directie', legt secretaris Betlem uit. Zo werd niet lang geleden zo n aparte ver gadering gewijd aan de vernieuwde ru briek 6: liet besturen van een Rabo bank. 'We krijgen dan bepaalde zaken scherper voor ogen', licht bestuurslid I IshoK toe, 'bijvoorbeeld wat wel en wat niet over het beleid van de bank moet worden ingevuld. Bij die gelegenheden praten we de zaken goed door.' 'Na tuurlijk is het zo, dat we onze bevindin gen achtera! doorspreken met de direc tie', vult Mersmann aan, 'ook om een en ander verder uit te bouwen.' 'Soms moet je dingen in overleg met de direc tie anders invullen dan in de Leidraad staat vervolgt Elshott. 'De praktijk is vaak weerbarstig!Mede naar aanleiding hiervan staat het gezelschap op ons ver zoek kort stil bij het onderwerp 'direc teursbeoordeling''Lr is een continue interactie met de directeur'vat de voor zitter het gevoelen samen, 'en hier in de streek laten we dingen niet oplopen, we zeggen het direct als we liet ergens niet mee eens zijn.' 'Er zijn wel functione ringsgesprekken, maar informeel, niet via een vast patroon', voegt Betlem daar aan toe. HAND IN EIGEN BOEZEM Dat directeur Zandbergen in het kringbestuur zit en de Centrale Kring vergadering bijwoont, wordt in Losser als een voordeel gezien. Daarnaast vaar digt het bestuur bij toerbeurt deelne mers at naar de kringvergaderingen, die v ervolgens terugrapporteren. In het be stuur worden de vergaderstukken, in clusief het CKV-verslag, doorgenomen. Soms worden punten meegenomen naar de kring. Toch komt men er rond voor uit dat de vergaderingen niet als bijster zinvol worden ervaren. De nuchtere vaststelling, waarbij de hand ook wel in eigen boezem wordt gestoken, is dat er teveel van tev oren vaststaat en er te wei nig speelruimte is. 'Inderdaad, eigenlijk zouden de kringleden wat actiever naar voren moeten treden', zo wordt het ge zamenlijk beleven door bestuurslid Borggreve onder woorden gebracht. Ook in dit verband is het interessant te weten hoe de lijnen van de Losserse kredietcoöperatie naar de eigen achter ban liggen. Bestuurslid Elshoff licht toe dat de bank gelegenheden zoals de jaar vergadering en symposia aanwendt om de betrokkenheid met het werkgebied tot uitdrukking te brengen. 'Natuurlijk zijn we anders dan een ABN Amro', be nadrukt hij. 'Onze stellige indruk is dat dat ook zo wordt beleefd.' Aan de ande re kant ervaart hij als agrariër zelf het verschil tussen de Rabobank en de voer- coöperatie waarvan hij lid is: 'Het is moeilijk om een kredietcoöperatie een handvat te geven.' Voorzitter Meijer vult aan: 'Als agrariër voel je je verwant met de opbouw van de coöperatieve bewe ging, maar het wordt moeilijker om dat vast te houden. Jongeren kijken naar an dere zaken. Toch hebben we een voor sprong en die moeten we zien te behou den door liet gevoerde beleid goed op jongeren over te dragen.' WORSTELING De wending die het gesprek heeft genomen, brengt plaatsvervangend voorzitter Mersmann ertoe te wijzen op een toespraak die de voorzitter v an de Raad van Beheer W. Meijer niet lang ge leden heeft gehouden voor het Instituut voor Landbouwcoöperatie in Gelder land, Overijssel en Flevoland. Ook daar in komt de jongerenproblematiek aan de orde. Duidelijk is dat bij de landbouw coöperaties, zoals onderzoek door de Nationale Coöperatieve Raad heeft uit gewezen, sprake is van een veel sterke re binding van juist de jongeren met de coöperatie. Dit dus in tegenstelling tot de situatie bij de Rabobanken, hoewel daar zeker ook geen reden is tot doem denken. Ook uit andere geluiden blijkt dat de nieuwe voorzitter van de Raad van Beheer zich mag verheugen in een nauw lettende belangstelling bij zijn optreden in den lande. Hoewel het commentaar van het be stuur van de Rabobank Losser zeker niet gespeend is van kritiek, klinkt daarin ze ker ook een grote waardering door voor de worsteling van de 'Utrechtse' Meijer met de betekenis van de coöperatie, nu en in de toekomst. Bestuur en directie hebben er vanuit de eigen praktijk blijk baar al veel in herkend en wegen dat af tegen eigen ideeën over de kracht van de coöperatieve gedachte. HALF WERKGEBIED Enigszins nieuwsgierig geworden, brengen we aan het eind van ons bezoek de concurrentiepositie van de bank Los ser nog even ter sprake. Alle mogelijke concurrenten zijn in het werkgebied te v inden. In hoeverre wordt de coöpera tie als een pré door directie en bestuur ingezet? 'Coöperatie! dienen is onze be langrijkste doelstelling', stelt commer cieel directeur Winkelman. 'Met ande re woorden: wc beogen eerder een goede bank voor veel leden, dan een sterke bank voor weinig leden te zijn.' Zijn woorden worden onderstreept door een balansgroci van 25% in een jaar tijd. 'Eigenlijk hebben we maar een half werkgebied...' Bestuurder Betlem: 'We beleqqen wel eens een vergadering /onder directie. Bank&Bestuurder Je jaargang nummer 22

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Bank & Bestuurder' | 1994 | | pagina 22