wikkelingen van 'zijn' bedrijf. Schiphol ontwikkelt zich in zijn visie van een luchthaven tot een 'citv waar ook wordt gevlogen'. Hij doelde hiermee op de voorziene stormachtige groei van be drijven op Schiphol, al dan niet verbon den met de luchtvaart. Desgevraagd gaf hij aan het van groot belang te vinden dat ook de Rabobank zich op de luchthaven vestigt. Ervaringen met de Rabobank - overigens uitstekende had hij slechts met het Centrale bankbedrijf van Rabo bank Nederland dat een belangrijke rol heeft gespeeld bij de financiering van de nieuwe verkeerstoren. RABOBANK, NOG ONBEKEND Als derde inleider kreeg de heer Th. W. Aris, directeur van het op Schip hol gevestigde bedrijf Transport Ma nagement International, het woord. Een ei'hte ondernemer, die zijn bedrijf in dertig jaar had opgebouwd van een een manszaak tot een multinational met een omzet van 225 miljoen en een perso neelsbezetting van 500 man. Hij schet ste het toenemend belang van de logis tieke sector dit in Nederland nu al goed is voor 8% van het Bruto Nationaal Pro- dukt. Naar zijn mening is het een groei sector waar de Rabobank niet zou mo gen ontbreken. Wel gat hij aan dat een bancaire positie in deze sector slechts kan worden veroverd als een bank bereid is zeker in de startfase van het bedrijf een fors risicoprofiel te aanvaarden, de beschikking heeft over specifieke vak kennis en bereid is ook buiten de nor male bedrijfstijden diensten te verrich ten In zijn ogen ontbeert de Rabobank het imago om in deze sector haar rol te spelen. Ook zou de kleinschaligheid van de lokale Rabobank hierbij een nadeel kunnen zijn. Zou een Rabobank beslui ten deze ontwikkelingen aan te grijpen, dan zal zij moeten beschikken over ster ke regionale kantoren met uitstekende kennis van de branche. THEMABIJEENKOMSTEN OVER DE IDENTITEIT De drie inleidingen en de korte re flecties op de bedrijfsbezoeken die 's middags plaatsvonden, vormden een perfecte opmaat voor de discussie tussen de Raad van Beheer en de lokale banken. Deze discussie werd geleid door Ton Planken. Hierbij kwam onder meer de vraag naar voren waarom ondernemers juist de Rabobank kiezen, waarom het, met andere woorden, 'klikt' tussen on dernemer en bank. De partnerrol bleek hiervoor een veel gehoorde verklaring, zeker in situaties waarin de ondernemer geen eigen financieel-bancaire expertise in huis heeft. Ook het meegaan met de ondernemer in de startfase van zijn be drijf en onder risicovollere omstandig heden, alsmede de beschikbaarheid van een breed scala van produkten en dien sten werden genoemd. In het verlengde van deze reflecties werd indringend van gedachten gewis seld over de coöperatieve identiteit. Daartoe uitgenodigd door Ton Planken, kondigde de voorzitter van de Raad van Beheer, de heer W. Meijer, themabij eenkomsten voor bestuurders aan, waar in aandacht zal worden besteed aan doel stelling en structuur van de coöperatie en in het bijzonder aan de kern en het belang van het lidmaatschap van de lo kale bank, de vormgeving van de leden betrokkenheid en de relatie tussen de lo kale bank en haar werkgebied. Pas als over de beantwoording van deze funda mentele vragen overeenstemming is be reikt, zou naar zijn mening verder kun nen worden gediscussieerd over zaken zoals de taak en de positie van bestuurs colleges van de lokale banken en met na me die van de raad van toezicht. Van verschillende zijden werd het belang van een dergelijke discussie on derstreept. Wel was hierbij het wat za kelijke geluid te horen dat van de ban ken niet mag worden verwacht alle energie in deze discussie te steken. Veel is immers vanzelfsprekend en behoeft geen nadere discussie, en bovendien vraagt de huidige tijd ook van de be stuurders reeds een zeer grote betrok kenheid bij de noodzakelijk commerci ële en organisatorische koerswijzigingen op de bank. MIDDENBEDRIJF ALS COÖPERATIEVE DOELGROEP? In de gedachtenwisseling kwam na drukkelijk naar voren dat een belangrijk deel van de aanwezigen ook het grotere bedrijfsleven, het eerder genoemde middenbedrijf, dat in ruime mate in het Schipholgebied aanwezig is, wenst te be schouwen als behorend tot de coöpera tieve doelgroep. Dit zou moeten bete kenen dat de bediening van deze bedrijven een even hoge prioriteit zou dienen te hebben als de bewerking van het traditionele agrarische en midden en kleinbedrijf. Opgemerkt werd dat hiervoor met name in de kring Amster dam al jarenlang is gepleit, maar dat de organisatie hieraan nog steeds geen con sequenties heeft verbonden. Aanwezig heid van de Rabobank op Schiphol was immers ook door de inleiders van deze dag als noodzakelijk en derhalve als or- ganisatiebelang aangemerkt? Door Hoofddirectielid W van den Goorbergh werd gesteld dat de bewerking van het middenbedrijf om andere dan de be staande structuren vraagt. Zou de orga nisatie het middenbedrijf als coöperatie ve doelgroep aanvaarden hetgeen betekent dat zij de concurrentie wenst aan te gaan met de 'core-business van de andere grootbanken dan zal de Rabobank daarvoor de beschikking moe ten hebben over een voldoende gekapi taliseerde, zelfstandige onderneming met een hoge mate van expertise en een professionele leiding. Ook zal daarbij de bereidheid moeten bestaan tot het lang durig nemen van aanloopverliezen. De ze 'definitie' gaf Meijer aanleiding te wijzen op een parallel met de inleidin gen van die dag, waarbij ook naar voren was gekomen dat de veranderde om standigheden ook zullen moeten leiden tot een ingrijpende wijziging in de op zet van het openbaar bestuur. Hij daag de de aanwezigen uit onderling af te stemmen of zo'n separate bankonderne ming een initiatief zou dienen te zijn van de groep banken die rond Schiphol ac tief is of van Rabobank Nederland: 'Of u het doet, of wij, dat vind ik niet zo be langrijk. Maar we moeten er op korte termijn uit zijn.' Ook de Hoofddirectie en Raad van Beheer zullen zich op deze- vraag bezinnen. Een en ander zou er vol gens hem toe moeten leiden dat het ge sprek met de bestuurders van de Schip holbankcn op korte termijn wordt voortgezet om tot een meer definitieve besluitvorming te komen. Een uitnodi ging voor zo'n vervolggesprek stelde hij in het vooruitzicht. Het was dus niet verwonderlijk dat Ton Planken dit Regiobezoek van de Raad van Beheer besloot met de woor den: 'Dit was een historische bijeen komst. De discussie over de coöperatie heeft geleid tot een discussie over de marktbewerking. Kan het concreter?' In september bezoekt de Raad van Beheer Zeeuws Vlaanderen. Bank<&.Bestuurder 3t jaargang nummer 4

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Bank & Bestuurder' | 1994 | | pagina 11