op en niet als concurrerend met hun
eigen activiteiten te worden gezien.
Van den Goorbergh vond het gepast
deze opmerkingen vooruitlopend op
een aantal agendapunten te maken me
de als reactie op uitspraken van enige
Beleidsvoorbereidingscommissies, die
stelden dat de organisatie op het gebied
van het distributiebeleid een aantal fun
damentele keuzen zal moeten maken.
Deze opmerkingen kon hij volledig on
derschrijven.
Een voorbeeld van een gewijzigd
distributiesysteem was het voorstel om
te komen tot afspraken met instanties
zoals projectontwikkelaars en make
laars. Die afspraken zouden moeten
gaan over de afzet van hypotheekarran
gementen die zich over de werkge-
biedsgrenzen van verschillende banken
uitstrekken, en over hypotheekarrange
menten voor personeelsleden van (gro
tere) ondernemingen, die in de werkge
bieden van een aantal banken wonen. In
beide arrangementen zal de Rabohypo-
theekbank in de ogen van Rabobank
Nederland een belangrijke rol kunnen
spelen om de nadelen die bij dergelijke
arrangementen voortvloeien uit onze or
ganisatiestructuur, te kunnen opvangen.
Hoewel de CKV zich in grote lijnen met
de voorstellen kon verenigen, had zij
toch behoefte aan nadere detaillering en
een betere financiële onderbouwing.
Over deze voorstellen zal ook in de
kringen worden gediscussieerd. Het is
te verwachten dat de CKV in haar
novembervergadering een definitief
advies kan uitbrengen.
Ditzelfde mag ook worden ver
wacht van een voorstel om het assorti
ment spaarprodukten in de Particulie-
renmarkt aanzienlijk terug te brengen.
In deze markt ondervindt de organisatie
heel nadrukkelijk de concurrentiekracht
van direct-writers, die met een mini
mum aan eigen kosten spaartarieven
offreren die zeer concurrerend zijn. Dit
heeft de Rabobankorganisatie gedwon
gen haar tarieven eveneens aan te pas
sen. Er is thans sprake van een 'vlucht'
in deze duurdere spaarvormen. Naar
verwachting zal tegen het einde van dit
jaar het saldo op de Rabo Rendement
Rekening de 35 miljard gulden benade
ren, 30% van de toevertrouwde midde
len. Als gevolg van de toenemende con
currentie is het marktaandeel van de
organisatie in de spaarmarkt dat jaren
lang rond de 40% zweefde, de afgelo
pen periode met 1,2% gedaald. In de
ogen van de Hoofddirectie zal het niet
mogelijk zijn de concurrentie met de
direct-writers op het punt van de tarie
ven te winnen, tenzij de kosten in het
eigen bedrijf fors worden teruggebracht.
Deze kostenreductie kan onder meer
worden bereikt door het assortiment
spaarprodukten aanzienlijk terug te
brengen, en wel tot drie vormen: de
Rabo Rendement Rekening, de Spaar
Plan Rekening en de Jongerenrekening.
Voorlopig zal de Spaar Vrij Rekening
nog passief worden gevoerd.
Dit voorstel leidde in de CKV tot
een forse discussie. Ook bij dit agenda
punt misten de afgevaardigden een goe
de financiële onderbouwing. Hoofd
directielid Henk van den Broek wees
erop dat het moeilijk is centraal te bere
kenen wat de financiële voordelen voor
de banken zullen zijn als gevolg van bij
voorbeeld een doorzichtiger systeem
van advisering en een vereenvoudiging
van de administratie, als het aantal
spaarvormen tot drie wordt terugge
bracht. Wel maakte hij duidelijk dat de
besparingen met name ten goede zullen
komen van de plaatselijke banken. In
het licht van de noodzakelijke kosten
besparing kreeg hij vanuit de CKV ook
steun voor zijn voorstel de omzetting
van de bestaande spaarvormen zoveel
mogelijk collectief te laten plaatsvin
den. Enige aarzeling had de CKV over
het voorstel centraal met de tarieven te
adverteren. Van den Broek hierover:
'Zodra de Rabobankorganisatie een gro
te mate van uniformiteit in het spaar-
produktenpakket hanteert, kan de mas
samarkt met drie spaarprodukten wor
den bewerkt tegen minimale kosten en
met een maximale effectiviteit. Dan past
het ook landelijk met spaarvormen en
tarieven te adverteren. Wel zal nog na
der moeten worden bezien met welke ta
rieven in de publiciteit wordt getreden.'
Ook deze voorstellen komen voor een
advies nogmaals terug in de CKV.
Het voorstel om te komen tot de in
richting van een eigen 'Private Bank'
binnen de organisatie kon ook worden
aangemerkt als een voorbeeld van het
denken over een fundamenteel andere
werkwijze. Deze dienstverlening heeft
betrekking op een klein aantal uiterst
vermogende cliënten dat een zeer spe
cifieke dienstverlening verwacht. Deze
cliënten kunnen daarvoor in het alge
meen niet terugvallen op hun eigen
plaatselijke bank. Rabobank Nederland
is van plan een eigen bank in te richten
die deze specialistische activiteiten in
nauw overleg met de plaatselijke ban
ken kan verrichten. Een voorwaarde
voor een goede samenwerking is dat de
verrekening van het financiële resultaat
van deze Private Bank voor de plaatse
lijke bank geen belemmering mag zijn
om een klant bij haar te introduceren.
Een belangrijk onderdeel van de werk
zaamheden van de Private Bank bestaat
uit de zogenoemde financiële planning:
een diagnose aan het begin van de rela
tie, waarbij alle relevante financiële
aspecten van de klant in kaart worden
gebracht om tot een zeer gericht advies
te komen.
Ook hier konden de leden van de
CKV zich in een eerste gedachtenwis-
seling in het algemeen wel in de voor
stellen vinden, zij het dat er grote be
hoefte bestond aan een meer gedetail
leerde toelichting. Deze zou met name
betrekking moeten hebben op de sa
menwerking tussen de Private Bank en
de Rabobanken, de naamgeving, de fi
nanciële onderbouwing, een scherpe af
bakening van de cliëntencategorie die
voor deze dienstverlening in aanmer
king komt, administratieve aangelegen
heden en de rol van de Robeco Groep.
In de CKV liepen de gedachten
over de naamgeving uiteen. Enkele
sprekers pleitten ervoor Schreden, de
dochter van Rabobank Nederland die
zal worden uitgebouwd tot Private
Bank, ook in de externe publiciteit als
de Private Bank van de Rabobank te
profileren. Anderen hechtten er sterk
Hypotheekarrangementen
Assortiment spaarprodukten kleiner
Landelijk adverteren met
credittarieven
Private Banking
Doelgroep moeilijk te definiëren
Bank Bestuurder 2e jaargang nummer 6 pagina 6