Komt ouderdom met gebreken?
jaargang numi
]n januari publiceerde Het Financieele
Dagblad een lezenswaardige schets
van de Rabobank, geschreven door de
journalist H. Hamen. Onder de weinig
aangename kop 'Ouderdom komt bij de
Rabobank met gebreken' gaf hij in vijf
artikelen zijn visie op de Rabobank.
I laencn heeft zijn werk, in vrije nieuws
garing, goed gedaan. Hij geeft een juist
beeld van onze structuur, doelstellingen,
onderlinge verhoudingen en sterke en
zwakke kanten, tigenlijk is het verwon
derlijk dat er buiten de organisatie zo
veel bijna inside-informatie over de
Rabobank blijkt te bestaan. Haenen kan
niet worden betrapt op feitelijke on
juistheden, of het moet die merkwaar
dige bewering zijn die we overigens va
ker in externe publikaties lezen dat in
de fusieonderhandelingen tussen Inter
polis en Avéro Centraal Beheer, de
plaatselijke banken Rabobank Nederland
zouden hebben teruggefloten. Als we
deze onjuistheid even negeren, dan kun
nen we rustig stellen dat Haenen een
boeiende en lezenswaardige analvse
heeft gegeven. Hij beschrijft de beken
de knelpunten, zoals het duurder wor
den van de spaarmiddelen, de stijgende
kosten en de verhevigde concurrentie
binnen het bankwezen. Maar ook gaat hij
in op onze interne besluitvormingspro
cedures en de verhoudingen binnen on
ze organisatie. In zijn ogen hebben we
onze huidige sterke positie voor een be
langrijk deel te danken aan die structuur
en de wijze waarop we met elkaar om
gaan. Tegelij-
vraagt hij zich af of we de uitdagingen
van vandaag en morgen nog wel aan
kunnen als we die structuur handhaven.
Of we, met andere woorden, wel snel
en adequaat genoeg kunnen reageren op
externe ontwikkelingen en of het niet
nodig zal blijken dat 'Utrecht' het meer
voor het zeggen krijgt. Centralisatie van
de zeggenschap derhalve. En passant
schetst hij ook het dilemma waarin de
organisatie is geraakt om ook in deze tijd
een antwoord te kunnen geven op een
eigentijdse invulling van de coöperatie
ve gedachte. De artikelenreeks drukt
waardering uit voor de Rabobank, waar
van Haenen stelt dat zij, ondanks alle
problemen en spanningen, een van de
meest solide banken van de wereld blijft,
met een uitzonderlijk sterke positie op
haar thuismarkt. Maar, zo voegt hij daar
aan toe, in een snel veranderende om
geving is ook deze goede uitgangspositie
kwetsbaar.
Dat Haenen zich goed heeft geïn
formeerd, valt niet te ontkennen. Maar
schetst hij echt het beeld van de Rabo
bank anno 1994? Daaraan mag worden
getwijfeld. De vele bedreigingen die hij
aangeeft, zijn door ons al onderkend en
in de organisatie uitgedragen. We hoe
ven maar te verwijzen naar de toespraak
van Wijffels in de Centrale Kringverga
dering in het najaar van 1992, toen de
eenachtste operatie werd aangekondigd,
of naar zijn toespraak in de Algemene
Vergadering in 1993, toen hij het scena
rio tot aan het eeuwfeest van onze orga
nisatie in 1998 schetste, de bekende
tien-punten toespraak. Ook Meijer heeft
er in zijn optreden tot nu toe geen ge
heim van gemaakt dat hij het van het
grootste belang acht dat de organisatie
zich fundamenteel bezint op haar co-
operatieve uitgangspunten. Hij noemt
dit een kwestie van noodzakelijke
legitimering.
Maar het is niet bij woorden ge
bleven. Het jaar 1993 is afgeslo
ten met een forse relatieve kos
tenreductie, mede mogelijk geworden
door een aanzienlijke personele krimp.
Er zijn programma's ontworpen om tot
een grotere efficiencv in de bedrijfsvoe
ring te komen en om de commerciële
kracht van de organisatie uit te diepen.
Er wordt fundamenteel nagedacht over
onze marktbewerking en ons distribu
tiebeleid. Dat zijn allemaal zaken waar
over we met elkaar hebben gediscus
sieerd en waartoe op het moment dat de
discussie was afgerond, in consensus is
besloten. Dat 'Utrecht er niet naar
streeft het voor het zeggen te hebben,
moge daarnaast blijken uit de voorgeno
men aanpassing van onze financiële ver
houdingen, uit de discussies over een
verbetering van onze interne dialoog en
misschien ook wel uit het voorgenomen
herontwerp van het Werkgebied Aange
sloten Banken. Ook een eigentijdse in
vulling van onze coöperatieve structuur
staat centraal op de agenda.
Haenen signaleert een groot aantal
obstakels die de Rabobank op weg naar
haar honderdjarig bestaan zal tegenko
men. Het is goed om er kennis van te ne
men. Ze zijn realistisch en houden ons
bij de les. Maar we zullen wel zelfde ant
woorden w illen geven op de manier die
bij ons gebruikelijk is, namelijk in sa
menspraak. Natuurlijk komt ouderdom
met gebreken. Maar als je kritisch bent
op je eigen conditie en niet bang bent om
at en toe in de spiegel te kijken, zoals ook
Meijer in zijn bijdrage in deze aflevering
stelt, dan kun je een 'vitale hoogbejaar
de' blijven.
ROOSEN