mk IBS dan ook al lang doordrongen van de nood/aak om goede, zinvolle functio neringsgesprekken te voeren', licht Trienen toe. SNELHEID MEEGEVEN De cultuurcomponent speelt in het Almelose denken, dat van Willems wel in het bijzonder, een belangrijke rol. 'We hebben een speciale cultuur van Trienen: '\iet einJeloos blijven zitten. omgaan met elkaar, die zijn oorsprong vindt in de coöperatie. Denk aan de autonomie. Als gevolg daarvan hebben we iets eigens, wat overigens onder in vloed van de schaalvergroting aan het verzwakken is. Wc zullen onze coöpera tie met nieuwe initiatieven plaatselijk weer snelheid moeten meegeven, waar door de leden de toegevoegde waarde kunnen herkennen.' Trienen ziet in dat verband de uitkomsten van de inmiddels gestarte coöperatiediscussie met be langstelling tegemoet. 'Waar we uit gaan komen, weet ik niet, maar communice ren zal naar mijn mening het sleutel woord moeten zijn! Gemeenschappelijk en met de doelgroep.' Binnen de be heerscolleges vormt het coöperatieve karakter vrij regelmatig onderwerp van discussie, vult Tangelder de beide be heerders aan. 'We zijn inderdaad heel anders dan een niet-coöperatieve bank. Maar volgens mij is dat naar buiten toe moeilijk helder te maken. Je moet het ook niet als klantenbinder willen ge bruiken. Het moet tot uiting komen in zaken zoals de kwaliteit van je adviezen, de scherpte van je tarieven en de kracht van je aanwezigheid in de netwerken.' DISCUSSIEPLATFORM Dit voorjaar heeft Willems overi gens op persoonlijke titel een inleiding gehouden op een kringdag. De veelzeg gende titel was 'Hoe bestuur ik een Ra bobank?' De stellingen die Willems be trok, deden nogal wat stof opwaaien, wat trouwens ook de bedoeling was. 'Met opzet heb ik wat prikkelende op merkingen willen maken, omdat ik zie dat we er als organisatie niet uithalen wat erin zit. Ik zou graag veranderingen zien, met name in de cultuur. Dat geldt op het vlak van de plaatselijke bank, voor de kwaliteit van het beheer dat we hier heb ben besproken, maar ook voor het waar devolle circuit dat we hebben in de vorm van Centrale Kringvergadering-kringen- banken. Met name de kringen vormen daarin de zwakke schakel. Zij vervullen nu eigenlijk geen rol van betekenis, om dat de plaatselijke banken onvoldoende gebruikmaken van de mogelijkheden die een kringvergadering hun eigenlijk kan bieden. Er kan en moet daar naar mijn smaak veel meer zinvolle discussie wor den gevoerd. Zo n kringvergadering zou zich moeten ontwikkelen tot een echt discussieplatform. Ras dan kunnen we het organisatieproces een bottom-up ka rakter geven, in plaats van top-down zo als het nu al te vaak is. We kunnen daar als organisatie ons voordeel meedoen. Onszelf behoeden voor beleid dat mis schien verkeerde uitgangspunten heeft en derhalve niet de juiste inschattingen maakt. We zullen als de vereniging van banken die we uiteindelijk zijn, echt nieuwe combinaties moeten zoeken.' LAAT ZIEN WIE JE BENT Trienen en Tangelder kunnen zich duidelijk goed vinden in dit betoog op persoonlijke titel. 'Ons kringbestuur heeft dit gedachtengoed opgepakt door de nieuwe rol als discussieplatform daad werkelijk te willen nastreven'zegt Tan gelder, 'en dat is, dachten wij, in de out put richting de organisatie ook al wel merkbaar.' Trienen merkt op dat de voorbereiding van de kringvergaderin gen door de banken nu ook veel serieu zer wordt aangepakt. 'En dat is een eer ste voorwaarde om tot een betere be nutting van het netwerk en het informa tiekanaal dat de kringen vormen, te komen', aldus de voorzitter van de raad van toezicht van de Almelose bank. Aan het slot van het gesprek tovert hij nog snel een drukwerkje tevoorschijn dat hij bij zijn post heeft aangetroffen. Het is de Signatuur van de Rabobank. 'Heel goed, deze code', is zijn com mentaar, 'met name ook de heldere sa menvatting van die vier belangrijke ken merken van ons denken en doen als coöperatieve bank.' Tangelder wijst in dit verband op de exercitie die ook hij als directeur, voorafgaand aan de intro ductie van de code, met zijn personeel achter de rug heeft: 'Zeker geen over bodige zaak. Men weet er toch weinig van. We moesten er als het ware een complete cursus aan wijden.' Willems wijst nog eens op het toenemende be lang van een goede communicatie: 'Met de Signatuur vertellen we helder en dui delijk waar we staan. Dat is in veel meer opzichten absoluut nodig, maar het ge beurt nog onvoldoende. Laat zien wie je bent, be good and teil it!' Bank&Bestuurder 5e jaargang nummer 6 22

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Bank & Bestuurder' | 1994 | | pagina 22