gemene vergadering van zijn bank. 'Ik heb niet de indruk dat wij als leden van de bank enige invloed hebben op de be handeling van de jaarstukken. Ik voel me daar ook weinig bij betrokken. Als je echt over dat agendapunt zou willen meepraten, moet je zeer deskundig zijn en bovendien de bereidheid hebben er veel tijd in te steken. Ook het agenda punt waarbij collegeleden worden be noemd of herbenoemd laat ik passeren. De kandidaatstelling is een verant woordelijkheid van de zittende colleges en ik heb er wel vertrouwen in dat zij bekwame mensen voordragen. Voordat ik besluit een dergelijke vergadering bij te wonen, kijk ik toch sterk wie de gast spreker is. Daarvoor kom ik primair. Daarnaast vind ik de contacten met de bankmedewerkers en collega-onderne mers belangrijk. Ik vind de huidige for mule een goede, al zou er wat meer ruimte mogen zijn voor onderlinge con tacten. Wat mij betreft zou het niet be zwaarlijk zijn als de vergadering in de avonduren zou worden gehouden', al dus Van Rijnsoever. De mening van Van Rijnsoever wordt gedeeld door de heer J.H. Camp- huysen, sinds kort directeur van een on derneming die onder meer een fran- chise-keten van winkels in (kurken) vloerbedekking exploiteert. Zijn bedrijf bankiert sinds enige jaren bij de bank Utrecht. Ook hij heeft het gevoel dat de leden van de bank weinig toegevoegde waarde kunnen hebben bij de behande ling van de formele agenda van de al gemene vergadering. Camphuysen: 'Ik heb vaker een jaarvergadering van een Rabobank bijgewoond. Ik herinner me een vergadering die uitsluitend bestond uit de behandeling van de formele agen da. Ik vond dat weinig boeiend en hield het na één keer voor gezien. Wil een bank echt iets voor haar leden beteke nen, dan zal zij haar algemene vergade ring moeten aankleden met een goede externe spreker of iets dergelijks. Ook ik vind het contact met de medewerkers van de bank heel belangrijk. Daarom ben ik blij met de formule die de bank Utrecht heeft gekozen. Als zij op deze weg doorgaat, zal ik de vergaderingen zeker blijven bijwonen.' Met name de betrekkelijke nieuw komer Camphuysen vindt het van be lang dat de bank erin slaagt zich tegen over de leden en cliënten goed te profi leren. 'Je zou een nieuwe relatie een brochure moeten geven waarin wordt uitgelegd hoe de bank in elkaar zit en wie de relatiebeheerders zijn. Bij zo'n algemene vergadering zou het ook goed zijn de bezoekers vooraf een lijst toe te sturen met de mensen die de vergade ring zullen bijwonen. Wie weet zit daar nog iemand bij die je dan tijdens die ver gadering kunt spreken. Ook in dat licht vind ik dat de vergadering qua tijds- beslag best wat ruimer kan worden op gezet', aldus Camphuysen. Tijdens de vergadering worden de jaarcijfers toegelicht door de algemeen directeur van de bank. Hij tracht een beeld te geven van de belangrijkste ontwikkelingen bij de bank, zonder ge detailleerd in te gaan op de cijfers. Daar bij betrekt hij ook bepaalde externe ont wikkelingen die van invloed zijn op de gang van zaken. De bank Utrecht be steedt ook bijzonder veel zorg aan haar jaarverslag, dat ruim voor de vergade ring aan de leden wordt toegezonden. In het verslag zijn, naast persoonlijke be schouwingen door de algemeen direc teur, de voorzitter van het bestuur en een lid van de raad van toezicht, ook inter views opgenomen met leden-onderne mers en medewerkers van de bank. Uit reacties van de beide heren blijkt dat deze opzet van het jaarverslag hen aan spreekt. Zij hebben overigens slechts een globaal beeld van het coöperatieve karakter van hun bank. Ze zijn tevreden over de dienstverlening, maar kunnen niet onmiddellijk aangeven in welk op zicht hun bank zich onderscheidt van andere banken. Van Rijnsoever: 'Onze relatie bestaat al vele jaren. Ik heb een uitstekend contact met mijn account manager en wat ik waardeer is de open communicatie met hem. Als er iets niet lukt, dan komt men daarvoor uit. Wat me wel opvalt - en dat is dan misschien wel typisch coöperatief - is het feit dat de bank je ook in moeilijke momenten prima blijft bedienen. Je hebt echt het gevoel dat de bank ook dan achter je blijft staan. In de tarievensfeer merk ik weinig afwijkends. De tarieven worden toch door de markt gedicteerd en bo vendien zijn in mijn ogen tarieven uit eindelijk minder belangrijk dan een goede dienstverlening. Ik ben erg ge steld op kwaliteit in de dienstverlening en kwaliteit van de medewerkers van de bank en dat alles heeft nu eenmaal zijn prijs.' Ook Camphuysen kan niet direct aangeven waar het coöperatieve van de bank Utrecht in zit. Ook hij vindt dat met name de kwaliteit van de dienst verlening van doorslaggevende aard is bij een bankkeuze. De franchise-formu- le van zijn onderneming levert nogal eens problemen op als bepaalde Rabo- banken afwijkende voorwaarden bedin gen. Uniformering zou wat hem betreft zeker wenselijk zijn. Tot nu toe zijn de problemen echter goed opgelost. Camp huysen: 'Eigenlijk is het jammer dat de leden weinig afweten van het coöpera tieve karakter van hun bank. Ik zou hel persoonlijk interessant vinden iets meer te weten over jullie structuur en over de verhouding met de 'hoofdkantoren' in Utrecht en Eindhoven. Ook de rol en functie van een bestuur en een raad van toezicht zouden best mogen worden verduidelijkt.' En daarnaar gevraagd: 'Nee, jullie brochure 'Thuis bij uw Rabobank' heb ik nooit ontvangen.' Tot enige jaren terug bezochten niet meer dan 15 a 20 leden de algemene vergadering van de Rabobank Utrecht. Dit jaar waren het er ruim honderd. Weinig bekend van coöperatieve karakter Camphuysen: 'Je zou een nieuwe relatie een brochure moeten geven waarin wordt uitgelegd hoe de bank in elkaar zit.' Thuis bij uw Rabobank Bank Bestuurder 2e jaargang nummer 6 pagina 9

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Bank & Bestuurder' | 1993 | | pagina 9