stek het college dat met de bestuurders van de plaatselijke banken in dialoog moet gaan. Zo'n discussie over de Sig natuur van de organisatie vind ik een pri ma voorbeeld van een gebied waarop de Raad van Beheer en de bestuurders sa men moeten discussiëren. Ik ga met veel enthousiasme aan de slag, al weet ik dat ik maar één periode aan zal blijven, want na ommekomst van die periode heb ik de leeftijd bereikt waarop onze statuten het eindsignaal geven', aldus Dijkster- huis. GROTE VERANDERINGEN IN BANCAIRE DIENSTVERLENING Naast de heer Dijksterhuis maakt ook prof.dr.ir. G.J. Wormmeester zijn entree bij de Raad van Beheer. Deze 61 - jarige deeltijd-hoogleraar Grootschalige Transportsystemen aan de Faculteit der Werktuigbouwkunde en Maritieme Techniek van de Technische Universiteit Delft, is een tvpische vertegenwoordi ger van het in de Randstad gevestigde grotere internationale bedrijfsleven, een 'discipline' die tot nu toe in de Raad van Beheer ontbrak. Bijna 2S jaar heeft Wormmeester leiding gegeven aan de ECT, de Europe Combined Terminals B.V.in Rotterdam, een bedrijt dat een grote impuls heeft gegeven aan de ont wikkeling van deze haven. Naast zijn hoogleraarschap vervult hij nog een groot aantal adviesfuncties en is hij ac tief in diverse overlegstructuren van de overheid en het bedrijfsleven, waarbij vervoer en infrastructuur veelal de lei dende begrippen zijn. De Rabobank is Wormmeester: Een aardig beeld van de werking van de coöperatieve bank. hem niet onbekend. Wormmeester: 'Ik ben nu bijna een jaar lid van de raad van toezicht van de Rabobank Rotterdam en dat heeft mij toch al een aardig beeld op geleverd van de werking van die coöpe ratieve Rabobank. Daarnaast kende ik Rabobank Nederland als een prima ban kier waarmee ik veel zaken heb gedaan toen ik de leiding had over ECT. Ik re aliseer me overigens dat ik nog wel eni ge tijd nodig zal hebben om mijn eigen plaats te vinden in de Rabobankorgani- satie. Het zwaartepunt van mijn taak zal naar verwachting toch liggen in de in breng die ik vanuit mijn huidige en vroegere functies kan hebben met be trekking tot de gang van zaken bij het grotere bedrijfsleven. We hebben daar de afgelopen decennia ontwikkelingen doorgemaakt waarmee het bankwezen ook wordt geconfronteerd. Ik denk dan met name aan de invloed van de tele matica en de informatisering. Bij een be drijf als ECT heeft dit overigens niet ge leid tot een dramatische afname v an de factor arbeid. Zelfs nu dit bedrijf een ontwikkeling doormaakt in de sfeer van robotisering, maken de personeelskos ten nog steeds 50 a 60% uit van de om zet. Alleen de kwaliteit van de arbeid is op een veel hoger niveau gekomen. Een dergelijke ontw ikkeling acht ik ook denkbaar in de niet-industriële dienst verlening.' GEEN WAAKHOND NAMENS DE ROBECO GROEP Prof.dr. R Korteweg (53), voorzit ter van het Beleidscomité v an de Robe co Groep, kent de Rabobank niet van binnenuit. In het kader van de samen werkingsafspraken tussen de Rabobank en zijn organisatie is afgesproken Wijl- fels te benoemen in de Raad van Com missarissen van de Robeco Groep en Korteweg in de Raad van Toezicht van Rabobank Nederland. Korteweg hier over: 'Deze benoeming ervaar ik als een bevestiging van onze alliantie en een ste vig bewijs van wederzijds vertrouwen. Collega Wijffels en ik zien dit als een goede beslissing, omdat je hiermee het wederzijdse commitment op het hoog ste niveau vastlegt. Voor ons beiden be tekent het natuurlijk extra vergader- druk, maar tegelijkertijd dat je elkaar en eikaars organisatie beter leert kennen.' Korteweg ziet zijn positie in de Raad van Toezicht zeker niet als een mogelijkheid de belangen van de Robeco Groep als een soort waakhond in de gaten te hou- Korteweg: 'Een stevig bewijs van wederzijds vertrouwen. den: 'lk vat mijn taak zó op dat de uit oefening van het toezicht uitsluitend ge schiedt in het belang van Rabobank Ne derland. Daarbij spelen veel zaken, waaronder onze samenwerking. Naar mate die samenwerking toeneemt, ra ken onze belangen sterker verweven. De samenwerking ziet hij als een alles zins gelukkige stap, vooral omdat daar bij een vorm is gevonden waarin beide partners hun eigen sterke kanten kun nen blijven uitbouwen en de samenwer king alleen die zaken omvat waarmee de partners elkaar echt aanvullen. 'Alles bijeen hoop ik dat we in de komende ja ren stap voor stap verder kunnen gaan om het All-Einanz-concept in te vullen voor de klanten van de Rabobank en voor die van de Robeco Groep.' En over Iris tenslotte: 'Daarmee is een club ont staan die voor de beide moederorgani saties en hun onderdelen zeer klantge richt werkt.' Bank&Bestuurder 3e jaargang nummer 4 9

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Bank & Bestuurder' | 1994 | | pagina 19