Waar staan we met bestuur en raad van toezicht? Het bestuur en de raad van toezicht van de lokale bank hebben statutair duidelijk verschillende functies. Maar wie de Rabobank een beetje kent, weet dat de praktijk weerbarstig kan zijn. Een bestuur op afstand benadert soms het 'speelveld' van de raad van toezicht. Of we willen of niet, de veranderende praktijk werkt langzaam maar zeker verder in op het wettelijke keurslijf. Het was belangrijke gesprekstof tijdens ons bezoek aan de Rabobank Almelo. TanqcIJcr: 'Functiescheiding tussen de collcqes is een helanqrijk discussiepunt in de oruanisatie. e constructie van de coöperatie ve kredietvereniging stamt uit de vorige eeuw. In de toenmalige omstandigheden hadden de organen, waarmee zij statutair werd toegerust, ieder voor zich een heldere, op de prak tijk terug te voeren functie. Inmiddels, zo n honderd jaar verder, is het allemaal anders komen te liggen. De praktijk is totaal veranderd en hij de functies van de verenigingsorga nen kunnen kanttekeningen worden ge- OP BEZOEK BIJ ALMELO plaatst. We kennen de problemen rond de ledenbetrokkenheid en de algemene vergadering. Dat ook bestuur en raad van toezicht problemen ondervinden met de definitie van hun rol is niet van vandaag of gisteren, maar ligt besloten in de lange termijn ontwikkeling van verzakelijking en pro fessionalisering van de kredietcoöpera tie. Het zijn ontwikkelingen die ook doorwerken in de verhouding tussen de aangesloten banken en Rabobank Ne derland. Hier ligt het spanningsveld tus sen autonomie en organisatie, bij uitstek het speelveld van de kringen en Centra le Kringvergadering. KWALITEIT VOOROP In Almelo treffen we drie gespreks partners aan tafel die goed zijn ingevoerd in deze specifieke Raboproblematiek. Het zijn de heer A. W.A.M. Trienen RA, voorzitter van de raad van toezicht en managing director van Texas Instru ments Holland BV, rnr. E.R. Willems, lid van de raad van toezicht, notaris en fiscaal jurist, en de heer Th.M. Tangel der, de algemeen directeur van de bank. Direct is duidelijk dat de kwaliteit van de bchcerscol leges een centraal punt vormt in het denken van dit drietal over het functioneren van de coöperatieve bank. Grote zorg gaat uit naar het wer ken aan een juiste samenstelling van de colleges. Hierbij kan ook een gezonde doorstroming dienstig zijn. In de visie van Trienen, zes jaar lid en sinds ruim een jaar voorzitter van de raad van toe zicht, moeten leden van beheerscolleges niet eindeloos blijven zitten, maar in de regel na zo n twee termijnen aftreden BankiScBvstuurdcr 3c jaargang nummer (-> 20

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Bank & Bestuurder' | 1994 | | pagina 20