Solidair. Maar met mate? Een groep bestuurders woont een bestuurdersconferenlie bij. Er wordt ge discussieerd over autonomie en welke betekenis het heeft onderdeel te zijn van één organisatie. Zolang het bij de theo rie blijft, verloopt een dergelijke dis cussie meestal wel voorspelbaar. Als de dagelijkse praktijk om de hoek komt kij ken, wordt het vaak ineens anders. De praktijkvraag die aan de groep bestuur ders wordt gesteld, is: U bent bestuur der van een bank die een nieuwe direc teur zoekt. Vanuit Management Ont wikkeling wordt u een kandidaat aangereikt. U kwalificeert deze met een acht. U weet echter dat voor die va cature ook een directeur van een niet- Rabobank heeft gesolliciteerd. In uw ogen een negen. Wie kiest u? In over grote meerderheid kiezen de bestuurders de laatste. 'Slechts het beste is goed ge noeg voor mijn bank', is het argument. Een ander voorbeeld Een goed functio nerende directeur van een bank steekt veel tijd in activiteiten voor de organisa tie. Hij is actief binnen de VDR. lid van het Kringbestuur en laat zich regelmatig uitnodigen door mensen van Rabobank Nederland die veel van hem kunnen le ren. Hij heeft een functioneringsgesprek met zijn bestuur, waarbij de vraag wordt gesteld hoeveel tijd hij nu eigenlijk nog in zijn eigen bank steekt. Het bestuur is daar niet gerust op. Twee voorbeelden waaruit blijkt dat besturen soms wat moeite hebben met de praktische invulling van het feit dat hun bank onderdeel is van een gro te organisatie die afhankelijk is van een sterke onderlinge solidariteit. Die solidariteit zal in de komende jaren steeds meer - ook in praktische zin - op de voorgrond treden en een steeds grotere rol spelen in de verhoudingen binnen onze organisatie. We staan voor ingrijpende maatregelen die ongetwij feld van invloed zijn op de wijze waar op wij met elkaar omgaan. Eenheid van beleid en eenheid van optreden zullen steeds belangrijker worden. In de komende tijd zullen we samen de klus van de eenachtste operatie moe ten klaren. Dat vergt veel van iedereen. De belangrijkste uitdaging daarbij is on getwijfeld het vraagstuk van de perso neelsreductie. We hebben met elkaar in strumenten ontwikkeld om de terug gang in personeel zo goed mogelijk te pen. In zijn column sprak de heer Osin- ga kritische woorden uit in de richting van besturen die nimmer buiten aanwe zigheid van hun directeur vergaderen. Veel lezers hebben op deze uitspraak gereageerd. In hun ogen was dit een dis cutabele opmerking. Deze reacties moe ten echter zijn gebaseerd op een mis verstand. De heer Osinga bedoelde met deze zinsnede niets anders te stellen dan dat een bestuur ook zonder directeur moet kunnen vergaderen over onder werpen die zich daarvoor bij uitstek le nen. Hij dacht daarbij aan situaties waarbij besturen discussiëren over hun eigen functioneren of waarbij een func tioneringsgesprek met een directeur wordt voorbereid. Andere beelden had de heer Osinga niet. Hij kon zich er ook niets anders bij voorstellen! Dus geen 'vrijbrief' voor besturen die buiten hun directeur om bijeenkomen om bancaire zaken te regelen. Waarvan onder dankzegging voor uw reacties - akte. kunnen opvangen. Het is dan echter wel noodzakelijk dat alle banken deze in strumenten ook hanteren. Er zal dus een goed personeelsplan moeten komen, er zal gebruik moeten worden gemaakt van de Interne Arbeidsmarkt en men zal zich moeten realiseren dat personeels reductie een zorg is van alle banken, niet alleen van Rabobank Nederland en de buurbank. In dat opzicht gaf het verloop van de in dit voorjaar gehouden Be- leidsbijeenkomsten voor bestuurders re den tot optimisme. De bestuurders ga ven duidelijk blijk van het feit dat zij inzien dat een omvangrijke kostenre ductie-operatie noopt tot een verdere stroomlijning en harmonisatie van de bedrijfsvoering bij hun eigen banken en dat gebruik moet worden gemaakt van de hulpmiddelen die door Rabobank Nederland in nauw overleg met de plaatselijke banken zijn en worden ont wikkeld. In de komende tijd zullen in de or ganisatie voorstellen worden gedaan om minder vrijblijvend om te gaan met za ken zoals de Interne Arbeidsmarkt. Het verloop van de Beleidsbijeenkomsten wettigt de verwachting dat de banken hiertoe bereid zullen zijn. Het is een praktische invulling van het be grip onderlinge solida riteit. De redactie van Bank Bestuurder verzoekt regel matig mensen uit de orga nisatie een column voor dit blad te schrijven. De redac tie laat de 'columnist' vrij in zijn onderwerpkeuze. Daarmee hopen we ook discussie los te maken als een columnist iets voor zijn rekening neemt waar lezers het wellicht niet mee eens zijn. Het fungeren als discussieplatform is trouwens ook een - tot nu toe wellicht wat onderbelichte - functie van dit blad. De column in de eerste aflevering van deze jaargang werd geschreven door de heer Osinga, bestuurder van de bank Bergum e.o. Deze column heeft een aantal reacties opgeroe- Roosen Column Osinga: vergaderen zonder de directeur Bank Bestuurder 2e jaargang nummer 3 pagina 3

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Bank & Bestuurder' | 1993 | | pagina 3