De Rabobank zou moeten
groeien naar een coöperatie
die niet all een garant staat
voor kennis op financieel gebied, maar
ook groeit naar een coöperatie met een
nog grotere ledenbetrokkenheid. Dat is
volgens bestuursvoorzitter J.A. ten Hooi
van de Rabobank Emmen e.o. één van
de mogelijkheden om aan het begrip
coöperatie een nieuwe invulling te ge
ven. De Rabobank Emmen is nog niet
gestart met de coöperatiediscussie. Dat
gebeurt de komende winter. Ten Hooi,
in het dagelijks leven akkerbouwer, vindt
de discussie noodzakelijk. 'De Rabobank
is indertijd ontstaan uit de behoefte naar
goedkoop krediet. Het is echter de vraag
of alleen die doelstelling voldoende is.'
Hij denkt dat dit gedeeltelijk nog het ge
val is. Maar hij raagt zich tevens at of al
le leden wel beseffen dat zij lid zijn van
een coöperatie. Ook onder het perso
neel merkt hij soms dat zij zich niet re
aliseren wat een coöperatieve bank be
tekent. 'Dan is het goed met elkaar te
praten over de raag of de doelstellingen
goed tot uitdrukking komen.'
KENNISCENTRUM
Hij wil niet te ver vooruitlopen op
de komende coöperatiediscussie. Maar
op één punt w il hij wel nader ingaan: zijn
inziens is het noodzakelijk dat de Rabo
bank een soort kenniscentrum op finan
cieel gebied wordt. 'De Rabobank ver
kondigt dat ze lang achter de leden blijft
staan. Ik denk dat dit ook zo is. Maar er
is meer nodig om een hechte binding
J.A. TEN HOOL
'De Rabobank groeit naar een
kenniscoöperatie.
met de leden te behouden.' Ten Hooi
denkt aan een ondernemer die krediet
faciliteiten bij de bank heelt. Als het op
enig moment minder goed gaat met zijn
bedrijf, kan hij proberen in te schieten
op nieuwe ontwikkelingen ol het bedrijl
aan een jongere generatie overdragen.
Dat zijn momenten waarop de onderne
mer behoefte heeft aan goed onder
bouwde financiële adviezen. In de agra
rische wereld stapt zo'n ondernemer
naar een sociaal-economische voorlich
ter. Ten Hooi acht het echter ook van
zelfsprekend dat de ondernemer naar
zijn bank stapt. 'Een lid moet ook op die
momenten goed onderbouwde adviezen
van zijn relatiebeheerder kunnen krij
gen. 1 let kan best zijn dat hij alsnog naar
een andere voorlichtingsdienst gaat ooi-
een second-opinion. Maar hij moet de
ze kennis ook bij de Rabobank kunnen
halen.'
SCHOLING
Ten Hooi realiseert zich dat dit ex
tra eisen stelt aan de deskundigheid van
de relatiebeheerders. Dit vereist oplei
ding. 'Het moet duidelijk zijn dat ze niet
in ieder detail deskundig hoeven te zijn.
Maar op bepaalde terreinen moeten we
meer kennis in huis krijgen dan nu het
geval is.' 1 lij kan zich ook voorstellen dat
voor het exploiteren van de financiële
kennis nieuwe produkten op de markt
worden gezet. 'Het coöperatieve pro
dukt bij uitstek, de variabele lening, zal
ook in de toekomst moeten blijven In
staan. Het zou te overwegen zijn dit pro
dukt te verfijnen. Ten Hooi denkt dat de
Rabobank drastisch zal moeten verande
ren. 'Dat gaat niet zo snel', erkent hij.
'Ik houd rekening met een overgang van
enkele jaren. Het is niet zo simpel om de
kennis van een organisatie op een hoger
peil te krijgen. Maar het is wel de moei
te waard om er energie in te steken.
estuurssecretaris H.P.C. van der
Knaap van de Rabobank West-
land Zuid-West constateert een
grotere betrokkenheid van tuinders bij de
coöperatie nu het in de tuinbouwsector
economisch minder voor de wind gaat.
'De leden realiseren zich meer dan anders
het belang van de coöperatieve gedach
te'stelt hij. Van der Knaap weet als ag
rarisch ondernemer dat het economisch
tij voor de tuinbouwsector tegenzit. In
zijn functie als secretaris van de West-
landse bank krijgt hij geregeld de vraag
van ondernemers voorgelegd wat het
bankieren bij de Rabobank hen oplevert.
'Als ik weinig tijd heb, zeg ik: daar kom
je wel achter als er geen coöperatie meer
is. Hij beseft dat zo'n antwoord soms erg
goedkoop is. Desondanks raakt het zijn
inziens de kern van de coöperatie: het
zorgvuldig omgaan met de belangen van
de leden, ook in slechtere tijden.
PERIODIEKE TOETSING
De Westlandse bankbestuurder
w aardeert het dat de organisatie de dis
cussie aanzwengelt over het bestaans
recht van de coöperatie. 'Een periodie
ke toetsing van de doelstellingen is op
zijn plaats', stelt hij vast. 'De maat
schappij, de klanten en de omgeving
veranderen. Het is dan noodzakelijk om
van tijd tot tijd te beoordelen ol de co-
operatie nog aan de doelstellingen vol
doet. Het Projecten- en het Garantie
fonds, tot stand gekomen naar aanleiding
van de vorige coöperatiediscussie, zijn
voorbeelden die hieraan voldoen.' Van
der Knaap vindt dat de coöperatiedis
cussie niet alleen in de bestuursorganen
van de bank moet worden gevoerd'Het
is een discussie die niet alleen namens de-
leden, maar ook met de leden moet
worden gevoerd. Ik mis in de notitie 'De
coöperatie die Rabobank heet' de wer
king en uitvoering van de coöperatieve
doelstelling op plaatselijk niveau.' De
Westlandse bankbestuurder geeft voor-
Bank&Bestuurder Special Coöperatiediscussie 1994 17