Aan de slag met coöperatief
Fundament voor 'nieuwe' Rabobank
Op de Centrale Kringvergadering van 7 september vond de aftrap plaats voor de
cruciale coöperatiediscussie. Samen zijn Raad van Beheer en Hoofddirectie tot de
slotsom gekomen dat de 'nieuwe Rabobank' ook ingrijpende vernieuwing van het
coöperatief fundament nodig maakt. Hoewel de heren Meijer en Wijffels de bal stevig
aan het rollen brachten, besloot de vergadering die vooralsnog te laten liggen. De
eerste voorzet wordt aan de kringen overgelaten. Het spel moet niet vanaf de bank,
maar in het veld worden gemaakt.
De Raad van Beheer en de Hoofd
directie zijn van mening dat de
organisatie thans aan de voor
avond staat van een cruciale fase in het
ontwikkelingsproces van de coöperatie.'
Deze toelichtende woorden van de heer
Meijer bij de nota 'De coöperatie die
Rabobank heet
gaven aan dat het
nu menens wordt
met de coöperatieve discussie. Er moet
actie worden genomen. Meijer: 'Stil
stand in de ontwikkeling van de coöpe
ratie zal tot gevolg hebben dat de orga
nisatie langzaam maar zeker wegglijdt
van de kern van haar bestaan, het behar-
CENTRALE KRING VERG ADERING
tigen van de economische belangen van
haar leden. Vaagheid over wat de orga
nisatie bindt en richting geeft, zal dan de
overhand krijgen.'
RITUEEL ZONDER INHOUD
Het waren niet mis te verstane be
woordingen uit de mond van de voor
zitter van de Raad van Beheer. De strek
king was even helder als alarmerend.
Stilstand nü leidt op afzienbare termijn
onherroepelijk tot een reductie van ons
coöperatieve karakter, tot een ritueel
zonder enige inhoud. De Centrale
Kringvergadering raakte merkbaar
doordrongen van
O
de betekenis van
Meijer 's analyse
en de boodschap die hij daaraan ver
bond. Hij liet er geen enkele onduide
lijkheid over bestaan dat panklare oplos
singen niet zomaar te geven zijn, niet
door de Raad van Beheer en niet door de
Hoofddirectie. Het vinden van goede
oplossingen zal moeten voortkomen uit
een organisatieproces. Om dit proces
met succes te laten verlopen zijn open
heid en creativiteit zeer belangrijk. Er
zal een breed draagvlak in de organisatie-
voor nodig zijn en er zal veel tijd voor
moeten worden uitgetrokken om naar
elkaar te luisteren. 'Dit onderwerp laat
zich niet van boven naar beneden orga
niseren', aldus Meijer, 'de discussie-
dient niet namens de leden te worden
gevoerd, maar dient met hen te worden
verkend. Ook de medewerkers zullen
hierbij betrokken dienen te worden, op
dat ook hun overtuiging en motivatie
voor het coöperatieve functioneren kan
worden versterkt.'
De probleemstelling voor de dis
cussie zal zich moeten toespitsen op de
inmiddels bekende drie B's van Belang,
Betrokkenheid en Beheer. In de nota 'De
coöperatie die Rabobank heet' wordt dit
onderbouwd. Daarbij zal volgens Meijer
eerst duidelijkheid moeten worden ver-
Bank&Bestuurder 3 c- jaargang nummer 6 5