Bestuurder en aansprakelijkheid
Reden voor onrust?
Maatschappelijke ontwikkelingen slaan neer in wet- en regelgeving. De bestrijding
van het witwassen van 'crimineel' geld is daarvan een sprekend voorbeeld. Omdat ban
ken daarbij een cruciale rol kunnen vervullen, richt de aandacht van de wetgever zich
ook - en naar het schijnt nadrukkelijker dan voorheen - op het bankwezen. Steeds va
ker worden de banken geconfronteerd met verplichtingen. Heeft deze regelgeving ook
consequenties voor de bestuurlijke verantwoordelijkheid? Wij spraken hierover met
mr. T.H.M. Schijf, directeur en hoofd van het Directoraat Juridische en Fiscale Zaken.
a twintig jaren als bedrijfsjurist
werkzaam te zijn geweest bij de
tBSÉ Koninklijke/Shell Groep, volgde
de heer Schijf ruim een half jaar geleden
jaar mr. C.J.B. Ebeling op als hoofd van
het Directoraat Juridische en Fiscale Za
ken. Tevens werd hij benoemd tot secre
taris van de Hoofddirectie, tot dan toe
binnen Rabobank Nederland een onge
bruikelijke combinatie. Schijf hierover:
In de besluitvorming binnen de organen
van Rabobank Nederland spelen juridi
sche aspecten een steeds belangrijker rol.
Door mijn dubbelfunctie ben ik in staat
tijdens de vergaderingen van de Raad van
Toezicht, de Raad van Beheer en de
Hoofddirectie de juridische en fiscale as
pecten toe te lichten, zodat deze direct
kunnen worden meegenomen in de uit
eindelijke besluitvorming. Dit betekent
tijdwinst en een efficiënter proces.'
SHELL EN RABOBANK: VEEL
OVEREENKOMSTEN
De overgang van Shell naar de Ra
bobank schetst Schijf als een soepel pro
ces. 'Er zijn veel overeenkomsten tussen
beide ondernemingen, niet zozeer in de
bedrijvigheid zelf alswel in de bedrijfsfi
losofie. Shell is een bedrijf waar de werk
maatschappijen een grote mate van au
tonomie kennen. Ik heb er zes functies in
binnen en buitenland vervuld, waar ik
steeds heb kunnen profiteren van eigen
verantwoordelijkheden en voldoende
vrijheid om zelf het beleid uit te voeren.
Ik zie in dat opzicht zeker parallellen met
de Rabobank. Ik teken daarbij overigens
wel aan dat autonomie, ol dat nu bij Shell
is of bij de Rabobankorganisatie, goede
coördinatie op een centraal niveau be
hoeft. De snelle ontwikkelingen op com
mercieel, technologisch en maatschap
pelijk gebied nopen daartoe. Coördinatie
schept de noodzakelijke samenhang op
decentraal niveau en de ruimte voor het
vormgeven van eigen beleid.'
STEEDS MEER REGELS EN
VOORSCHRIFTEN
Het bankwezen wordt de laatste ja
ren steeds meer geconfronteerd met
wet- en regelgeving die een directe in
vloed hebben op het gedrag van de ban
ken. Enige jaren geleden werd de zoge
noemde renseigneringsplicht opgelegd,
waardoor het bankwezen aan de belas
tingdienst opgave dient te verstrekken
over aan cliënten uitbetaalde rente. Ook
in de strijd tegen het witwassen van geld
vervult het bankwezen een centrale rol.
In 1992 werd het (meewerken aan) wit
wassen van geld strafbaar gesteld, in
1 994 zullen de bepalingen voor identifi
catie worden aangescherpt en zal er een
meldingsplicht komen voor 'ongebrui
kelijke' transacties die kunnen wijzen op
het witwassen van crimineel geld. Deze
zogenoemde Wet M.O.T. is op 1 febru
ari in werking getreden. Schijf ziet dit als
een onvermijdelijke consequentie van de
maatschappelijke rol die het bankwezen
vervult: 'We worden inderdaad gecon
fronteerd met een stortvloed van regel
geving vanuit de overheid. We zullen er
zorg voor moeten dragen bepaalde ont
wikkelingen tijdig te signaleren en maat
regelen te treffen om niet verrast te wor
den door de eisen die de overheid ons op
dat terrein oplegt. Ook op het terrein
'/A vind het niet op
zijn plaats dat een
qoede bestuurder zich
zoraen waakt
B a n k <£l B e stuurde r 3 e jaargang nummer 2 6