binnen de bank, tot voorzitter van het bestuur benoemd. Titulaer onderstreept graag het belang om aan dergelijke cur sussen deel te nemen: 'Zegers heeft mij en de overige leden van het bestuur overtuigd van het belang van deze leer gang en we hebben er graag ons Hat aan gegeven. Onze directeur moet immers op de vragen van morgen en overmor gen antwoord kunnen geven. Bovendien sloot de leergang uitstekend aan op pro cessen waarin wij met de bank zaten. Als bestuur investeren we veel energie in be leidsplanning en dan loop je vanzelf aan tegen de vraag op welke wijze je dient om te gaan met de ontwikkelingen die zich voordoen binnen de bank, binnen Rabobank Nederland en daarbuiten, juist op dat soort ragen ging de leer gang in. In mijn ogen past dat dus prima in de actualiteit. Eerlijk gezegd denk ik dat ons bestuur het Zegers niet in dank zou hebben afgenomen als hij niet aan de leergang had willen deelnemen! Omdat ik ook /.elf leiding geef aan een onderneming, discussieer ik regelmatig met hem over managementvraagstuk- ken. We gebruiken elkaar daarbij als sparringpartner. We hebben immers op veel terreinen dezelfde vragen en pro blemen. Langs die weg heb ik ook ken nis kunnen nemen van de inhoud van bepaalde modules uit de leergang. Dat heelt de indruk versterkt dat de kwali teit van de leergang, met name door de belangrijke inbreng van externe des kundigen, goed is. NIET ALLEEN LOF Zegers kijkt met genoegen terug op de vijt modules waaruit de leergang be stond. 'Ik kan niet zeggen dat er echt veel nieuws in zat. Er werden ontwikkelingen behandeld waarover je in grote lijnen na tuurlijk bi st het een en ander weet. Het sterke vond ik de wijze waarop die ont wikkelingen werden uitgediept. Hier door ontdek je een bepaalde samenhang. Zo vond ik bijvoorbeeld de module over de demografische ontwikkelingen uiter mate verhelderend en eigenlijk direct toepasbaar op het eigen beleid van de bank. Datzelfde gold voor de module over het resultaatgerichte leiderschap. Een pvrima onderwerp en uitstekend uit gewerkt. Daartegenover vond ik het si mulatiespel echter een duidelijke misser. Typisch geënt op een centraal geleide or ganisatie en dus per definitie niet geschikt voor Rabobankdirecteuren. Ik heb ook begrepen dat dit spel in de latere leer gangen is vervangen. In een dergelijke leergang snoep je als het ware van een aantal uitermate smaakvolle gerechten. Je neemt kennis van interessante en be langrijke ontwikkelingen. En dat stimu leert je tegelijkertijd om je verder in de materie te verdiepen. Het smaakt dus naar meer. Ik hoop dan ook dat de RabobankAca- demie op deze weg v oortgaat en ons een programma aan biedt dat dieper op de materie ingaat. Ik heb begrepen dat dit ook de taak van de Academie is! Ik wacht het aanbod met genoegen af aldus Zegers. WAAROM NIET VOOR BESTUURDERS? Sinds enkele jaren steken de colleges van de bank LIb bergen veel energie in be leidsplanning. Titulaer acht het van groot belang dat er een goed evenwicht bestaat tussen de bank als financiële dienstverlener en als coöpera tieve vereniging. Bank en co- operatie liggen immers in el- kaars verlengde. 'We hebben als bestuur geconstateerd dat dit niet steeds het geval is. Er is sprake van een zekere over accentuering van de bedrijts matige kant. Naar mijn op vatting is dat evenwicht nodig om te bereiken dat je je daadwerkelijk kunt profileren in de richting van je le den. Nu wordt nog vaak geredeneerd dat je als coöperatie goed kunt functioneren als je ook als bank goed draait. Daar ben ik het maar gedeeltelijk mee eens. Wil len we onze meerwaarde als coöperatie ve bank bewijzen, dan v raagt dat om een onderscheidend vermogen en juist daar in kunnen een bestuur en een raad van toezicht een belangrijke rol vervullen. Onze inspanningen om de coöperatie meer profiel te geven, hebben de afge lopen jaren geresulteerd in een grotere ledenbetrokkenheid. Onze algemene vergadering werd in het verleden door enkele leden bezocht. Nu komen er meer dan honderd! Ook de aandacht die we aan onze leden hebben besteed in het kader van ons 75-jarig bestaan dit jaar heeft resultaten afgeworpen. Wij willen een echte partner zijn voor de gemeen schap waarbinnen we functioneren. Ik vraag mij overigens af waarom bepaalde onderdelen van de manage mentleergang niet voor bestuurders be schikbaar zijn. In mijn ogen zijn de be staande bestuurdersconferenties te 'smal'omdat ze toch nog te veel zijn ge richt op het bancaire bedrijf. Vanuit de managementleergangen zouden die on J derdelen in aanmerking kunnen komen waarin aandacht wordt besteed aan de maatschappelijke veranderingen en de daaruit voortvloeiende eisen voor het besturen van een bank. Wij nemen nu als colleges zeil initiatieven om met des kundigen van binnen ot buiten de orga nisatie jaarlijks een dagje 'de hei op te gaan'. Daarbij bezinnen we ons op onze veranderende bestuurstaak. Voor ons is het van groot belang het evenwicht te handhaven tussen de bank en de vereni ging, maar we zouden daarbij graag wat meer steun willen hebben van Rabobank Nederland. We willen graag investeren in onze bestuurlijke kwaliteiten, want als die geen gelijke tred houden met de kwaliteit van het management, wordt het bestuur eerder een remmende dan een stimulerende factor.' Zegers: 'Snoepen van een aantal uitermate smaakvolle gerechten. Bank&Bestuurder 5e jaargang nummer 6 7

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Bank & Bestuurder' | 1994 | | pagina 17