ken met een laag opleidingsniveau. De
mensen die je vandaag in die categorie
aantrekt, moetje morgen weer ontslaan
en ontsla je hen niet, dan moetje gega
randeerd anderen ontslaan. Dat is geen
goed beleid', aldus Saaltink.
'We zitten op dit moment met een
aantal problemen. We hebben te maken
met andere en hogere eisen aan onze
medewerkers, bovendien vinden er
overal fusies plaats waardoor er een ex
tra impuls komt om beter gekwalifi
ceerde medewerkers aan te trekken.
Juist bij fusies maken we nogal eens de
fout dat we mensen laten zitten op po
sities die eigenlijk een zwaarder kaliber
vragen. Of dat we een organisatie op
bouwen rond zittende mensen. Je kunt
dan merkwaardige constructies krijgen
als een meerhoofdige directie, daar waar
je naar mijn mening zou moeten kunnen
volstaan met een eenhoofdige directie.
Ik weet dat het vaak min of meer poli
tieke beslissingen zijn, maar verstandig
vind ik het niet en bovendien zijn der
gelijke constructies, zeker op de lange
re duur, vaak erg kostbaar.' In de CKV
van afgelopen mei heeft Saaltink zich
verzet tegen de gedachte de ruimte voor
banken te beperken om kandidaten af
komstig uit de Interne Arbeidsmarkt af
te wijzen. 'Ik vind dat niet juist. Het is
best mogelijk dat een kandidaat die het
prima in de Randstad zou doen, hier in
het Oosten z'n draai niet kan vinden. Ik
blijf het daarom een eigen verantwoor
delijkheid van het plaatselijk manage
ment of het plaatselijk bestuur vinden
om het laatste woord overeen kandidaat
te hebben. Maar we moeten daar niet
kinderachtig in zijn. Als we de keuze
hebben uit een uitstekende externe kan
didaat en een ruim voldoende interne
man of vrouw, dan moeten we die laat
ste nemen, al is het maar omdat die 'rui
me voldoende' misschien nog wel een
'kei' kan worden.
De heer J.W. Heemels heeft, even
als de heer Saaltink, een langjarige be
stuurlijke ervaring. Hij is voorzitter van
de bank St. Odiliënberg. Sinds ongeveer
acht jaar bekleedt hij bovendien het
voorzitterschap van de Kring Roer
mond. Voor hem staat het vast dat de In
terne Arbeidsmarkt eerst een succes kan
worden als de banken bereid zijn een
stukje autonomie in te leveren. 'Ik ge
loof niet dat een beroep op onderlinge
solidariteit voldoende is om deze gi
gantische opdracht tot een goed einde te
brengen. Als in je omgeving een bank
de gevraagde solidariteit niet kan op
brengen, dan vervalt een belangrijke sti
mulans voor de anderen om wèl mee te
doen. Als ik terugkijk op de afgelopen
25 jaar ontwaar ik bij banken - maar
ook bij bestuurders - een duidelijke ont
wikkeling, een grotere mate van pro
fessionaliteit. In het verleden was er
vaak sprake van een zekere volgzaam
heid waarbij het organisatiebelang cen
traal stond. We leven nu in een tijd van
de calculerende burger, maar ook in on
ze organisatie ontwaar je de calculeren
de bestuurder of directeur. Men gaat
heel sterk uit van zijn of haar eigen be
lang en beoordeelt van daaruit de voor
stellen van Rabobank Nederland. Ik
vrees dat dit ook bij het vraagstuk van
de arbeidsmarktbemiddeling zo zal zijn.
Ik vind dat we een uitstekend Sociaal
Plan hebben opgesteld, maar de uitwer
king daarvan komt natuurlijk wel onder
druk te staan als we de instroom van ex
terne medewerkers niet indammen. Dat
geldt met name bij het aantrekken van
medewerkers van een te laag niveau. Ik
ben ervan overtuigd dat voor het slagen
van onze plannen met betrekking tot de
personeelsreductie meer nodig is dan
uitsluitend een beroep op de onderlinge
solidariteit. Autonomie is een groot
goed. We zijn er sterk door geworden.
Autonomie mag echter niet tot verstar
ring leiden. Wanneer wij de heilige koe
van de autonomie vrij laten rondlopen,
dan komt het verkeer in gevaar. Ik denk
dat we behoefte hebben aan regels waar
in we met elkaar afspreken dat bepaal
de zaken zo belangrijk zijn, dat ze bo
ven de autonomie gesteld moeten wor
den. De Arbeidsmarktbemiddeling vind
ik een goed voorbeeld. Ik vraag mij in
dit verband overigens af of de zorg
waarover wij spreken wel voldoende
gevoeld wordt in alle geledingen van
onze organisatie. Als lid van de CKV
voel je heel nadrukkelijk een stukje me
de-verantwoordelijkheid. Banken die
daar wat verder vanaf staan, hebben dit
gevoel in veel mindere mate. Er zal dus
veel en goed moeten worden gecom
municeerd om alle banken op een gelijk
niveau te betrekken bij de oplossing van
dit vraagstuk. Natuurlijk heeft dit ook
consequenties voor Rabobank Neder
land. Bij de Arbeidsmarktbemiddeling
moeten wij de absolute garantie hebben
dat de kandidaten die ons worden aan
gereikt geen 'verborgen gebreken' heb
ben. De kandidaten moeten dus objec
tief beoordeeld worden door een com
missie of instelling die daar ook echt toe
in staat is. Aan de andere kant legt een
dergelijk systeem ons de verplichting op
ook kandidaten aan te bieden die we
liever niet zouden willen laten gaan.
Met name een kleine bank als de bank
St. Odiliënberg met haar acht mede
werkers heeft daar best moeite mee. We
voelen ons toch al vaak de opleider voor
andere banken. We hebben onze men
sen nu eenmaal binnen de eigen bank
niet veel toekomstperspectief te bieden.
We investeren veel in opleidingen en in
het opdoen van een brede ervaring, ter
wijl we het gevoel hebben dat met na
me de grotere banken het profijt van die
inspanningen hebben. Ik heb het altijd
betreurd dat daar geen financiële com
pensatie tegenover staat', aldus Hee
mels.
Problemen
Solidariteit is niet voldoende
Heemels: 'De heilige koe van de autonomie'
Bank Bestuurder 2e jaargang nummer 5 pagina 9