Met behulp van deze profielen kun nen vragen worden beantwoord in de sfeer van vacatures, doorstroming, op leiding en dergelijke. Van den Broek: 'Neem als voorbeeld het vervullen van vacatures. Met de normprofielen die zijn geënt op de eisen die een bank in haar specifieke werkgebied stelt aan haar toe komstige directeur, wordt het voor een bestuur eenvoudiger een kandidaat te se lecteren. Ook voor de kandidaat zelf ont staat meer duidelijkheid. Daarnaast ge ven die profielen ook meer houvast voor onze activiteit Management Ontwikke ling (MO). Het vergroot haar mogelijk heden een meer gericht aanbod van kan didaten voor managementfuncties bij plaatselijke banken te doen.' Van den Broek wil hierbij kwijt dat het van groot belang is om bij elke vacaturevervulling op managementniveau MO in te schake len. Maar dan moet die afdeling ook over voldoende kandidaten beschikken. In zijn ogen is het binnen de organisatie een gemeenschappelijke verantwoordelijk heid alle energie te steken in een maxi male zorg voor een goede bezetting van de directiefuncties bij de banken. 'Dat kan alleen als de plaatselijke banken principieel bereid zijn bij de vervulling van managementfuncties Rabobank Ne derland in te schakelen. De besturen hou den overigens in die situatie hun eigen ruimte om specifieke eisen in te brengen die zij aan hun toekomstige directeur wil len stellen', aldus Van den Broek. De typologieën vormen ook een in delingscriterium voor de management- leergangen. De inhoud van deze leer gangen wordt namelijk voor een be langrijk deel bepaald door de specifieke omgeving waarin de banken en dus de directeuren opereren. Aan de opzet van de leergangen is veel zorg besteed. De inhoud ervan is afgestemd met de doelgroep. Ook de Vereniging van Directeuren van Rabo- banken heeft bij monde van haar Dage lijks Bestuur blijk gegeven grote waar de te hechten aan het deelnemen aan deze leergangen. Voor Van den Broek is dat een extra argument om de be stuurders op te roepen hun directeur in de gelegenheid te stellen aan de leer gang deel te nemen. 'Bij zijn beleids- vaststellende taak mag het bestuur na drukkelijke impulsen van zijn directeur verwachten. In de leergang zal de di recteur bijvoorbeeld worden getraind een persoonlijk actieplan op te stellen. Dit plan kan gevolgen hebben voor het beleid van de bank. Vanzelfsprekend wordt een dergelijk plan ook met het be stuur besproken. Daarnaast gaat de di recteur ook werken aan een persoonlijk ontwikkelingsplan. Dat plan zal naar mijn mening onderwerp kunnen zijn in het periodieke functioneringsgesprek tussen die directeur en zijn voorzitter. Het bestuur zal dus ook terdege kennis nemen van de uitkomsten van de leer gang die door zijn directeur is bijge woond. Dat lijkt mij een goede zaak.' Van Vugt maakt duidelijk dat het bijwonen van een managementleergang slechts een bepaald aspect is van de aandacht die de directeur aan zijn eigen functioneren dient te besteden. 'De be langrijkste impuls voor de ontwikkeling van een directeur is misschien wel een regelmatige functiewisseling. De rela tief lange functieverblijftijd van veel di recteuren is voor ons een aandachtspunt. Meer dan de helft van de huidige direc teuren zit langer dan tien jaar in zijn hui dige functie. Een nieuwe functie geeft nieuwe uitdagingen: een ander werkge bied, een bestuur met mogelijk andere inzichten. De bancaire problemen zul len niet dezelfde zijn, laat staan de be drijfsvoering en de personele aangele genheden. Kortom, er zijn mogelijkhe den genoeg om eigen capaciteiten verder te ontwikkelen en ervaringen uit vorige functies in te brengen.' Van Vugt: 'Voor mij staat het vast dat een directeur - ook buiten het bijwonen van managementleergangen - veel mo gelijkheden heeft zijn professionaliteit op peil te houden. Ik denk dan aan speciale opdrachten, het optreden als coach, het verzorgen van lezingen en dergelijke. Ook kan het van belang zijn deel te nemen aan kortlopende workshops en themabijeen komsten over actuele onderwerpen. In het afgelopen jaar namen daaraan 200 a 300 directeuren deel. De managementleergang die wij nu hebben ontwikkeld in samen werking met twee externe partners - SMI (Institute of Strategie Management Euro- pe) en de Erasmus Universiteit - is van geheel andere orde. De directeur krijgt niet alleen inzicht in de ingrijpende ontwikke lingen op het gebied van de financiële dienstverlening en technologie, maar ook in maatschappelijke en demografische ontwikkelingen. Daarnaast wordt veel aandacht geschonken aan leiderschap in een veranderende maatschappij en aan het persoonlijk functioneren. Hij leert in de leergang vanuit de toekomst, zeg de jaren 1996-1997, terug te kijken naar wat de consequenties van bepaalde ontwikkelin gen voor zijn bank en voor hem persoon lijk kunnen zijn. Daarom is het deelnemen aan een dergelijke managementleergang, bijvoorbeeld eens in de vijfjaar, aan te ra den voor iedere directeur die ook de ko mende jaren zijn functie als eindverant woordelijke directeur wil blijven vervul len. In de leergang zullen in hoofdzaak specialisten van SMI en de Erasmus Uni versiteit als docent optreden. Zij nemen de externe ontwikkelingen voor hun reke ning. In de uitwerking van allerlei zaken zal de directeur vaak een functionaris van Rabobank Nederland als partner ontmoe ten.' De managementleergangen vergen veel van de inzet van de deelnemende direc teuren. Er zijn twee leergangen ontwik keld: één voor (onder)directeuren van de ABC- en HID-banken en één voor de ove rige twee categorieën. Binnen deze groe pen zal overigens worden gestreefd naar een zo homogeen mogelijke samenstel ling van de deelnemers. De eerste twee leergangen zijn in maart en april van stait gegaan met 40 directeuren. Er zijn voor het najaar 1993 en voor 1994 opnieuw leergangen gepland. Profielen gebruiken bij vacatures en opleidingen Ook voor het bestuur is een rol weggelegd Van den Broek: 'Het staat voor mij vast dat de organisatie veel dient te investeren in de kwaliteit van de directeuren.' Ook functiewisseling kan van belang zijn De Managementleergang aan te raden? Bank Bestuurder 2e jaargang nummer 3 pagina 9

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Bank & Bestuurder' | 1993 | | pagina 9