sin dacht. Er zijn goede initiatieven geno men. zoals het Garantie- en Projecten fonds, maar of die het lid dichter bij de coöperatie brengen? Ik betwijfel het. Daarvoor zijn aanwijsbare zakelijke voordelen nodig. Daarvoor hebben we immers de coöperatie opgericht. Het spanningsveld tussen de vereniging en de onderneming is er altijd geweest en zal altijd blijven. Ik geloof ook niet in de uitspraak dat in het verleden coöpe ratief zaken doen een ideologie of bijna een religie was. In de kleine vijftig jaar dat ik in deze sfeer mee loop. heb ik dat nooit ervaren.' De heer Van Maldegem voelt zich nog steeds sterk betrokken bij de Rabo bank. De ontwikkelingen rond de tari fering van het betalingsverkeer heeft hij op de voet gevolgd. 'Eigenlijk hebben wij in onze subcommissie Financiële Verhoudingen daar al een voorzet voor gegeven. Toen al stelden wij dat de kos ten van het bankbedrijf moesten worden gedragen door de gebruikers van de diensten. Verbazingwekkend eigenlijk dat dit probleem zo lang is blijven sle pen. Toch heb ik wel moeite met be paalde onderdelen van die tarifering. Dat geldt bijvoorbeeld voor het tarief bij kasopnames. Mijn generatie houdt er niet van geld uit een automaat te halen. Wij waarderen de sfeer in de bankhal en de persoonlijke bediening.' veel betaalrekeningen hadden en dat de daarmee samenhangende kosten onvol doende door de opbrengsten werden ge compenseerd. Ik realiseer me dat heel veel zaken waarmee onze commissie zich bezighield voorde bestuurders van onze banken taaie materie moeten zijn. Voor ons was het een stuk eenvoudiger. Al discussiërend krijg je toch geleide lijk een goed beeld van de samenhang en weetje ook als betrekkelijke leek aar dig je weg in dat doolhof te vinden. Ik heb dan nog het voordeel dat ik altijd al sterk geïnteresseerd ben geweest in ban caire onderwerpen. Ik zit altijd te snuffelen in artikelen en boeken die daarover gaan. Het is mijn hobby. En eigenlijk had ik niet zo'n moeilijke taak. Ik was voorzitter, dus primair verant woordelijk voor een goed verloop van de vergaderingen. Wel was het soms no dig bepaalde stokpaardjes op de juiste plaats in de stal te zetten.' De heer Van Maldegem heeft zijn sporen in het coöperatieve kredietwezen ruimschoots verdiend. Als 23 jaar jon ge boer en pionier vanuit Zeeland stond hij in 1944 aan de wieg van de toenma lige Raiffeisenbank in de Noordoost polder. Twee jaar later trad hij toe tot het bestuur van die bank. Vanuit die po sitie werd hij in 1935 benoemd in de Ring Overijssel, vervolgens in de Centrale Ringvergadering en na de fusie in de Centrale Kringvergadering. Daarnaast vervulde hij onder meer func ties in ons Pensioenfonds, de spoed- commissie uit de Centrale Kringverga dering en de CAAR. Voor zijn grote en vele verdiens ten ontving hij uit handen van de heer Mertens de gouden Rabobankspeld met briljant. Ook rond de fusie tussen de beide centrale organisaties heeft de heer Van Maldegem veel van zich laten horen. 'Ik ben er altijd een groot voorstander van geweest de plaatselijke banken sterk te betrekken bij belangrijke besluiten. En het fusiebesluit was buitengewoon be langrijk. Ik vond gelukkig voor deze me ning bij de heer Mertens een goed oor. Al geruime tijd voor het eigenlijke fu siebesluit hebben we in verschillende commissies met alle groeperingen ge discussieerd over de vormgeving van het samenwerkingsverband. Ikzelf zat in de 'Commissie van 18' waar veel is gedis cussieerd over de harmonisatie van de beide organisaties. Het was een emotio nele tijd, die ik niet graag had willen mis sen. Wat ik, daarop terugkijkend, uiter mate belangrijk heb gevonden, is dat bij de fusie de gelijkwaardigheid van beide partners voorop stond. Al was de ene or ganisatie omvangrijker dan de andere, we hebben toch steeds gesteld dat beide partners als gelijken moesten worden be schouwd. Dat uitte zich in allerlei be sluiten. zoals de bezetting van zetels in commissies, in organen en dergelijke.' Het coöperatieve ka rakter van de organisatie vindt de heer Van Mal degem van onschatba re betekenis. Tegelij kertijd realiseert hij zich dat het buitenge woon moeilijk is om dit karakter ook her kenbaar te maken voor de leden. 'In de Struc tuurcommissie en later nog in een commissie on der leiding van Wijffels is veel nagedacht over de coöpera tie. Een moeilijke materie ook al omdat er binnen onze organisatie uiteenlopend over wordt ge- De heer Van Maldegem besluit: 'Ik heb een heel mooie bestuurderscarrière in onze organisatie mogen hebben. Bij het ouder worden denk ik daar met dank baarheid aan terug. Maar sommige zaken kunnen nog wel eens knagen. Zo is de in formatievoorziening aan ex-bestuurders absoluut ontoereikend. Door in één avond de tot nu toe verschenen afleveringen van Bank Bestuurder door te lezen, heb ik meer informatie gekregen dan in de af gelopen vijfjaar. Daarnaast maak ik me ook zorgen over de verminderde aandacht die onze agrarische leden krijgen. Dal gaat ten koste van ons marktaandeel. Ten slotte: Jongeren die een bestuursfunctie ambiëren en graag applaus voor zichzelf wensen, zouden in mijn ogen een andere richting moeten zoeken dan de banken- sector.w Verdiensten voor het coöperatieve kredietwezen Coöperatie: zakelijke voordelen Aandacht voor de agrarische sector Bank Bestuurder 2e jaargang nummer 2 pagina 7

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Bank & Bestuurder' | 1993 | | pagina 7