Van groei naar krimp: EEN BEGAANBARE WEG Ir. A.J. Latijnhouwers, lid van de Raad van Beheer, is door zijn vele func ties gewend met bestuurders in discus sie te gaan en in deze bijeenkomst trof hij bestuurders aan die de discussie ook zochten. Ongeveer 50 bestuurders van veelal kleine banken namen daaraan deel. Er gebeurt veel in deze regio. Re giodirecteur drs. H.C.G. Bak gaf daar een duidelijk beeld van: het aantal ban ken vermindert in hoog tempo. In enke lejaren is het aantal banken gedaald van 140 tot onder de 100. Dit aantal zal in de komende jaren naar verwachting ver der afnemen tot 50 a 60. De beide inleiders schetsten ieder vanuit hun eigen verantwoordelijkheid de achtergronden van de ontwikkelingen waarmee de Rabobankorganisatie wordt geconfronteerd. Zij maakten de nood zaak duidelijk om in de komende jaren het relatieve kostenniveau met ten min ste eenachtste te verminderen. Daarbij gaven zij aan dat in een efficiëntere in- richting van de bedrijfsvoering grote mo gelijkheden liggen om tot een daadwer kelijke kostenvermindering te komen. Voor de bestuurders betekent dit een niet geringe opgave. Zij moeten immers de grote lijnen uitzetten om tot kostenbe sparing te komen, waarbij zij met name de belangen van de leden goed in het oog moeten houden. Deze hele operatie mag namelijk geen afbreuk doen aan het co- operatieve karakter van de bank. Die bij zondere zorg geldt overigens niet alleen de leden, maar ook directie en personeel. De heer Latijnhouwers verhulde niet dat dit een zware claim legt op de kwaliteit van de bestuurder. Veel aandacht be steedde hij aan de rol van het bestuur in de richting van directie en personeel. Hij maakte duidelijk dat het aantal eindver antwoordelijke directeuren in de komen de jaren sterk zal teruglopen. De heer Bak vatte vervolgens de in leidingen samen die in de eerste maan den van dit jaar over ditzelfde onderwerp zijn gehouden voor directeuren. Met na me stond hij stil bij de veranderingen in de bedrijfsprocessen die mogelijk wor den gemaakt door de ontwikkelingen in de automatisering en informatisering. Daarnaast besteedde hij ruime aandacht aan de op handen zijnde veranderingen in de personele organisatie en in de dis tributie van bankdiensten. Het bestuur zal bij zijn besluitvorming dienen te be schikken over de juiste informatie. Die zal moeten komen van de directie, die op haar beurt voor ondersteuning een beroep kan doen op het Regiokantoor. De taken van de bestuurders in Limburg worden bovendien verzwaard door het proces van schaal vergroting dat zich met name in deze provincie voordoet. Positief was voorts de grote bereidheid van de bestuurders mee te werken aan de interne arbeidsmarkt, zeker als deze, zo als ook in de regio Roermond, een regio nale invulling krijgt. De vrees werd uit gesproken dat de interne arbeidsmarkt haar waarde wel eens zou kunnen verlie zen als er een te eenzijdig aanbod zou ko men van personeel dat door opleiding en ervaring weinig perspectief meer heeft. Deze laatste opmerkingen ontlokten de heer Latijnhouwers de opmerking dat de interne arbeidsmarkt een vrij hoge toe tredingsdrempel kent. Het gaat om kans rijke kandidaten. Wel merkte hij op dat het besturen van een bank niet eenvoudi ger zal worden. Hij drong er sterk op aan Na deze twee inleidingen was er tijd voor onderlinge dis cussies. In een aantal subgroe pen bogen de bestuurders zich over drie stellingen, waarin uit spraken werden gevraagd over de bereidheid van de bestuur ders in hun beleid te sturen op een efficiëntere bedrijfsvoe ring. De stellingen spitsten zich toe op het verenigingsaspect, op het personeelsont wikkelingsbeleid en op standaardisatie van processen. In de aansluitende plenai re discussie met de beide inleiders kwa men veel zaken aan de orde. Wat daarbij opviel, was de positieve opstelling van de aanwezigen om binnen hun bank meer planmatig om te gaan met de door de in leiders geschetste bestuursverantwoorde- lijkheden. Dat dit hele proces van krimp en standaardisatie gepaard zal gaan met emoties, werd niet verheeld. Ook werd er kend dat de juiste instelling nodig zal zijn om in een zakelijker omgeving toch de goede relatie met de leden te handhaven. De fusiebeweging, het sluiten van kanto ren en een scherpere financieringsstijl werden daarbij als voorbeeld genoemd. open te staan voor signalen uit de omge ving en met deze ontwikkelingen plan matig om te gaan. 'Vroegtijdig beleids wijzigingen inzetten op basis van ade quate informatie maakt het eenvoudiger om weloverwogen maatregelen te kun nen treffen op het moment dat het nodig is. U mag niet worden verrast door ont wikkelingen die u eigenlijk had moeten zien aankomen', zo besloot hij zijn reac tie. De heer Bak sprak de hoop uit dat de positieve wil van de bestuurders die uit de discussies naar voren was gekomen, zou leiden tot een stijl van besturen die een be langrijke bijdrage kan leveren aan een ef ficiëntere bedrijfsvoering en derhalve aan de continuïteit van de eigen bank. Ruim 2000 bestuurders namen in de maand maart deel aan de 36 regionale Beleidsbij- eenkomsten, waar zij met een lid van de Raad van Beheer en hun regiodirecteur nader van gedachten konden wisselen over de noodzaak in de komende jaren groeibeleid om te buigen naar krimpbeleid. Wij bezochten een bijeenkomst in de regio Roermond. Ondanks krimp toch coöperatief bankieren Een goede en betrokken discussie Onder de hanebalken van het Regiokantoor Roermond werd stevig gediscussieerd. Bank Bestuurder 2e jaargang nummer 3 pagina 15

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Bank & Bestuurder' | 1993 | | pagina 15