staan. Van het personeel is voorts 77% van mening dat de Rabobank tot de sterkste banken van de wereld moet worden gerekend. Onder bestuurders is 81 die mening toegedaan. Een tendens die uit het algemene gedeelte van het onderzoek naar voren komt, is dat de bestuurders de Rabobank grosso modo aanzienlijk rooskleuriger en daardoor wellicht minder kritisch be kijken dan de medewerkers. BANK VOOR PARTICULIEREN EN BEDRIJVEN Hit de uitkomsten komt ook naar voren dat de bestuurders over het alge meen een wat steviger beeld hebben van de Rabobank als bank voor particulieren en bedrijven dan het personeel. In ver gelijking met de personeelsenquête van 1989 is het personeel met name minder positief gaan denken over de Rabobank als particulierenbank. De bestuurders hebben klaarblijkelijk minder aanleiding lijke en de particuliere markt wordt ge voerd. Wel worden kanttekeningen ge plaatst bij de reactiesnelheid op de ont wikkelingen in beide markten. COÖPERATIEVE BANK Uit de resultaten blijkt dat de bele ving onder personeel en bestuurders van de Rabobank als coöperatieve bank niet onverdeeld positief is. Hoewel maar liefst 50% van de bestuurders en 40% van de medewerkers ervaren dat de coöperatieve gedachte niet echt cen traal staat in het doen en laten van de Rabobank, vindt toch zo'n 90% van de bestuurders en zo'n 80% van het per soneel dat er sprake is van een sterke binding met de lokale gemeenschap. Ook onderkent 90% van de bestuur ders en 83% van het personeel het be lang van de lokale zelfstandigheid. In te genstelling hiermee wordt de stelling dat de Rabobank zich vanwege haar coöperatieve karakter positief onder- Een spiegel verhult niets. gezien om hun beeld op dit punt bij te stellen. De bestuurders hebben een goed beeld van de Rabobank als bank voor particulieren. Dit geldt ook voor de co- operatieve stelling dat de Rabobank ook in moeilijke omstandigheden lang achter de leden blijft staan: 87% van de be stuurders is deze mening toegedaan. Verder blijkt dat de bestuurders een overwegend positief beeld hebben van het commercieel beleid dat op de zake- scheidt van de concurrentie, veel min der algemeen gedeeld. Zowel onder het personeel als onder de bestuurders lijkt een wat negatieve en versluierende werking uit te gaan van het gebruik van het woord 'coöperatief' in de vraag stelling. Uitvloeisels van het coöpera tief karakter, zoals bijvoorbeeld het belang van de band met de lokale ge meenschap, worden daarentegen wel goed herkend. INTERNE COMMUNICATIE In tegenstelling tot de beleving on der het personeel kan de beleving van de interne communicatie onder bestuur ders ronduit goed worden genoemd. Zij tonen zich bijzonder tevreden over zo wel de mondelinge als de schriftelijke in formatievoorziening, die volgens de meesten bovendien als tijdig kan worden aangemerkt. Het personeel was met na me op het punt van de mondelinge in formatievoorziening aanzienlijk minder tevreden. Uil de cijfers blijkt verder dat niet veel meer dan de helft van de be stuurders van mening is dat Rabobank Nederland de noodzaak van veranderin gen goed duidelijk maakt. Van de perso neelsleden vindt zelfs slechts eenderde dat dit het geval is. lussen personeel en bestuurders is een groot verschil in beleving als het gaat om de vraag of de stem van de me dewerkers wordt meegewogen bij het ontwikkelen van (plaatselijk) beleid. Medewerkers vinden dat dit bepaald on voldoende gebeurt, terwijl bestuurders daar veel positiever over denken. GROTE UITDAGINGEN De uitkomsten van de enquêtes, verdere uitsplitsing en analyse, leveren naast veel inzicht ook tal van vragen op. Zeker is dat er grote uitdagingen lig gen, zowel voor Rabobank Nederland als voor de lokale banken. Dankzij de resultaten van deze identiteitsonder zoeken, is het beeld dat wij van 'onze' Rabobank hebben, nu scherper ge steld. Dit soort gegevens zal ook op lo kaal niveau moeten worden vertaald en geïnterpreteerd. Op grond van de eigen unieke situatie zullen ver volgens conclusies moeten worden ge trokken. Deze discussie en bet doen re aliseren van verbeteringen in kennis, houding en/ol gedrag behoren beslist tot het aandachtsgebied van bestuur ders en management. De onderzoeks resultaten tonen aan dat hieraan in de komende tijd meer aandacht moet worden besteed. Ban k&Be st u u r d e r 3 e jaargang nummer 1 6

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Bank & Bestuurder' | 1994 | | pagina 6