Bestuurders buigen zich over de
fundamenten van de coöperatie
De discussie over een nieuwe invulling van het begrip coöperatie wordt steeds
levendiger. In de aanloop naar de conferenties begin volgend jaar over dit onderwerp
bezinnen beheerscolleges zich over de mogelijkheden om de coöperatie op een
eigentijdse wijze inhoud te geven. Vier bestuurders van Rabobanken geven hun
persoonlijke visie op de discussie over 'De coöperatie die Rabobank heet'.
De coöperatiediscussie binnen
de Rabobank is een funda
mentele discussie die ook
speelt bij andere maatschappelijke orga
nisaties. Voor bestuursvoorzitter
C.A.M. Wijnands Hendriks van de
Rabobank Dongen-Rijen geeft dat een
extra dimensie, die de huidige discussie
nog boeiender maakt. 'Het is eigenlijk
een brede maatschappelijke discussie',
zegt zij schertsend. Mevrouw Wijnands
is nauw betrokken bij de coöperatiedis
cussic binnen de Rabobank. Niet alleen
omdat zij sedert april van dit jaar voor
zitter is van een coöperatieve bank op het
verstedelijkte Brabantse platteland,
maar ook in haar dagelijkse werk als
functionaris Agrarisch Vrouwenwerk bij
de Noordbrabantse Christelijke Boeren
bond (NCB) stuit zij regelmatig op de
vraag wat een coöperatie voor de leden
betekent. Bij de Rabobank Dongen-
Rijen is de discussie grondig aangepakt.
'De beheerscolleges hebben gezamenlijk
gepraat over de fundamenten van de
coöperatie', vertelt zij. 'Het is niet zo
eenvoudig om het wezen van de coöpe
ratie onder woorden te brengen. Toch
vonden we het noodzakelijk om die fun
damenten eerst in kaart te brengen. Al
pratende bleek dat we heel veel vragen
hebben en nog nauwelijks antwoorden.'
GOEDE VORM
Het zoeken naar oplossingen is bij
deze Brabantse bank bewust nog niet in
gang gezet. Volgens Wijnands wil de
bank eerst duidelijk in beeld hebben ge
bracht op welke grondslagen de coöpe
ratie is gebouwd. Voor haar staat echter
één ding vast: de coöperatieve opzet
geeft de Rabobank een goede grondslag.
'De argumenten klinken bekend', legt
zij uit. 'De Rabobank heeft haar huidige
positie weten te bereiken door de per
soonlijke betrokkenheid bij leden en
cliënten én bij de plaatselijke gemeen
schap. Dat heeft alles te maken met het
beslissingsniveau, en met de normen en
waarden die een bank hanteert. Al met
C.A.M. WIJNANDS-HENDRIKS
'Een brede maatschappelijke
discussie.
al is die betrokkenheid dermate waarde
vol dat deze bijzondere vorm van sa
menwerking de moeite waard is om te
behouden.'
GRAADMETERS
Wijnands is het er van harte mee
eens dat moet worden gezocht naar een
eigentijdse invulling van de coöperatie.
Maar zij tekent daarhij aan dat de op
komst bij een algemene ledenvergade
ring niet de enige graadmeter mag zijn.
'We moeten met andere ogen naar de
betrokkenheid van leden gaan kijken.
Bijvoorbeeld dat leden bij de Rabobank
kunnen aankloppen voor deskundigheid
en een op hun situatie toegesneden fi
nanciële dienstverlening.' Voor Wijnands
is het duidelijk dat de Rabobank oog
heelt voor de ondernemende mens.
'Daar liggen kansen voor onze bank.
Door het geven van informatie en kennis
aan deze groep kunnen we de persoon
lijke betrokkenheid uitbouwen.' Zij
heeft nog geen uitgesproken mening hoe
de eigentijdse invulling van het begrip
coöperatie in de praktijk vorm moet
krijgen. 'Binnen onze bank is geopperd
een ledenpakket samen te stellen. Wij
hebben hierover nog geen definitief
standpunt ingenomen. Onze beheers
colleges willen eerst de fundamenten
van de coöperatie goed in beeld bren
gen.' De bank maakt een pas op de plaats
door te wachten op de coöperatiecon
ferentie die begin volgend jaar op de rol
staat. 'Het is onzin om alles zelf uit te
zoeken. Rond die conferentie komt veel
informatie over het onderwerp beschik
baar. Bovendien stellen wij het op prijs
de visie van andere bestuurders te ver
nemen. In het voorjaar gaan we weer se
rieus met het onderwerp aan de slag.' Zij
vindt dat deze discussie in alle geledingen
van de bank moet worden gevoerd. 'Een
breed draagvlak is een essentiële voor
waarde om met de coöperatie-nieuwe
stijl aan de slag te gaan', besluit zij.
Bank&Bestuurclcr Special Coperatiediscussie 1994 16