veel in pensioenland, een logisch gevolg van allerlei maatschappelijke ontwikke lingen. Kijk alleen maar naar de indivi dualiseringstrend De pensioenfondsen in Nederland worden beheerst door een regelgeving die nog steeds sterk wordt gedomineerd door structuren uit het verleden. Hen beetje zwart/wit gerede neerd, wordt nog steeds de eenverdie- nende kostwinner als uitgangspunt ge nomen. Ook bestaat er een vrij scherpe begrenzing tussen pensioenverzekeraars en levensverzekeringsmaatschappijen. Dat hebben wc gemerkt toen we enige jaren geleden onze reglementen wilden aanpassen om mogelijkheden voor indi viduele pensioenvoorzieningen aan te brengen, bijvoorbeeld bij pensioen breuk. Daarmee betraden we echter het speelveld van de verzekeraars en moes ten we onze voorstellen terugnemen. Een gevolg hiervan was overigens wel dat de publieke discussie op dit terrein een extra impuls kreeg, zodat er nu wet geving in voorbereiding is om de pen sioenfondsen wat meer mogelijkheden te bieden. Overigens kunnen wij ook op basis van de huidige wetgeving inhaken op specifieke en individuele wensen. Dan denk ik aan zaken zoals de flexibe le pensioenleeftijd en de mogelijkheid om bij pensionering af te zien van een nabestaandenpensioen, waardoor het eigenlijke ouderdomspensioen hoger kan worden', aldus De Hoon. EEN GOED PENSIOENFONDS De Wit karakteriseert vanuit zijn ja renlange ervaring het Rabobankfonds als een kwalitatief goed pensioenfonds. De Wit: 'Als bestuurder voel ik mij in het bijzonder verantwoordelijk voor de handhaving en 7.0 mogelijk voor de ver betering van de kwaliteit. Het is een fonds dat premievrijdom kent voor de deelnemers - de premie komt immers voor rekening van de bank en dat er naar streeft de uitkeringen waardevast te houden. 1 )aarvoor is een collectieve ba sis nodig. Ons Fonds is een Onderne mingspensioenfonds. Ik noem die vorm ook wel eens een gedwongen solidari teitsfonds. Feitelijke concurrentie ont breekt dus. Daarom vergelijken we jaar lijks de prestaties van ons Fonds met die van andere. Daardoor hebben we bij voorbeeld een goed inzicht in onze kos tenstructuur op basis van een vergelij king met een aantal andere fondsen. Onze beleggingsopbrengsten worden door een extern bureau vergeleken met die van onze collega's. Ook beoordelen we of de hoogte van de premie de toets der kritiek kan doorstaan. Bij dit laatste zijn we natuurlijk afhankelijk van afspra ken tussen werkgevers en werknemers die wij moeten uitvoeren. Wat de be leggingsopbrengsten betreft kan ik stel len dat ons Fonds een goed gemiddelde maakt. We zijn nu eenmaal bankiers en daardoor wellicht wat risicomijdend. Zo scoorden we in 1993 toen de beurzen uitstekende rendementen op aandelen mogelijk maakten wat lager, maar in de jaren waarin de aandelen het wat min der goed deden, zaten we boven het ge middelde. Ook dat is een belangrijke taak voor het bestuur: met de directie discussiëren over de verdeling in de be leggingscategorieën vastrentende waar den, aandelen en onroerend goed. We dienen een optimaal rendement uit on ze beleggingen te halen als we bij een af nemend of stabiliserend aantal actieven toch de ingegane pensioenen waardevast willen houden', aldus De Wit. VOORLICHTING OP HOOG NIVEAU Het bestuur hecht ook bijzonder aan een goede voorlichting voor de ruim 36.000 deelnemers en ruim 4.000 pen sioentrekkenden. Zo was de enige maan den geleden verzonden brochure, waar in de deelnemers individueel inzicht werd verschaft in hun situatie bij pen sionering, een schot in de roos. Ook aan de inhoud van het jaarverslag wordt veel aandacht geschonken. Naast een uitge breid verslag wordt ook een verkort ver slag beschikbaar gesteld. Dat deze voor lichtingsactiviteiten de buitenwereld niet zijn ontgaan, moge blijken uit het feit dat in het kader van het symposium 'Voorlichting en Communicatie over Pensioenen' aan ons Fonds een eerste prijs is toegekend voor de beste voor lichting aan pensioenverzekerden over 1994. De Hoon was met zijn ongeveer 65 medewerkers zeer vereerd met deze prijs: 'We steken inderdaad heel veel energie in voorlichting. Dat kan ook om dat we de afgelopen jaren een goede voortgang hebben gemaakt in de sfeer van de automatisering en informatise ring. Daardoor kon de dienstverlening aan onze deelnemers op een uitstekend niveau worden gebracht. Die voorlich ting is nodig omdat de materie voor de niet-ingewijde vaak ondoorzichtig is, terwijl het belang van dergelijke voor zieningen zeer groot is. Naast de zorg voor een perfecte voorlichting hebben De Hoon: 'Vereerd met eerste prijs voor voorlichting. we voor de komende jaren nog twee speerpunten van beleid. We willen kri tisch, maar ook creatief naar de inhoud van onze pensioenregelingen blijven kij ken. Dat wil zeggen dat we ons constant zullen afvragen of onze regelingen vol doen aan de maatschappelijke verwach tingen. Daarnaast willen we meer aan dacht schenken aan de samenhang van de risico's in de sfeer van beleggingen en in flatie. Andere aandachtspunten zijn de gevolgen van demografische ontwikke lingen en het feit dat ook onze verze kerden een steeds langere levensver wachting hebben.' De Wit hierover: 'We moeten lang vooruit kijken, zo n 30 a 35 jaar, zodat je gediend bent met stabiele ontwikkelingen. Een plotselinge forse inflatie, zoals we die een jaar of twintig geleden hebben meegemaakt, gooit al lerlei berekeningen door elkaar. We heb ben toen de waardevastheid van onze pensioenen ook alleen maar kunnen handhaven doordat het aantal gepensio neerden in vergelijking met het aantal premiebetalende deelnemers gering was. Dat zou nu moeilijker zijn. Een pensioenfonds dat waardevaste uitkerin gen wil (blijven) doen en zo n Fonds zijn wij is een dynamisch bedrijf, een bedrijf met een ondernemersgeest! Bank&Bestuurder 5e jaargang nummer S II

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Bank & Bestuurder' | 1994 | | pagina 11