor leggen of ze (nog) wel lid willen zijn. Je krijgt dan minder leden, maar het is wel een groep die zich meer betrokken voelt bij di- Rabobank.' Van den I feuvel bena drukt dat dit op een positieve manier naar de leden moet worden gebracht. 'Het is niet de bedoeling een groep le den aan de kant te zetten.' Al met al denkt Van den Heuvel niet dat zijn bank na afloop van de coöperatiediscussie een volstrekt andere inhoud gaat geven aan het begrip coöperatie. 'We zullen wel tijdens de conferenties met grote aan dacht naar de discussies luisteren', ver zekert hij. 'Daar komt de visie van een gevarieerd gezelschap aan banken aan de orde. Dat kan leerzaam zijn.' Bank&_Bc'stuurdcr Special Coüperatiediscussie 1994 IS

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Bank & Bestuurder' | 1994 | | pagina 18