Beoordelingssysteem Directeuren
In oktober jl. hebben de voorzitters
van besturen van Rabobanken, via de
Regiodirectie, twee exemplaren van het
vernieuwde Beoordelingssysteem Di
recteuren a.b. ontvangen. Het nieuwe
systeem bestaat uit een formulier en
twee bijlagen. De exemplaren zijn be
stemd voor de leden van het bestuur die
het beoordelingsgesprek voeren. In de
Vervolgconferentie Beoordelen Direc
teur wordt ook aandacht geschonken
aan het nieuwe beoordelingsformulier.
Meer (gratis) exemplaren zijn te be
stellen in Best, formulier 0913.
RABOBANK IN HET NIEUWS
Het 'kenterend tij' van Wijffels
Drs. H. Wijffels is door de Ge
meenschappelijke Pers Dienst (GPD)
geïnterviewd. Dit interview is in een
groot aantal regionale dagbladen opge
nomen. Wijffels gaat hierbij in op de
veranderende samenleving, de emanci
patie en individualisering van de bur
gers, het kenterend tij, en de verande
rende rollen van de politiek, vakbewe
ging, bedrijfsleven en communicatie.
(Diverse - regionale - dagbladen, september 1993)
Bankkrediet voor milieu
Interview met Hoofddirectielid
F.H. Schreve in het Heidemijtijdschrift
over het milieu als risicofactor. Hij gaat
hierbij o.a. in op: criteria voor milieu
investeringen, investeringen versus op
brengsten, de verwijsfunctie van de
bank aan ondernemers op het gebied
van milieu, onderzoek (Mineraal Cen
traal en maatschappelijke taak van de
bank) en vervuilde grond als onderpand.
(Heidemijtijdschrift, nummer 4 1993)
FEITEN EN CIJFERS
De laatste jaren blijft het resultaat
van de aangesloten banken achter bij de
ambities. Een belangrijke reden daar
voor is het - in vergelijking met de
marktrente - steeds duurder worden van
de toevertrouwde middelen. Bedroeg
het verschil tussen de marktrente en de
prijs voor de toevertrouwde middelen in
1990 nog 3,6%, dit jaar loopt het terug
tot 1,2%. De inkoopprijs van de toever
trouwde middelen, in feite de grondstof
voor de kredietverlening, is daarmee
fors duurder geworden. De verkrapping
van de marge tussen de prijs van de toe
vertrouwde middelen en de marktrente
is deels van tijdelijke aard. Dit hangt sa
men met de gedaalde rente. Hierdoor is
het verschil tussen de marktrente en de
rente op de betaalrekeningen, rekening-
courantsaldi en laagrentende spaarreke
ningen sterk teruggelopen. Immers, de
tarieven voor deze rekeningen zijn
hooguit beperkt afhankelijk van de ren
testand, waardoor bij een rentedaling de
marge kleiner wordt. Daarnaast wordt
over de aangetrokken vaste termijn
spaargelden en termijndeposito's pas
vanaf de rentevervaldatum - dus met
vertraging - een lager tarief betaald. De
laatste jaren leidde dit tot een krimpen
de marge. In tijdcn van_een_^fijgende
rente werkt dit echter omgekeerd en
neemt de marge weer toe, zoals bij
voorbeeld in de periode 1988-1990 het
geval was.
Naast deze tijdelijke effecten staat
de marge op de toevertrouwde midde
len steeds sterker onder druk door de
toegenomen rentebewustheid van de
consumenten en de scherpe concurren
tie op de spaarmarkt. Hierdoor vindt de
laatste jaren een steeds snellere ver
schuiving plaats van goedkope naar
dure spaarmiddelen. Zo is het saldo op
de Rabobank Rendement Rekening dit
jaar meer dan verdubbeld en komt dat
eind 1993 uit op ongeveer f 35 miljard
(30% van de toevertrouwde middelen).
Tevens noopte de concurrentie ons tot
een voor de cliënt zeer gunstige rente
voor de Rabobank Rendement Reke-
ning, waarvan het toptarief gedurende
een groot deel van dit jaar vrijwel op het
niveau van de marktrente lag. Daarbij
komt dat de invoering van TGT op de
zakelijke markt tot enige margever-
krapping (overigens ten gunste van de
provisie-inkomsten) leidde.
Deze effecten zijn structureel en
resulteren samen met de tijdelijke
effecten tot een in historisch perspectief
zeer klein verschil tussen de marktren
te en de prijs van de toevertrouwde mid
delen van 1,2% in 1993, tegen nog 2,2%
vorig jaar. Met deze structurele marge
verslechtering, die financieel gezien ook
het hardste aantikt, zal onze organisatie
moeten leren leven. Dit betekent aan
passing aan een structureel hogere in
koopprijs voor de middelen. Om ook in
de toekomst zowel aanvaardbare finan
ciële als coöperatieve resultaten te be
halen, is het ingezette kostenmatigings
programma dan ook absolute noodzaak.
Kerncijfers gezamenlijke aangesloten banken
Bank Bestuurder 2e jaargang nummer 6 pagina 14
(Rabobank Nederland, Vakgroep Bestuurders)
Voor de teksten van de in deze rubriek genoemde
interviews kunt u contact opnemen met de redactie.
Medewerkers
aantallen -725
mensjaren -756
Banken
fusies 44
aantal banken - 60
aantal vestigingen - 49
Tarieven
Basistarief bestaande - 1,4
variabele leningen
Kapitaalmarktrente - 1,2
Geldmarktrente - 1,8
Per 1 oktober gewijzigd in 7,4%
September 1992
30.425
27.592
0
762
2.069
9,8%
8,1%
9,4%
Mutaties t.o.v.
1 januari 1993 September 1993
September 1993
29.785
26.845
5
700
2.009
7,7%*
6,0%
6,4%