een themaconferentie voor bestuurders die enige jaren geleden werd gehouden. Bij die gelegenheid stimuleerde de Raad van Beheer de bestuurders activiteiten op dit terrein ter hand te nemen. 'Ook in de Leidraad Bestuurders wordt hier voor aandacht gevraagd', vult Woudsma aan. 'Vanuit onze eigen ervaringen heb ben we een eerste opzet gemaakt die goed is doorgesproken, ook met de di recteur. Daarna hebben we een aparte vergadering belegd, die een afronding heeft gekregen met het opstellen van een vragenlijst.' NIET CONFRONTEREND Die vragenlijst is ruim twee jaar ge leden voor het eerst door de beheers colleges van de bank besproken en inge vuld. De resultaten zijn geëvalueerd en de conclusies zijn schriftelijk vastgelegd. We vragen hoe de vragenlijst in elkaar was gestoken. Boschman: 'We zijn uit gegaan van een beoordeling van het functioneren van de colleges als totali teit. De lijst bevatte een aantal concrete vragen. Aan de hand daarvan werd ver volgens ook het eigen persoonlijke func tioneren aan de orde gesteld.' En dat laatste was zeker niet het ge makkelijkste onderdeel, beaamt ook Woudsma: 'Maar we hebben het zorg vuldig opgebouwd. Eerst is gekeken naar het functioneren van de colleges op uit eenlopende gebieden en pas aan het eind is gekeken naar het functioneren van ieder lid afzonderlijk binnen zijn college.' De vragenlijst was met concrete vraagstellingen verdeeld in onderwer pen zoals coöperatie, beleidsplanning, de verhoudingen tussen de colleges, het financiële beleid, het bedrijf van de bank, enzovoort, kortom de onderwer pen die bij het bestuurlijk functioneren van iedere Rabobank een belangrijke rol spelen. Woudsma somt in snel tempo een aantal zaken op dat in de lijst aan de orde komt: 'Vindt men bijvoorbeeld dat het coöperatieve karakter van de Rabo bank in de beraadslagingen binnen en tussen de colleges voldoende naar voren komt, hoe worden routine zaken be handeld, schenken we voldoende aan dacht aan bepaalde relevante thema's, missen we thema's, hoe is de informatie van Rabobank Nederland en hoe is de in formatie van onze eigen bank, zijn we wel voldoende geïnformeerd, hebben we daarvoor voldoende kennis, enzo voort. Na elk onderwerp kon ieder col legelid aangeven hoe hij daarbij per Woudsma: 'Bewust geko/.en voor een harmonisch verloop. ln de vraagstelling is ook nader in gegaan op de evenwichtige samenstelling van de colleges en hun betrokkenheid bij het werkgebied.' Woudsma verduide lijkt: 'Belangrijk is dat er naast de juiste vertegenwoordigers ook voldoende be stuurlijke kwaliteit voorhanden is.' UIT DE DETAILS Een duidelijke conclusie uit de eer ste beoordelingsronde was dat moest worden gezocht naar een vrouwelijk be stuurslid. Dat streven is inmiddels ver werkelijkt. Ook zijn na die eerste ronde enkele beleidsmatige aanpassingen door gevoerd. Directeur Veldhuis: 'Zo is de soonlijk scoorde. Daarnaast hadden we nog een aantal vragen opgenomen over het individueel functioneren van colle geleden, waarbij ook zaken zoals be trokkenheid, interessegebieden, tijdsbe- slag en behoefte aan nadere studie of verdieping een plaats kregen.' STUURMIDDEL 'Al met al mogen we stellen dat zo wel de voorbereiding als de uitwerking professioneel zijn opgepakt', licht di recteur Veldhuis toe. Het hele scala van relevante bestuurlijke activiteiten en be kwaamheden is aan de orde geweest. Functionerend als klankbord heeft hij zelf een rol op de achtergrond gespeeld. Wel is hij heel bewust door de colleges bij alles betrokken. Het hele proces werd zodoende gedragen door zowel de uit drie leden bestaande raad van toezicht en het vijf leden tellende bestuur, als door de directeur. Zowel Boschman als Woudsma be nadrukken dat het in hun ogen hierbij om veel meer gaat dan een 'hulpmid del'. 'Het heeft uiteindelijk tot doel om voor jezelf bloot te leggen waar het eigen functioneren niet optimaal is. Het moet duidelijk leiden tot de vaststelling van de behoefte om je op bepaalde punten te versterken door het bijwonen van con ferenties of aanvullende cursussen. Of zelfs tot het trekken van de ultieme con sequenties als men niet meer goed in het geheel blijkt te passen. Maar dat moet dan een eigen conclusie zijn. agenda voor de vergaderingen van de be- heerscolleges aangepast, waarbij ook de informatiestroom anders is gericht. De beschikbare vergadertijd diende anders te worden ingevuld.' 'Eén van de con clusies was', aldus Woudsma, 'dat er te veel tijd aan details, aan operationele za ken, werd besteed en te weinig aan beleidszaken. Dat hebben we vrij rigou reus aangepast. We moesten van de de tails at. De tijd die het bestuur daardoor overhoudt, besteden we aan meer be leidsmatige aangelegenheden en het ont wikkelen van een visie op de toekomst.' Daarvoor stapelen de onderwerpen zich op. Een kwalitatieve sprong in kennis en kwaliteit is daarvoor geboden. Daarbij wordt volop geput uit het opleidings aanbod voor bestuurders van Rabobank Nederland. Daarnaast licht de directeur op aparte, speciaal georganiseerde dis B< nk$.Bestuurder 3e jaargang nummer S 21

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Bank & Bestuurder' | 1994 | | pagina 21