nen namens de Raad van Beheer te spre ken. Ik geloof namelijk stellig in de kracht van een collegiaal bestuur. Ik voeg daar nog aan toe dat onderlinge communicatie zuiver moet zijn, zakelijk en niet primair vanuit competenties of vanuit machtsdenken. Ook de beoogde opzet van de zogenoemde regiobezoe- ken gaat uit van 'luisteren naar elkaar'. De Raad van Beheer en de Hoofddirec tie willen met de leden van de banken, de bestuurders, de directeuren en hun medewerkers discussiëren over een aan tal fundamentele onderwerpen. In die discussies zal sprake moeten zijn van tweerichtingsverkeer.' De voorzitter van de Raad van Be heer vindt zijn primaire aanspreekpunt bij zijn medebestuurders in dat college en in de leden van de Hoofddirectie, met name in haar voorzitter. Meijer hecht daarnaast ook bijzonder veel waarde aan contacten met de medewerkers van de banken. Onder meer zijn voorzitterschap van de CAAR, de Commissie Arbeids- aangelegenheden Rabobankorganisatie, stelt hem in de gelegenheid op de hoog te te blijven van zaken die de medewer kers heel direct aangaan. 'Heel veel van wat er in de organisatie leeft - en met na me bij de medewerkers - komt daar sa men. De diepgaande veranderingen die we thans meemaken, raken de mede werkers op een heel vitale wijze. Ik vind dat we als bestuurders zowel centraal als lokaal - de opdracht hebben om ook open te staan voor communicatie met onze medewerkers. In de dagelijkse werkverhoudingen heeft het manage ment vanzelfsprekend de primaire ver antwoordelijkheid daarin, maar dat hoeft een eigen vorm van belangstelling van uit het bestuur niet in de weg te staan. Ik ben ervan overtuigd dat deze belang stelling van de lokale beheersorganen ook het management kan ondersteunen. Met het management kan de bestuurder aandacht schenken aan de interne com municatie, de sociale verhoudingen en dergelijke. Het bestuur moet niet alleen belangstelling aan de dag leggen voor de behaalde resultaten, maar ook voor de wijze waarop die binnen onze werkge meenschap zijn bereikt. Ik denk dat het ook goed is dat een voorzitter van een bestuur regelmatig praat met de Onder nemingsraad of met een personeelsdele- gatie, om een toelichting te geven op de bestuursopvattingen over de gang van zaken. Dat kan ook een directeur goed helpen. In dat opzicht dient er een goed samenspel te zijn tussen bestuur en di rectie en geen krampachtige verdediging van formele posities, want dat leidt slechts tot verstarring', aldus Meijer. Meijer is er bijzonder gelukkig mee dat Rabobank Nederland recent een aantal sleutelposities heeft kunnen be mannen met directeuren van plaatselij ke banken. 'In de samenstelling van het management van Rabobank Nederland is altijd naar een zekere balans gezocht, waarbij ook de ervaring vanuit onze banken een voorwaarde was. Zo kijk ik ook aan tegen de recente benoemingen binnen het Werkgebied Aangesloten Banken. Juist het WAB zal zich in de komende tijd moeten omvormen in de richting van een eigentijdse dienstver lener. De veranderingen die we daar zul len doorvoeren, moeten zijn afgestemd op de vragen die de banken in de ko mende jaren aan Rabobank Nederland zullen stellen. Dat betekent toch in het algemeen een grotere kwaliteit binnen de in omvang groeiende plaatselijke banken. Het WAB zal in een nieuwe structuur activiteiten dienen te ontwik kelen die op de nieuwe vraag zijn afge stemd. En ik vind het een goede zaak dat we binnen het WAB een krachtige ver tegenwoordiging hebben vanuit de plaatselijke banken.' In het voorjaar 1994 zal binnen de organisatie de discussie over de Signa tuur van de Rabobank meer in het open baar worden gevoerd. Op dit moment vinden intern bij banken en bij afdelin gen van Rabobank Nederland gesprek ken over dit onderwerp plaats. Meijer is niet ontevreden over de wijze waarop dezegedachtenwisseling verloopt: 'Het is geen onderwerp datje even tussen de bedrijven door behandelt. Ik kan me best voorstellen dat er voor een derge lijke aangelegenheid weinig ruimte en aandacht is, wanneer je als bank bij voorbeeld net in de slotfase van een fu siebespreking zit. Je moet er tijd en rust voor hebben. Maar het lijkt me absoluut noodzakelijk dat je af en toe het type ge sprek met elkaar hebt, dat in de brochu re over de Signatuur wordt bedoeld. Ze ker in deze tijd is het van het grootste belang hierin energie te steken. De ver houdingen waarin we nu moeten opere ren zijn zoveel scherper dat het belang rijk is stil te staan bij het authentieke vertrekpunt van ons handelen en van on ze coöperatieve doelstellingen. Het zal allemaal nog niet ideaal zijn verwoord, maar het gaat om een zaak die wat mij betreft tijd mag kosten.' Meijer kijkt tevreden terug op zijn allereerste jaar bij de Rabobank. De kos tenreductie die 1993 beheerste, heeft be vredigende resultaten laten zien. De weg naar boven lijkt te zijn ingeslagen. Meijer: 'In 1994 zullen we veel aan dacht moeten schenken aan een verster king van ons zelfbewustzijn. We zijn in derdaad op de goede weg met onze krimp-operatie, maar nu moeten we ver der de weg omhoog. En dat zal niet ge makkelijk zijn. maar we hebben wel be wezen dat we met elkaar nieuwe uitda gingen aan kunnen. We zijn met onze bank aan het einde van een ontwikke ling gekomen. Dat was een ontwikke ling van een bijna automatisch groeien in omvang en resultaat, met name als gevolg van onze goedkope funding. Die fase zijn we nu gepasseerd. We hebben een nieuwe inzet nodig om onze markt aandelen te verdedigen en dat vraagt veel van onze medewerkers, maareven- zeer op bestuurlijk niveau. In de ko mende tijd zullen we veel in onszelf moeten investeren. Vaak weten mensen nauwelijks waartoe ze in staat zijn, tot het moment dat het er echt op aan komt. Bijscholing is een basisvoorwaarde ge worden. Vroeger schoolde je jezelf bij om carrière te maken, nu is er sprake van een education permanente om ook op je eigen werkplek de ontwikkelingen te kunnen bijhouden. De thans in op bouw zijnde RabobankAcademie zal hierbij een belangrijke rol kunnen spe len. Samenvattend zie ik als de twee speerpunten voor het komende jaar: het personeelsontwikkelingsbeleid en een adequate interne en externe communi catie. Als we erin slagen deze speer punten tot een succes te maken, dan denk ik dat we met optimisme het jaar 1994 tegemoet kunnen gaan Contact met medewerkers van groot belang Directeuren plaatselijke banken bij Rabobank Nederland De Signatuurdiscussie: tijd voor nemen Education permanente Bank Bestuurder 3e jaargang nummer 1 pagina 7

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Bank & Bestuurder' | 1994 | | pagina 7