licht. Ook wordt stilgestaan bij de kwa
liteit van de dienstverlening door Inter
polis, eveneens een agendapunt tijdens
deze vergadering.
De door ons in het vorige nummer
aangekondigde 'special' zal niet hande
len over de signatuur van de Rabobank,
maar over het personeelsontwikke
lingsbeleid, toegespitst op directeuren.
Deze special zal in juli verschijnen.
Zoals wij eerder meldden, is Bank
in Beeld voor Bestuurders ook ver
krijgbaar in VHS-formaat, zodat het
mogelijk is deze uitgave ook eventueel
thuis te bekijken. Het blijft echter de
voorkeur hebben het bekijken van de
band te combineren met de vergadering
van bestuur of raad van toezicht.
In 1978 presenteerde de subcom
missie van de Structuurcommissie een
rapport over de financiële verhoudingen
binnen de Rabobankorganisatie. In dit
rapport stelt deze 'Commissie Van Mal
degem' onder meer dat de rentevergoe
ding over de door de aangesloten ban
ken bij Rabobank Nederland aan te hou
den tegoeden (het rentefonds), zoveel
mogelijk dient te worden vrijgemaakt
van kostendoorberekening. Door de
doorberekening meer rechtstreeks te
koppelen aan de afname van produkten
en diensten, wordt een verantwoord ge
bruik hiervan door de aangesloten ban
ken bevorderd, worden de kosten recht
vaardiger verdeeld en kan een meer pas
sende a-rente worden vergoed.
Vijftien jaar nadat de commissie
haar rapport uitbracht, kan de balans
worden opgemaakt.
De door Rabobank Nederland ge
maakte kosten voor de aangesloten ban
ken zijn in de periode 1979-1993 toe
genomen van 392 miljoen tot 870
miljoen. Dit betekent een stijging met
gemiddeld 5,8% per jaar bij een infla
tie en loonronde (CAO) van gemiddeld
5,4%. In dezelfde periode zijn de eigen
kosten van de banken (dus excl. de
doorbelastingen van Rabobank Neder
land) gestegen met bijna 6,9% gemid
deld per jaar.
In de grafiek op deze pagina is de
ontwikkeling aangegeven van de door
Rabobank Nederland voor de aangeslo
ten banken gemaakte kosten, de daad
werkelijk doorbelaste kosten en de ver
rekening via het rentefonds.
De in 1993 door Rabobank Neder
land voor de aangesloten banken te ma
ken kosten worden geraamd op 870
miljoen. Van dit bedrag wordt naar
schatting 710 miljoen aan de banken
doorbelast. Per saldo resteert in dit jaar
dus een bedrag van 155 miljoen, dat
via het rentefonds met de aangesloten
banken wordt verrekend. Hierbij wordt
opgemerkt dat naast of in de plaats van
doorbelasting, rente- en provisie-inhou
dingen plaatsvinden, die voor 1993 wor
den geraamd op 75 miljoen. Het ren
tefonds beval netto dus circa 80 mil
joen aan kosten.
Voor het systeem van kostendoor
berekening aan de aangesloten banken,
heeft de Commissie Van Maldegem de
volgende hoofdlijnen uitgestippeld:
Rechtstreekse doorbelasting, waarbij
een direct verband wordt gelegd tussen
het door een bank te betalen bedrag en
de door Rabobank Nederland daarvoor
geleverde prestatie.
Doorbelasting via omslagstelsels. Dit
is met name van toepassing op begelei
ding (adviseren, beoordelen, goedkeu
ren), het bankbedrijf (o.a. centraal li-
quiditeitenbeheer) en de functie als be-
stuurs- en beleidslichaam van de
organisatie.
Over 1993 wordt naar verwachting
dus in totaal voor ƒ710 miljoen aan de
banken doorbelast: 200 miljoen in de
vorm van een omslag en 510 miljoen
rechtstreeks.
Het zuiveren van het rentefonds
voor kosten is in verhouding tot de tota
le kosten die Rabobank Nederland
maakt voor de aangesloten banken gro
tendeels gerealiseerd (van 64% in 1979
naar netto 10% in 1993). Van de aan de
Kerncijfers gezamenlijke aangesloten banken
Mutaties t.o.v.
1 januari 1993 Mei 1993 Mei 1992
FEITEN EN CIJFERS
Kostendoorbelasting sinds de
'Commissie Van Maldegem'
Medewerkers
aantallen -363
mensjaren -417
Banken
fusies 22
aantal banken - 29
aantal vestigingen - 18
Tarieven
Basistarief bestaande
variabele leningen - 1,0
Kapitaalmarktrente - 0,5
Geldmarktrente - 0,9
Per 1 juni 1993 gewijzigd in 7,9%.
30.147 30.117
27.184 27.358
1 1
731 777
2.040 2.087
8,1% 9,6%
6,7% 8,4%
7,3% 9,5%
Kosten ten behoeve van en doorbelasting aan A.B.
x f 1 miljoen (1993 is Budget)
1000
800
600
400
200
0
Kosten Doorbelast Rentefonds
Bank Bestuurder 2e jaargang nummer 4 pagina 12