geldt op alle niveaus - dus hij plaatse lijke banken, maar ook bij Rabobank Nederland - hetzelfde motto: we zijn er voor onze leden en klanten en niet voor onszelf!' Meijer lichtte toe dat de Raad van Beheer inmiddels heeft besloten zijn eigen werkwijze meer nadrukkelijk op deze centrale opgave te gaan af stemmen: 'U zult ons wat dat betreft meer gaan tegenkomen. Wij komen - om het populair te zeggen - naar u toe.' Hoewel het middagprogramma vooral in het teken stond van het af scheid van Baron Van Verschuer, kreeg ook de toespraak van Minister President Lubbers veel aandacht. Hij herinnerde eraan dat hij ook in 1984 de Algemene Vergadering had toegesproken. Voor hem was dat aanleiding een vergelijking te trekken tussen de economische voor- ze organisatie zit in een belangrijke fa se van haar levenscyclus. De beginjaren negentig zijn niet de gemakkelijkste uit ons bestaan. De ingezette kostenmati ging is op dit moment alleen al dringend nodig om de vertraging in de batengroei te kunnen opvangen. Ik heb er vertrou wen in dat onze inspanningen nu een goede basis zijn voor aanvaardbare fi nanciële en coöperatieve resultaten in de komende jaren', aldus Wijffels. Tegen het einde van de vergadering was het zover: de heer Van Verschuer droeg het voorzitterschap van de Raad van Beheer over aan zijn opvolger, de heer W. Meijer. Hij deed dat op een symbolische wijze door de voorzitters hamer te overhandigen. In zijn reactie stelde Meijer dat hij in de afgelopen maanden onder de in druk was geraakt van de democratische en vitale kwaliteiten van de organisatie. Hi j haakte in op de toespraak van de heer Wijffels die in zijn ogen de agenda voor de toekomst in grote lijnen had vastge steld. 'De boodschap is duidelijk. Wie straks verder wil met een krachtige hon derdjarige organisatie, moet daarvoor vandaag opnieuw de inzet vaststellen', aldus Meijer. 'Dit betekent ook de nood zaak vooreen verdere ontwikkeling van de wijze waarop aan de coöperatie in vulling zal worden gegeven. Daarbij staan niet de doelstelling en onze coö peratieve grondslag zelf ter discussie. Die uitgangspunten zijn in de afgelopen jaren stevig verankerd. De maatschappij verandert - ook Van Verschuer had dat duidelijk gemaakt - er komen sterke ac centen te liggen op de individualisering. Samenwerkingsverbanden worden van daag de dag dan ook gezocht en aange gaan op basis van wederkerigheid. Een ieder wil zelf zijn inbreng en deelname bepalen en verwacht daarvoor erkenning en een tegenprestatie. Dat geldt ook voor onze organisatie', aldus Meijer. Deze ontwikkelingen leiden ertoe dat we toe zijn aan een herbezinning op on ze interne relaties, de wijze waarop de aangesloten ban ken en Rabobank Neder land met elkaar omgaan, maar ook aan een nieuwe invulling van onze externe relaties, de banden met on ze leden en de plaatselijke gemeenschap. Binnen de Raad van Beheer is een be gin gemaakt met de herbe zinning op de interne en externe relaties. Vast staat dat de bestuur ders van de plaatselijke banken en de Raad van Beheer gezamenlijk een paar elementaire vragen onder ogen zullen moeten zien. Vragen die de kern van onze identiteit raken: 'Wat bijvoorbeeld ver wachten de leden in de toekomst van hun coöpe ratieve bank? Hoe behoudt de plaatselijke bank aan sluiting op de snel veran derende plaatselijke ge meenschap? Op welke wijze kan de toegevoegde waarde van de bestuursor ganen verder worden op gevoerd, plaatselijk, maar evenzeer landelijk? Hoe verdelen we in onze organisatie het ini tiatief, de bevoegdheden en verant woordelijkheden? Wat wordt daarbij verwacht van Rabobank Nederland en hoe kunnen wij die verwachtingen waarmaken? De beantwoording van die vragen bepaalt naar mijn vaste overtui ging in de toekomst de mate van succes van onze coöperatieve formule', aldus vatte Meijer enkele centrale vragen sa men. Over deze onderwerpen wil de Raad van Beheer in gesprek komen met de plaatselijke banken: 'Wij zullen de antwoorden met elkaar moeten formu leren en op maat moeten snijden. Daar voor is een open dialoog nodig tussen u, uw leden en medewerkers op lokaal ni veau en tussen de plaatselijke banken en Rabobank Nederland. In deze dialoog uitzichten in dat jaar en de situatie thans. Concluderend stelde hij vast dat er thans geen reden was tot doemdenken, zeker in het licht van al hetgeen er in de afge lopen jaren reeds was bereikt. Aan het slot van zijn toespraak nodigde hij de heer Van Verschuer uit op het podium en overhandigde hem de versierselen behorende bij het Commandeurschap in de orde van Oranje Nassau. Een duide lijk verraste Van Verschuer onderging deze benoeming onder een in verschil lende opzichten warm en verwarmend applaus van de aanwezigen. Middagprogramma W. Meijer: de Raad van Beheer komt naar u toe Centrale vragen samen beantwoorden Het nieuwe lid van de Hoofddirectie, dr. W M van den Goorbergh, naast zijn collega's op het podium. Bank Bestuurder 2e jaargang nummer 4 pagina 7

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Bank & Bestuurder' | 1993 | | pagina 7