De regionale Beleidsbijeenkomsten liggen al weer geruime tijd achter ons. Ik geloof dat we met tevredenheid mo gen vaststellen dat deze bijeenkomsten, waarin een gedachtenwisseling plaats vond tussen plaatselijke bestuurders, le den van de Raad van Beheer en regio directeuren, ook nu weer als bijzonder stimulerend en zinvol zijn ervaren. Dat is ook niet zo verwonderlijk, gelet op de onderwerpen die aan de orde waren. Onze organisatie staat op een keerpunt in haar bijna honderdjarig bestaan, een keerpunt van vrijwel onafgebroken groei naar een onvermijdelijke inkrim ping van het aantal medewerkers en een bijbehorende reductie van de kosten: de eenachtste operatie. Zowel in de be stuurdersconferenties als in de daaraan voorafgaande directeurenconferenties is de noodzaak van deze operatie, die bin nen vier jaar zijn beslag moet krijgen, zonder noemenswaardige reserve on derschreven. Daarmee is in de kern on ze coöperatieve doelstelling herbeves tigd. Immers, de taakstellende minima le kostenreductie voor de gezamenlijke aangesloten banken ter grootte van 630 miljoen komt overeen met bijna een vol procentpunt in het tarief van ons meest coöperatieve produkt, de variabel-ren tende lening voor onze bedrijfsleden. Naar de mate dat we er niet in zouden slagen om die taakstelling daadwerke lijk te realiseren, naar die mate zouden we afbreuk doen aan onze coöperatieve opdracht. Bovendien zou onze concur rentiepositie op onaanvaardbare wijze worden aangetast. Welke bestuurder of directeur zou daar verantwoording voor willen dragen? Aanzienlijke kostenreductie is dus onontkoombaar, zowel bij de lokale banken als bij Rabobank Nederland. Hoe pakken we dat aan? Dat was in fei te de kernvraag die velen tijdens de con ferenties bezighield. Er is gesproken over aanpassing van distributiemetho den, van systemen en processen en van de personele organisatie, en dat alles volgens een planmatige aanpak. Uitein delijk zal deze operatie uitmonden in een afname van het personeelsbestand met per saldo 2500-3000 formatieplaat sen. In de wijze waarop we met dit moeilijke vraagstuk omgaan, kunnen we ons laten leiden door normen en waarden die passen bij onze coöpera tieve bankinstelling. Het instrument van de interne arbeidsmarkt heeft alleen kans van slagen als iedereen daar con structief tegenover staat. Het is overi gens een illusie om te menen dat alle personele problemen via bemiddeling op de interne arbeidsmarkt zullen kun nen worden opgelost. Dat zal niet het geval zijn, hetgeen betekent dat, afge zien van natuurlijk verloop, uitstroom van personeel tamelijk frequent aan de orde zal zijn. Maar we zijn aan onszelf verplicht, om alvorens tot een dergelij ke conclusie te besluiten, zorgvuldig en welwillend de mogelijkheden te onder zoeken hoe het beschikbare talent zo goed mogelijk kan doorstromen naar posities elders in de organisatie. Daar bij zullen eigen belangen soms wat naar achteren moeten worden geschoven en zullen af en toe cultuurdrempels moe ten worden gepasseerd. Ik geloof dat het de moeite waard is dat we ons ook op dit vlak in de hele breedte van de orga nisatie coöperatief zullen weten op te stellen. Over normen en waarden gespro ken, in de loop van dit jaar zal er een no titie over dat onderwerp in de organisa tie worden neergelegd. In die notitie wordt een poging gedaan om de signa tuur, de eigen identiteit van de Rabo- bankorganisatie onder woorden te bren gen. In feite gaat het hierbij om een co dificatie van iets wat tegenwoordig met een duur woord wordt aangeduid als 'bedrijfsethiek'. Andere grote organisa ties zijn daar al wat langer mee bezig. Velen zullen deze materie als nogal 'verheven' ervaren en er het belang niet zozeer van inzien. Ik ben met hen van mening dat we moeten oppassen ons in de discussie over dit onderwerp in een ijlte te begeven. Niettemin geloof ik dat een gedachtenwisseling hierover, maar dan wel met beide benen op de grond, vruchtbaar kan zijn. Wat in het verleden als vanzelf sprekend gold, hoeft vandaag de dag niet meer als zodanig te worden erva ren. Naarmate de maatschappij en ook onze organisatie pluriformer wordt, is er een grotere noodzaak om duidelijk heid te verschaffen over onze stijl van bankieren. Mag ik dit eens wat concre ter maken? Één van onze uitgangspun ten als kredietcoöperatie is dat we ook in moeilijke tijden zolang als bedrijfs economisch verantwoord is achter onze leden blijven staan. Dit uitgangspunt is uiteraard alleen mogelijk als een zorg vuldige beoordeling voorafgaat aan het accepteren van het lid. Daarbij gaat het niet alleen om een zakelijke beoorde ling, maar ook om de moraliteit van het kandidaat-lid en van zijn bedrijvigheid. Om ons heen zien we dat er verwatering optreedt in de normvastheid in onze sa menleving. Juist tegen deze achtergrond kan het daarom geen kwaad om het on derwerp van de bedrijfsethiek de aan dacht te geven die het in deze tijd ver dient. Niet om die ethiek te veranderen, maar juist om hem herkenbaar te maken voor nieuwkomers binnen onze organi satie: leden, bestuurders en personeel. Prof. dr. P W. Moerland lid Raad van Beheer Bank Bestuurder 2e jaargang nummer 3 pagina 1

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Bank & Bestuurder' | 1993 | | pagina 4