'Als de bacil je eenmaal te pakken krijgt' Jaarlijks treedt een groot aantal nieuwe bestuurders toe tot het bestuurderscorps van de Rabobank. De variëteit in achtergrond en opleiding is aanzienlijk groter dan in het verleden. Nieuwe bestuurders worden geconfronteerd met een organisatie die zij tot dan toe nog slechts van de buitenkant kenden. Hoe bereiden zij zich voor op hun nieuwe functies en wat komen ze daarbij tegen? Wij spraken met twee 'jonge' bestuurders. ij de Rabobank Fijnaart moest in 1992 een vacature in de raad van toezicht worden opgevuld. Het oog van de colleges viel op de heer A.J.M. Brooijmans 1944), die als hoofd buitendienst van Cebeco Zaden goed be kend was bij de boeren in het westelijk deel van Noord-Brabant en ook vanuit zijn agrarische achtergrond en maat schappelijke functies een prima kandi daat leek. Hij werd gevraagd en stemde toe. De algemene vergadering benoem de hem en hij werd lid van de uit drie Blom: 'Dc meerder heid weet niet eens dat we een coöperatie zijn. personen bestaande raad van toezicht van de bank. De bank Fijnaart hield be gin dit jaar op te bestaan als gevolg van de fusie met de Rabobank Noord-West- hoek. Thans vervult de heer Brooijmans een functie in het bestuur van deze bank. 'Als ik een dergelijke benoeming aanneem, sta ik er ook voor de volle 100%achter', aldus Brooijmans, die ze ker in het eerste jaar van zijn lidmaat schap aanzienlijk meer tijd in zijn bank investeerde dan waarvan hij oorspron kelijk was uitgegaan. 'Ik denk dat ik in dat eerste jaar zo n 20 dagen aan de bank heb besteed. Ik weet dat dat veel is, maar ik heb nu eenmaal de instelling dat ik direct mijn rol wil oppakken en niet aan de kant wil blijven staan totdat ik vol doende aan de functie heb geroken.' In dat eerste jaar woonde Brooijmans de in troductiedag voor nieuwe bestuurders in Utrecht bij en volgde de drie basismo dules en drie vervolgconferenties. Daar mee behoort hij ongetwijfeld tot de groot-afnemers van het opleidingenpak ket van Rabobank Nederland. Hijzelf vindt dat hij veel profijt heeft gehad van deze intensieve introductie. 'Vergeet niet dat onze bank in een fusiegesprek was. We waren maar een kleintje met ons balanstotaal van f 60 miljoen in ver gelijking met de veel grotere bank Noord-Westhoek. En hoewel ik geen lid was van de fusiecommissie, wilde ik wel precies weten wat de consequenties wa ren voor onze bank en onze leden. Ik had bovendien veel gemak van de opleidin gen. je krijgt daardoor een veel bredere blik en meer gevoel voor de verhoudin gen binnen de organisatie. En na verloop van tijd begin je te merken dat je bent aangestoken door een bacil waardoor je veel plezier krijgt in het besturen.' VERGADEREN OP AFSTAND Bij de Rabobank Leiden en Oegst- geest trad in 1991 drs. A.J.M. Blom toe tot het bestuur. In zijn dagelijks leven is hij secretaris-penningmeester van de Vereniging van Bloemenveilingen in Ne derland. De coöperatieve bedrijfsvorm is hem dus niet vreemd. Tot zijn verras sing werd hem na enige maanden het voorzitterschap van het bestuur aange boden als gevolg van het opstappen van de zittende voorzitter. Hij aanvaardde deze functie en heeft daar tot nu toe geen spijt van gehad. De 44-jarige Blom leidt thans een bestuur van louter 'nieuwe- B a n k <£g B c s t u u r cl c r 3 c jaargang nummer 2 8

Rabobank Bronnenarchief

T05 | 1994 | | pagina 8