Ledenbelang ook na een fusie? Een fusie vindt plaats in het belang van de leden. Zij zijn het ook die uiteindelijk een fusiebesluit nemen. Tijdens de voorbereidingen voor een fusie steekt een bank veel energie in het informeren van haar leden. Dit versterkt ongetwijfeld de ledenbetrokkenheid. Blijft die belangstelling voor de leden er ook na de fusie? Wij spraken hierover met twee bestuursleden en de directeur van de Rabobank Westfriesland-Oost. xje^ De Rabobank Westfriesland-Oost is ruim twee jaar geleden ontstaan uit een fusie van vijf banken. De banken Andijk, Drechterland, Lutjebroek, Ste de Broec en Wervershoof besloten als één bank verder te gaan om te blijven voldoen aan de eisen die werden gesteld door de regionale ontwikkelingen in het oostelijke gedeelte van Westfriesland. Deze regio is aangewezen als een zoge noemd ABC-gebied, een Agribusiness Complex, wat tot gevolg heeft dat er sterke impulsen ontstaan vooreen snel le expansie van het agrarisehe bedrijfs leven en de daarbij behorende toeleve ringsbedrijven. De bank heeft thans een balanstotaal van ruim f600 miljoen. Er werken ongeveer 120 personeelsleden. 'Onze leden-bedrijven maakten en maken een zeer snelle ontwikkeling door. Van plaatselijke ondernemingen groeien ze uit tot bedrijven met een re gionaal karakter die nationaal en in veel gevallen zelfs internationaal actief zijn', aldus drs. P.Th.M. Mol RA, voorzitter van het bestuur van de bank Westfries land-Oost. 'De bij de fusie betrokken banken voelden dit zeer nadrukkelijk. Meegroeien met de leden kon niet op eigen kracht en bovendien ontbrak daar voor de tijd. Fusie was de aangewezen weg.' Zijn collega J. Neuvel, secretaris van het bestuur, maakt duidelijk dat het motief voor de fusie louter gelegen was in het ledenbelang. 'De fusiepartners waren kleine en middelgrote banken met een uitstekende positie in het werk gebied, maar het waren wel banken die op eigen kracht niet in staat waren de le den in hun ontwikkeling te volgen. Aan de andere kant hechten wij en ook onze leden sterk aan onze plaatselijke be trokkenheid. We hebben er dan ook voor gekozen de bestaande kantoren te handhaven om van daaruit onze leden te kunnen bedienen. Daarnaast hebben we een dienstencentrum opgezet waar de leiding van de bank is gevestigd, even als de specialisten waarop onze klanten en de kantoren een beroep kunnen doen. Dit dienstencentrum is nu nog gehuis vest in een noodvoorziening, maar zal straks een plek krijgen op het WFO-be- drijventerrein van Zwaagdijk, waar bij voorbeeld ook de groenteveiling is ge vestigd. Een motief om direct de nood- huisvesting te betrekken en niet een van de bestaande banken als tijdelijk hoofd kantoor aan te wijzen, was ook dat we onze leden vanaf het eerste moment dui- Bank Bestuurder 2e jaargang nummer 5 pagina 16 Voor een afbeelding van het nieuwe kantoor, v.l.n.r. J Th N Buurman, J. Neuvel en drs. P.Th.M. Mol RA.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Bank & Bestuurder' | 1993 | | pagina 16