kregen over het belang en de betrok kenheid. Pas dan kan iets met zekerheid over het beheer van de coöperatieve ver eniging worden vastgesteld. De impact van Meijer's toelichting zal er ongetwijfeld toe hebben bijgedra gen dat de CKV besloot zich op dat mo ment niet verder in de materie te bege ven. Men gaf er de voorkeur aan eerst langzaam maar zeker een volkomen ka rakter gekregen, met voor de Rabobank als consequentie dat het coöperatief voordeel moeilijk zichtbaar is te maken. De veel gehoorde stelling dat de coöpe ratieve bank dan het 'uitgespaarde divi dend' als coöperatief voordeel naar de leden zou kunnen doorleiden, wees Wijffels ook nu direct van de hand: 'De Meijer: 'Geen panklare oplossingen lokaal met de achterban te discussiëren, in de kringen en met de leden. De nota draagt daarvoor voldoende stof aan. Bo xendien zal een speciaal op de materie toegespitste Bank in Beeld voor Be stuurders die behandeling kunnen on dersteunen. Daarna zal de nader uitge kristalliseerde probleemstelling volgend voorjaar in conferenties verder worden bediscussieerd. In mei 1995 zal de CKV zich dan buigen over de uitkomsten van de gedachten wisselingen en de stand van zaken CORRECTIE OP DE MARKT De dringende noodzaak van de co öperatieve discussie vanuit de optiek van het bankbedrijf werd door de voorzitter van de Hoofddirectie belicht. Kort en krachtig schetste hij de volledig veran derde en nog veranderende context waarin de Rabobank is komen te func tioneren. Ooit is het coöperatief kre dietwezen met een duidelijke missie ontstaan als aanbieder van een mono produkt kredietverlening - in een si tuatie van een onvolkomen markt. Zij manifesteerde zich als een corrigerende factor in termen van beschikbaarheid, prijs en duurzaamheid. Mede onder in vloed van die correctie heelt de markt winst van de organisatie is ten volle no dig om de kapitaalbasis te voeden.' Daar bij dient de kapitalisatiegraad van de Rabobank structureel hoger te zijn dan die van andere bankinstellingen die in een NV- of BV-vorm opereren. 'Dit im pliceert', aldus de voorzitter van de Hoofddirectie, 'dat een dergelijke aan wending van de winst, als een onder scheidende uiting van de coöperatieve vereniging, niet mogelijk is.' COÖPERATIEVE MEERWAARDE Een andere belangrijke verandering, waarnaar Wijtfels verwees, is de 'omke ring' die zich voltrekt van een produkt - gerichte aanbiedersmarkt naar een op lossingsgerichte kopersmarkt. In reactie daarop is de Rabobank zich nu volop aan het vernieuwen. De marktsegmentering wordt doorgevoerd met een actieve en anticiperende marktbenadering. De ef ficiency wordt opgevoerd en starre svs- temen worden flexibel gemaakt. Een nieuwe huisstijl wordt geïntroduceerd. 'Maar', stelde Wijffels vast, 'in de Rabobankorganisatie is het omgaan met de nieuwe marktsituatie niet alleen een commercieel en marketingvraagstuk, maar ook een vraagstuk van coöperatie ve identiteit en coöperatief functione ren. Het gaat om het herformuleren van de coöperatieve missie in nieuwe om standigheden. Vervolgens komt de vraag aan de orde wat de coöperatieve meer waarde is en hoe die in de volkomen markt moet worden vormgegeven.' Als daarbij niet bevredigend kan worden aangegeven wat de meerwaarde is boven die van een NV, verliest de coöperatie volgens Wijffels haar wezenlijke be staansgrond FUNDAMENT OP ORDE BRENGEN Ook vanuit het bankbedrijf is het dus noodzakelijk dat fundamenteel naar de coöperatie wordt gekeken. Het nieu we bankgebouw dat in gereedheid wordt gebracht, zal zij het verlaat op een degelijk coöperatief fundament moeten komen te staanDat zal nu dus goed op orde moeten worden gebracht. Ook Wijffels liet een duidelijke waarschu wing horen: 'Als de coöperatieve missie niet goed kan worden geherformuleerd, zal onherroepelijk een situatie ontstaan waarin de Rabobank weliswaar zegt een coöperatie te zijn, maar eigenlijk als een vennootschap winstgeoriënteerd han delt.' In Wijtfels' visie zal de bank dan op den duur ongeloofwaardig worden, wat het einde betekent van de huidige structuur en identiteit. In de nota 'De coöperatie die Rabobank heet' wordt bepleit de kredietcoöperatie om te vor men naar een coöperatieve financiële dienstverlener. De vereniging dient dan werkelijk te worden gerevitaliseerd tot een samenwerkingsverband van de le den, waarbij niet alleen tegemoet wordt gekomen aan de collectieve, maar juist ook aan de individuele behoeften. GEEN VRIJBLIJVEND DEBAT Goed luisteren naar wat het lid als behoefte kenbaar maakt en daarvoor de juiste oplossingen aanreiken, is een we zenlijk andere benadering dan vroeger. De lokale bank zou zich dus kunnen ont wikkelen tot een echte partner, en li- nancïële oplossingen kunnen bieden met eigen bankprodukten, met vanuit de or ganisatie aangetrokken adviesdiensten of met elders ingekochte diensten. Dit past prima in de nieuwe positionering rond om het begrip samenwerken. Wijffels spitste een en ander als volgt toe: 'De coöperatieve discussie die nu binnen de organisatie op gang wordt gebracht, zal de vraag moeten beantwoorden of de coöperatieve structuur bij uitstek ge schikt is voor deze vorm van dienstver Bank&Bestuurder $e jaargang nummer 6 6

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Bank & Bestuurder' | 1994 | | pagina 6