cussie-avonden, actuele onderwerpen toe, zoals het nieuwe particulierenbe- leid, L AURA of het distributiebeleid, maar ook meer specifiek bancaire zaken zoals de rentetypische balans en de daarmee samenhangende risico's. BAL AAN HET ROLLEN Het 'pionierswerk' bij deze bank is zeker niet onopgemerkt gebleven. In het najaar verschijnt in de Leidraad Be stuurders een mede op de 'Weesper' er varingen geïnspireerd beoordelingsmo del. Het is in onze organisatie nooit de gewoonste zaak van de wereld geweest dat men elkaar zo expliciet de maat neemt. Directeur Veldhuis benadrukt dat men zoiets ook niet van bovenaf moet opleggen: 'De wens om het eigen functioneren te beoordelen, moet aan de basis ontstaan om voldoende draag kracht te hebben èn om een goede voe dingsbodem te zijn om eventueel nood zakelijke consequenties te trekken.' Woudsma over deze consequenties: 'Omdat het voor ons de eerste keer was, hebben we met opzet voor een harmo nisch verloop gekozen. Tijdens de eva luatie bleek dat we vaak zelf opmerkten dat we op punten tekort kwamen. Daar is toen in oplossende zin wel over ge sproken door te wijzen op cursussen en dergelijke. We hebben er bewust voor gekozen in de eerste fase niet verder te gaan. De grootste winst van die eerste ronde is geweest dat de bal aan het rol len is gebracht.' SPIJKERS MET KOPPEN Een tweede beoordelingsronde staat nu voor de deur en daarop vooruitlo pend stelt Woudsma: 'Nu zijn we van plan om voor te stellen het wat steviger aan te pakken als we constateren dat het ergens nog niet goed functioneert.' Boschman onderstreept dat er nu na tuurlijk ook het vergelijkingsmateriaal van de vorige keer ligt: 'Dus we kunnen beter de vinger op de zwakke plekken leggen en we zullen minder geneigd zijn vrijblijvende conclusies te trekken.' De drie gesprekspartners zijn het erover eens dat er nu, anders dan twee jaar ge leden, geen sprake meer is van een 'blanco' situatie, maar dat er moet wor den ingehaakt op al dan niet tot stand ge brachte verbeteringen. 'In de eerste ron de is vastgelegd waar het niet ideaal liep en iedereen was zich daarvan ook be wust. Als we nu twee jaar later vinden Veldhuis: 'Een goede voedingsbodem om consequenties te trekken. dat er bepaalde dingen gewoon niet zijn verbeterd, dan moeten we ook echt spij kers met koppen durven slaan', bena drukt Woudsma. Uit het gesprek komt naar voren dat Boschman en Woudsma, die op verzoek van beide colleges tot hun initiatief kwa men, grote voorzichtigheid bij de aan pak bepleiten. Wanneer men onvol doende ervaring heeft, is het niet denkbeeldig dat er brokken worden ge maakt. SCHAALVERGROTING Langzaam maar zeker groeit het be stuur mede onder invloed van het be oordelen van het eigen functioneren naar een situatie waarbij meer op afstand wordt bestuurd. Dit heeft gevolgen voor de positie van de raad van toezicht, die moeite krijgt zijn taak op een bevredi gende wijze inhoud te geven. Dit punt zal zeer waarschijnlijk in de komende ge sprekken over het functioneren van de colleges meespelen. 'We zien het be stuur zich meer en meer loskoppelen uit de praktijk van het bankieren'verklaart Boschman. 'Financieel-technisch en markttechnisch reikt Rabobank Neder land de zaken zo aan dat de directie de ze kan implementeren zonder directe bemoeienis van het bestuur.' Daardoor krijgt het bestuur veel meer ruimte voor het inpassen van de bank in de plaatse lijke en regionale omstandigheden. In dit verband komt bijvoorbeeld het plaatse lijk distributiebeleid naar voren als een van de zwaarste aandachtspunten van het afgelopen jaar. Ook het Structuurrap port van de kring Midden-Nederland- Noord is een belangrijk onderwerp van gesprek geweest. Dit rapport deelde de zienswijze van de colleges dat hun bank zal moeten werken aan een toekomst die in het teken staat van voortschrijdende schaalvergroting. De kwestie van de coöperatieve identiteit duikt daarbij, naar eigen zeg gen van de bank, wel met een zekere re gelmaat op, zonder dat men daar overi gens nu echt mee uit de voeten kan, ondanks pogingen die daartoe wel zijn ondernomen. 'We worstelen zogezegd met onze identiteit', vat Woudsma de stemming samen. 'Het blijft een moei lijk onderwerp', voegt Boschman daar aan toe. 'Wel heb ik het idee dat we bij financieringsproblemen wat langer ach ter de klant blijven staan. Maar we moe ten niet vluchten in een fictie.' Ook in die specifieke Rabobank-problematiek zou dus het beoordelen van het eigen functioneren door de beheerscolleges bouwstenen kunnen aandragen voor na dere discussie. B a n k &_B c s t u u r d e r 3 e jaar^an^ nummer 5 22

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Bank & Bestuurder' | 1994 | | pagina 22