Naar een vernieuwd stelsel van interne financiële verhoudingen Een jarenlang vol te houden pro gramma van kostenbeheersing en procesverbetering gecombineerd met het opvoeren van de commerciële slagkracht; dat zijn in bancair opzicht de uitdagingen voor de Rabobankorganisa- tie op weg naar het honderdjarig be staan. Rik van de organisatie-onderdelen, de lokale banken zowel als Rabobank Nederland, hebben in dit programma hun eigen bijdrage te leveren aan een ge zonde ontwikkeling van de drie bancai re kerngrootheden: liquiditeit, solvabi liteit en rentabiliteit. De besturing van deze klassieke driehoek geschiedt onder het regime van de zogenoemde interne financiële verhoudingen. In hun huidige vorm worden deze verhoudingen op be langrijke punten gekenmerkt door de marktomstandigheden uit de jaren ze ventig en tachtig: de lokale banken stel len hun overliquiditeit ter beschikking aan Rabobank Nederland. Van de renta biliteit van de aangesloten banken wordt een deel afgestaan aan het - in opbouw zijnde (internationale) centrale bank bedrijf en via een afslag op de zoge noemde a-rente wordt op een tamelijk ondoorzichtige wijze een gedeelte van de kosten aan de lokale banken door belast. De laatste jaren hebben zowel Rabobank Nederland als de lokale ban ken ontwikkelingen doorgemaakt die vragen om een herbezinning op deze uitgangspunten. Het structureel ach terblijven van de middelengroei bij de toename van de kredietverlening heeft een einde gemaakt aan de comfortabe le liquiditeitspositie van de lokale ban ken. Via het instrument van de onder handse leningen zijn zij ten opzichte van Rabobank Nederland van aanbieders tot vragers van liquiditeit geworden. Via de toegang tot de professionele financiële markten kan Rabobank Nederland aan deze behoefte voldoen en haar bankbe drijf heeft inmiddels op het punt van rentabiliteit en daarmee van de mo gelijkheden om dc eigen groei te finan cieren forse vooruitgang geboekt. En ten slotte is de gemiddelde vergoeding voor toevertrouwde middelen dicht ko men te liggen bij de renteniveaus van de professionele financiële markten. On der die omstandigheden is het van be lang dat de lokale banken ook in de ver houding met Rabobank Nederland, met In de komende cvclus van voor jaarskringvergaderingen zullen w ij de voorstellen voor vernieuwing nader met elkaar kunnen bespreken. Bancair technisch is het zeker geen gemakke lijke materie. Het is daarom goed te weten dat de Beleidsvoorbereidings- commissies Bedrijfsvoering Grote en Kleine Banken zich diepgaand met het onderwerp bezighouden. De reacties uit die kring bevestigen mij in het ver trouwen dat de technische uitwerking die aan de voorstellen is gegeven, de bestuurlijke bedoeling ervan daadwer kelijk ondersteunt. Want daar gaat het om: een volwassen, zakelijk en door zichtig bestel van financiële verhou dingen, dat in het bijzonder ook de lo kale banken maximaal zelfstandig in staat stelt de eigen verantwoordelijk heid voor een zo goed mogelijke ban caire prestatie ook in coöperatieve zin in het eigen werkgebied te ver wezenlijken. DR. W.M. VAIM DEN GOORBERGH lid Hoofddirectie name als het gaat om hun tegoed in re kening-courant, de juiste prijssignalen krijgen. Voor verstorende elementen als gevolg van rentabiliteitsoverheveling en kostendoorbelasting is dan geen ruimte meer. Er is dus alle aanleiding de inter ne financiële verhoudingen aan de ge wijzigde omstandigheden aan te passen. Daarbij zal van de gelegenheid gebruik worden gemaakt om de regelingen te vereenvoudigen en verder te objective ren door zoveel mogelijk aan te sluiten bij voor iedere bankier relevante exter ne factoren, zoals de feitelijke renteni veaus op de professionele geld- en ka pitaalmarkt en de liquiditeits- en solvabiliteitsrichtlijnen van De Neder- landsche Bank. Dat past naar ons oor deel bij een volwassen en zakelijke rela tie tussen Rabobank Nederland en de bij haar aangesloten banken. Ba nk&Be stuur der 5 e jaargang nummer 1 7

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Bank & Bestuurder' | 1994 | | pagina 7