In de maand januari is het aantal medewerkers van Rabobank Nederland en de aangesloten banken, gemeten in volledige arbeidsjaren, met 216 terug gelopen. Dat is goed nieuws over de start die we maken met de uitvoering van de eenachtste operatie waartoe we vorig jaar gezamenlijk hebben besloten. We maken die start tegen de achter grond van de beoogde èn bereikte sta bilisatie van de personeelsbezetting in 1992. Opvallend daarbij is overigens dat die stabilisatie is gerealiseerd bij een groei van het aantal medewerkers met nog ruim 300. De toename van deel tijdwerk verklaart het verschil. In deel tijdwerk wordt kennelijk een mogelijk heid gezien om loonkostenreductie te combineren met continuering van het dienstverband met individuele mede werkers. We sluiten daarmee aan op een maatschappelijke trend in de richting van meer individueel maatwerk, ook wat betreft arbeidsduur. Wat daar ook van zij, het jaar '93 hebben we ingezet met een stevige stap in de voorgenomen richting. Dat is be moedigend, maar zoals we weten, maakt één zwaluw nog geen lente. Er zullen nog vele even stevige stappen op dit pad moeten volgen om ons te bren gen waar we heen willen. De lijnen daarvoor zijn uitgezet en een aantal be langrijke instrumenten operationeel. Waar het de komende tijd vooral op aankomt, is het zorgvuldig en vasthou dend uitvoeren van het proces van ge leidelijke relatieve kostenreductie. We hoeven ons geen illusies te maken: het zal een taai proces zijn, dat zonder voortdurende geconcentreerde aandacht van management en bestuur gaat slip pen voor je het weet. Maar zoals op ve le terreinen kunnen we in de organisa tie ook hier leren van eikaars inzichten en ervaringen. Het is vooral ook tegen die achter grond dat in de eerste maanden van dit jaar conferenties zijn en worden gehou den, zowel voor directeuren als be stuurders, over de wijze waarop we de kostendoelstellingen kunnen realiseren en ieders rol daarin. Wij hopen en ver wachten dat ook op dit voor onze orga nisatie nieuwe traject van kostenreduc tie, ons tot dusverre zo succesvolle con cept van decentrale verantwoordelijk heid zijn vruchten zal afwerpen. Wie de ontwikkelingen die zich vol trekken in onze markten op de voet volgt, zal overigens slechts worden gesterkt in de overtuiging dat we die vruchten hard nodig hebben om onze bank op coöpera tieve koers te houden. Met name in de spaarmarkt voltrekt de wijziging in de concurrentieverhoudingen zich razend snel. Het nieuwe hoogrentende spaar- produkt van de Postbank is daar nog weer eens een uiting van. Voor ons heeft dat tot gevolg dat de opwaartse druk op de gemiddelde verkrijgingsprijs van on ze middelen blijft aanhouden. Die ge middelde verkrijgingsprijs kruipt daar door steeds dichter naar het niveau van de externe rente toe. Bedroeg twee jaar geleden het verschil tussen die twee nog 3,6%, voor dit jaar verwachten we een verdere teruggang tot 1.9%; een bijna halvering in drie jaar tijd! Het voordeel van voldoende en relatief goedkope mid delen dat lange tijd een sterke pijler on der onze concurrentiekracht is geweest, wordt daarmee in zeer snel tempo aan getast, sneller zelfs dan voorzien. De beleidsreactie daarop is tweele dig: enerzijds verhoging van de provi siebaten (betalingsverkeer, All Finanz- produkten) en anderzijds de al genoem de kostenbeheersing. Lopend op deze twee benen moeten we ons de komende jaren een weg banen naar een toekomst, waarin we nog steeds een kredietco- operatie zijn, die voordeel voor de leden oplevert. Gemakkelijker is dat er door alle veranderingen niet op geworden, maar onmogelijk evenmin. De verschuivin gen in de markt spelen in het voordeel van de spaarders en ten nadele van kre dietnemers. Ook wij ontkomen er niet aan de consequenties daarvan in onze tariefstelling te verwerken. Maar het scheelt een flinke slok op een borrel als we ons beleidsprogramma daadwerke lijk uitvoeren. Volledige uitvoering van de eenachtste operatie maakt, vergele ken met ongewijzigde relatieve kosten, een verschil uit van 0,8%-punt op het ta rief van de variabele lening. Dat is een wezenlijk verschil dat we moeten in casseren om trouw te blijven aan onze statutaire opdracht. Het is deze inzet die centraal staat in de komende regionale beleidsbijeenkomsten voor bestuurders. Ik hoop dat ze zeer vruchtbaar zul len zijn! Drs. H.H.F. Wijffels Bank Bestuurder 2e jaargang nummer 2 pagina 4

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Bank & Bestuurder' | 1993 | | pagina 4