29.285
26.332
0
665
1978
7,1*
5,6
5,2
30.365
27.419
0
744
2052
9,1
7,1
8,1
bij het kringbestuur de opvatting gerijpt,
dat de coöperatie een maatschappelijk
verschijnsel is, dat naast economische
ook andere doeleinden zou moeten na
streven. In de tegenwoordige tijd wor
den leden bij hun bedrijfsvoering met
een steeds ingewikkelder regelgeving op
allerlei gebieden geconfronteerd. Er
dient bij wijze van experiment een le
denservice te worden georganiseerd,
waarbij gratis en dus laagdrempelige (te
lefonische) ondernemingsadviezen wor
den verstrekt in de 'eerste lijn hulp'; een
soort ANWB-ledenservice of EHBO op
juridisch, fiscaal en sociaal-economisch
gebied. We geven onze relaties op hun
terrein van ondernemen advies en daar
mee ligt de bijbehorende naam nu al
voor het grijpen: Relatie Advies Bij On
dernemen.
Zoals bijna een eeuw geleden in
Lonneker de eerste kredietcoöperatie
werd geboren, zal binnenkort de beval
ling moeten plaatshebben van haar ach
terkleindochter: de krediet- en kennis
coöperatie.
Kan dit idee misschien een bijdrage
leveren aan een eerste praktische beant
woording van één van de kernv ragen van
de heer Meijer? Als het aan het bestuur
van de kring Twente ligt wel.
De voetsporen van Raiffeisen vol
gend, lijkt het me thans niet voldoende
te kunnen zeggen 'resultaten Rabobank:
ronduit bevredigend', maar dient dit
blijvend te worden aangevuld met 'leden
Rabocoöperatie: iedereen tevreden'.
Punt uit.
mr. W.C.M. Gaalman
voorzitter krinq Twente
FEITEN EN CIJFERS
Zowel voor de aangesloten banken
als de Rabobankorganisatie als geheel
valt 1993 te karakteriseren als een jaar
met een beheerste groei en een mede
door kostenmatiging gunstige ontwik
keling van het bedrijfsresultaat. Ondanks
het feit dat de Nederlandse economie
vrijwel niet groeide, was de toename van
de kredietportefeuille van de gezamen
lijke plaatselijke banken vergelijkbaar
met die in 1992. De zakelijke krediet
verlening steeg minder dan de laatste ja
ren gebruikelijk was. Vooral de groei bij
de agrarische bedrijven was met 3 (6)%
beperkt, terwijl ook de toename bij de
handel, industrie en dienstverlening
KERNCIJFERS GEZAMENLIJKE AANGESLOTEN BANKEN
Medewerkers
aantallen
mensjaren
Banken
fusies
aantal banken
aantal vestigingen
Tarieven
basistarief bestaande
variabele leningen
kapitaalmarktrente
geldmarktrente
Mutatie t.o.v.
1 januari 1994
222
207
Januari 1994 Januari 199 3
11
0,1
0,2
per 1 februari gewijzigd in 6,7%
(Bron: Rabobank Nederland, Financieel Economisch Beheer)
plus 7 (9)% - niet zo uitbundig was als
vorig jaar. Per saldo steeg de uitstaande
zakelijke kredietverlening, met inbegrip
van de bij de Rabohypotheekbank on
dergebrachte financieringen met 5,5
(7,5)%. De particuliere woningfinan
cieringen lieten een omgekeerd beeld
zien, vooral door een explosieve groei
van de markt als geheel. De kredietver
lening aan particulieren groeide daar
door met 8,5 (6,5)%.
De aanwas van de toevertrouwde
middelen bleef met 2 (4)% duidelijk
achter bij de groei van de kredietporte
feuille. Onder meer het gunstige beleg
gingsklimaat was daarop van invloed. Bij
de spaarmiddelen verdubbelde de om
vang van het tegoed op de Rabobank
Rendement Rekening tot 35 miljard.
Dit ging ten koste van deposito's en tra
ditionele laagrentende overige direct
opvraagbare spaar vormen. De in reke
ning-courant aangehouden tegoeden na
men fors toe.
Na enkele jaren van bescheiden
groei steeg het brutoresultaat van de ge
zamenlijke plaatselijke Rabobanken met
14,5 (2,5)%. Ondanks enige vertraging
in de batengroei verbeterde de
baten/lastenverhouding. De druk op de
rentemarge hield aan, door de verder
doorzettende trend van relatief steeds
duurder wordende toevertrouwde mid
delen. De provisie-inkomsten daarente-
gen ontw ikkelden zich voorspoedig, met
name vanwege forse stijgingen van de
provisies uit hoofde van kredietverle
ning, effectenbemiddeling (gunstige
beursklimaat) en betaaldiensten.
Van nog grotere invloed was het in
gezette kostenmatigingsbeleid. De las
ten namen daardoor met slechts 3
(9,5)% toe. Vooral de reductie van het
personeelsvolume met 1.062 (+44)
mensjaren droeg daaraan bij, terwijl ook
de stijging van de overige lasten gema
tigd was.
Bank&_Bestuurdcr 3e jaargang nummer 2 5