(laar in 1977 directeur. Eind 1982 kw am hij in die hoedanigheid naar Zeist. Net als iedere Rabobank heeft ook de Rabobank Zeist met haar 106 mensjaren en een balanstotaal van f 550 miljoen haar eigen unieke verhaalVos kan daar over meepraten. Hij vertelt hoe in de ja ren zeventig de Centrale Boerenleenbank in rap tempo banken stichtte in het w erk gebied van diverse Raiffeisenbanken. Zo kreeg de Railteisenbank Driebergen die ook in Zeist een vestiging had, een zusje aan de Boerenleenbank Zeist. Toen de 'grote lusie' doorgang vond, werden bei de geacht samen te gaan. Maar tussen het kleine Boerenleenbankje (toen 10 mil joen) en haar oude grote broer 150 miljoen) w as al een groot wantrouwen gegroeid. Het had nog heel wat voeten in de aarde voor de fusie een aantal jaren la ter een feit werd. 'Vooral het verschil in marktbenadering was een lastig breek punt', weet Vos zich te herinneren. 'De Boerenleenbank was veel minder terug houdend in haar kredietverlening en be perkte zich bepaald niet tot de particu lieren en het agrarische bedrijfsleven.' SLAAPSTAD Anno 1994 heeft de Rabobank Zeist een zeer divers cliëntenbestand met een stevige kern van zo'n 500 leden uit allerhande bedrijfstakken. 'Sommigen noemen Zeist een slaapstad', zegt Vos, 'maar we hebben een bloeiend MKB met een dienstverleningssector die uiteenlo pende ondernemingen herbergt zoals computerservice-bedrijven, conleren- tie-oorden en dergelijke.' Dit veelzijdi ge w erkgebied vindt een weerspiegeling in de beheerscolleges. Het aantrekken van nieuwe leden daarvoor vindt plaats op basis van een profielschets en een eer ste kandidaatstelling door de directie. Luhrman geeft aan dat voor bestuurs functies met name wordt gekeken naar personen met managementervaring, terwijl de raad van toezicht vooral een goede afspiegeling moet blijven van het gehele werkgebied. Gedrieën geven de heren overigens te kennen dat ook de Rabobank Zeist een lange cultuur kent van 'doorschuiven' in functie van de raad van toezicht naar het bestuur. Momen teel telt de raad van toezicht zes leden, het bestuur telt er vijf. De raad van toe zicht vergadert 4 keer per jaar, het be stuur 1 2 keer, terwijl daarnaast nog 2 keer gecombineerd wordt vergaderd. 'Toen ik aantrad als voorzitter van de raad van toezicht', vertelt Knottnerus, 'waren alle vergaderingen gecombi neerd. Ik zag de raad liever wat meer op afstand. We zijn toen direct begonnen gescheiden te vergaderen. Nu houden we ons echt bezig met hoofdlijnen. De kwartaalcijfers zijn een belangrijke kap stok. De rapportage van de Accoun tantsdienst is vanzelfsprekend een aan dachtspunt en verder agenderen we nog een of twee grote items, zoals recent EDAB. De gecombineerde vergaderin gen staan meer in het teken van het ves tigingsbeleid, het beleidsplan, de begro ting en dergelijke.' 'Met name bij een zw aar agendapunt als het vestigingsbe leid kruipen we heel dicht naar elkaar toe'vult Vos aan. BIJ DE LES HOUDEN Als we dieper ingaan op de rol van het bestuur en de afstand tot het linan eieren, merkt de door de wol geverfde voorzitter tussendoor terloops op 'dat het allemaal wel zal gaan veranderen als ik weg ben'. Duidelijk is dat de werk wijze die hij met z'n bestuur volgt, stoelt op jarenlange ervaring en in de praktijk gerijpte inzichten. Daarbij voelt hij zeer wel aan dat de huidige tijd om bijstellin gen vraagt. 'We zitten als bestuur dicht op de financieringen. Dat geldt niet zo zeer bij de verstrekking, maar meer bij de nazorg. We krijgen een uitgebreide terugrapportage met betrekking tot de overstanden en de verliesrisico's. Daar naast hebben we, via de Financierings commissie, de vinger aan de pols van de niet-gemandateerde kredietverlening. Ik denk dat meer dan 30% van onze tijd daarmee is gemoeid en besef dat het ei genlijk minder zou moeten.' De voor zitter geelt echter volmondig toe aarze lingen te hebben om meer afstand in te bouwen. Vanuit een historische achter grond. Er zijn lessen uit verleden 'een stukje sentiment ook' waardoor hij dat persoonlijk niet verstandig zou vinden. Enerzijds is het een instrument om de directeur bij de les te houden, anderzijds staat de directeur sterker, bijvoorbeeld richting Rabobank Nederland, doordat hij het bestuur nadrukkelijk aan zijn zij de weet. Directeur Luhrman van zijn kant geeft aan niet al te zwaar te tillen aan de huidige invulling van de terug rapportage. 'De klankbordlunctie ervan stel ik zeker op prijs', verklaart hij, 'maar ik zie ook de sterk toegenomen kwaliteit van ons beoordelingsapparaat. We hebben de zeel van een goed rela tiebeheer, we hebben een 'platform goedkeuring financieringen', daarnaast komt iedere post voor een paraaf bij mij als eindverantwoordelijke voor de sec tor Bedrijven langs.' AFSTAND NEMEN Bestuursvoorzitter Vos is realist ge noeg om de kracht van dergelijke argu menten te onderkennen: 'Natuurlijk zullen we ons als bestuur niet gaan ver zetten als ons wordt gevraagd meer af stand te nemen van operationele zaken zoals financieringen; per slot van reke ning volgen we de voorstellen van de di rectie op dit terrein nu al voor 99%. We moeten echter wel de mogelijkheid tot klankborden openhouden.' Voor het manshoge vignet van Je bank: Jr. ir. M.P.M. Vos (I), ir. N.M. Knottnerus m) en algemeen directeur T. Luhrman B a n k&B e s t u u r d e r 3 e jaargang nummer 2 21

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Bank & Bestuurder' | 1994 | | pagina 21