NATIONAAL DEBAT OVER DE LANDBOUW Vanaf begin februari zijn boeren, tuinders, mensen uit onder meer de agribusiness, milieubeweging, consu mentenorganisaties en overheid voor een periode van zo'n anderhalfjaar op zoek naar perspectief voor de land- en tuinbouw en de agribusiness. Een brede maatschappelijke discussie het Natio naal Debat zal licht moeten gaan wer pen op een aantal wezenlijke vragen waarmee veel ondernemers, beleidsma kers en belangenbehartigers worstelen. Het initiatief ligt bij de Nationale Co- operatieve Raad en wordt gesteund door de hele agrarische sector en bijvoorbeeld ook door het ministerie van Landbouw en de Rabobank. De leiding en coördi natie van het Debat is belegd bij een stichting met de naam 'Ter Zake'. Voorzitter van de Hoofddirectie drs. H.H.F. Wijffels verleent hieraan als voorzitter van deze Stichting op per soonlijke titel zijn medewerking. Wijffels heeft in het recente verleden al diverse malen gewezen op de noodzaak voor de agrarische sector om de bakens in eigen huis fundamenteel te verzetten. Het Nationaal Debat richt zich niet alleen op de levensvatbaarheid van oude concepten, ook vragen over milieu, na tuur, landschap, eisen van consumenten en dierwelzijn komen aan de orde. Doel is nadrukkelijk ook het aanzien van de landbouw te verbeteren. De landbouw is onverminderd een van de belangrijk ste sectoren van onze economie. Prof.dr.ir. G. van Dijk, directeur van de NCR en secretaris van de stichting Ter Zake, zegt in 'Boerderij' het Debat te zien als een vernieuwende manier om het veranderingsproces te starten. De traditionele manier, waarbij een com missie van wijze mannen een probleem analyseert en met oplossingen komt, werkt volgens hem niet meer. 'Een be langrijk deel van het succes van het de bat valt en staat met de betrokkenheid van de boeren', aldus Van Dijk. (Boerderij, 11 januari 1994 SAMENWERKEN ALS DE BESTE W. Meijer, voorzitter van de Raad van Beheer, hield op 26 januari voor het Instituut voor Landbouwcoöperatie Gel derland, Overijssel en Flevoland een le zing over de coöperatie met als titel: Sa menwerken als de beste De coöperatie voortdurend in ontwikkeling. Meijer ging diepgaand in op de toekomst van de coöperatie, de vitaliteit in relatie tot de huidige tijdgeest en de oplossingsrich tingen. Hij hield zijn gehoor voor dat de coöperatie als bedrijfsvorm zeker niet tot verdwijnen is gedoemd. Zo toont on derzoek onder agrariërs bijvoorbeeld aan dat juist jonge boeren zich erdoor aangesproken voelen. 'De Gelderlander' deed een verslag van het optreden van de heer Meijer en vatte de strekking van zijn verhaal samen onder de intrigeren de kop: 'Coöperatie praat te laat over strategische keuze. Karakter vereniging volgens Rabo-topman vaak onderge sneeuwd door marketingbeleid'. Hierin komt de gedachte van Meijer tot uit drukking dat besturen en directies van coöperaties hun leden beter en in een eerder stadium duidelijk moeten maken in wat voor wereld ze leven. Het bieden van inzicht in wat er bijvoorbeeld op de afzetmarkt gebeurt en het ontvouwen van een visie daarop is cruciaal. Com municatie met de leden, die hedenten- dage ook calculerende burgers zijn ge worden, is van groot belang. 'Meijer bepleitte een soort reveil, waarbij meer aandacht wordt gegeven aan de coöpe ratie als vereniging en aan het lid als hoogste baas', aldus De Gelderlander. Aan het slot van zijn betoog liep Meijer een groot aantal mogelijkheden langs om de coöperatieve gedachte, zowel be drijfsmatig als voor het verenigingsdeel, opnieuw in te vullen. Een belangrijke conclusie w as dat ook het bestuur meer aandacht moet gaan schenken aan de toe gevoegde waarde van de verenigingskant van de coöperatie. (De Gelderlander, 21 januari 1994) OUDERDOM KOMT BIJ DE RABOBANK MET GEBREKEN Onder deze titel verschenen in Het Financieele Dagblad vijf artikelen over de Rabobank. In de artikelenreeks werd met name ingegaan op de noodzaak voor de Rabobank haar beleid drastisch te wij zigen om ook in de komende jaren haar ijzersterke uitgangspositie te handhaven. In ons hoofdredactionele commentaar op pagina 3 zijn wij ingegaan op deze ar tikelenreeks. (Het Financieele Dagblad, vanaf 12 januari 1994) REACTIES VAN LEZERS Bank &^Bestuurder wil ook uw visie op bestuurlijke zaken vernemen. Het blad wil immers een platform van discussie zijn. In deze rubriek nemen we graag uw reacties op. De primeur van deze nieuwe rubriek heft de voorzitter van de kring Twente, die pleit voor een eigentijdse, concrete invulling van de coöperatie. Uw reacties zijn welkom. PUNT UIT? In het interview met de heer Meijer in het januarinummer van dit blad lees ik dat we in zijn ogen nog niet toe zijn aan een bevredigende beantwoording van de door hem bij zijn aantreden ge stelde kernvragen en de daarmee sa menhangende invulling van de coöpera tieve gedachte. Daarnaast zegt de heer Meijer niet gerust te zijn over de uit komsten van het identiteitsonderzoek onder bestuurders: de helft vindt niet dat de coöperatieve gedachte centraal staat in ons doen en laten. Mijn vraag is nu: welke coöperatieve gedachte? Als bestuurders een afspiegeling vormen van onze leden, en dat neem ik gemakshalve aan, rolt het coöperatieve Rabodubbeltje volgens de helft van on ze leden thans op z'n kant. Coöperatie ve denkbeelden in de huidige tijd zijn echter niet alleen meer in dubbeltjes en kwartjes uit te drukken, maar juist in datgene waarin onze bankorganisatie ten opzichte van de anderen uniek is: we hebben een groot ledenbestand. Welke rol speelt de coöperatieve kredietorganisatie in de financieel-eco- nomische markt van vandaag, waarin spaarderscoöperaties in verschillende vormen als paddestoelen uit de grond schieten en de tijd van goedkope spaar gelden definitief lijkt te zijn vervlogen? De inhoud van het begrip coöpera tie dient telkenmale te worden herijkt en daarmee ook het antwoord op de vraag wat onder een coöperatie moet worden verstaan. Globaal gezegd wer ken leden in coöperaties samen om be tere prijzen te kunnen krijgen voor hun gerede produkten of om hun bedrijfs middelen tegen een lagere prijs te kun nen inkopen. Het lid van een krediet coöperatie heeft een economisch belang: zo voordelig mogelijk zijn bedrijf(smid delen) te financieren. Het economisch belang staat thans nog steeds voorop. Wil de kredietcoöperatie als zodanig echter sterk blijven, dan zal ze zich naast de typisch bancaire belangen van de le den ook moeten richten op een toege voegde waarde. Maar hoe? Door het or ganiseren van kennis ten behoeve van haar leden. Mede in het licht van vragen, stel lingen en antwoorden tijdens het bezoek van de Raad van Beheer en de Hoofddi rectie aanTwente op 25 november j 1is Bank<&_Bestuuriler 3e jaargang nummer 2 14

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Bank & Bestuurder' | 1994 | | pagina 14