Een bestuurder neemt afscheid Zijn omgeving beschrijft hem als degelijk, integer, soms een beetje autoritair, een tegen stander van het vergaderen om het vergaderen, een man die in Kringvergaderingen van zich laat horen, iemand met veel levens wijsheid, een goed klankbord, een vertrouwensman en vooral iemand die erg betrokken is bij zijn bank. Bij deze bank kwam hij in I949 binnen als jong lid van de raad van toezicht. Daarbij trad hij - in die tijd niet onge bruikelijk - in de voetsporen van zijn vader die tot enkele jaren daarvoor de bank als bestuurslid had gediend. Zijn motieven om zich be stuurlijk aan de toenmalige Boe renleenbank te verbinden waren heel simpel. 'Je werd gevraagd en dan deed je dat. Dat gold ook voor mijn andere functies. Ik heb functies gehad bij het Water schap. bij de K.I.-vereniging en bij de melkcontrole. Je wist best dat al dat bestuurlijk werk veel consequenties had. Je was wei nig thuis. Je vrouw moest veel opvangen en misschien leed je werk op de boerderij er ook wel onder. Ik vond de functie bij de bank overigens wel erg interessant, zeker toen ik na ver loop van een aantal jaren overging van de raad van toezicht naar het bestuur. Je merkte toen dat wat je in de ene functie leerde ook goed bruikbaar was in ande re functies.' 'Als bestuurder van een bank moet je een brede interesse hebben, je moet nuchter zijn, beschikken over de nodi ge ambities, in de breedte bezig willen zijn en je moet bereid zijn tijd in zo'n functie te investeren, ook in de avond uren. Je hebt een behoorlijke verant woordelijkheid. In het begin bemoeide je je natuurlijk sterk met de kredietver lening. Ik heb daarbij altijd het principe gehuldigd dat de kredietvrager in staat moest zijn op enig moment het geleen- de geld uit de opbrengsten van zijn be drijf weer terug te betalen. Ik heb me er tegen verzet uitsluitend te financieren op zekerheden als je tegelijkertijd vraagtekens moest zetten bij het onder nemerschap van de boer. Je loopt dan misschien als bank geen direct risico, maar als je als bestuur ziet aankomen dat de ondernemer het niet zal redden, dan moet je hem tegen zichzelf be schermen en de financiering niet ver strekken. Je moet daar wel duidelijk in zijn. Het geforceerd beëindigen van een bedrijf is voor niemand goed. Boven dien krijg je vaak nog negatieve publi citeit ook. Ik huldig dit standpunt nog steeds, ook bij niet-agrarische bedrij ven." Vanzelfsprekend heeft de heer Straathof in de afgelopen 43 jaar veel zien veranderen. Van een bank met één werknemer (de kassier) in een eenvou dig onderkomen, is de bank thans ge groeid tot een onderneming met ruim 50 medewerkers en een balanstotaal van bijna 300 miljoen. De huisves ting is onlangs opnieuw verbe terd en na een ingrijpende ver bouwing beschikt de Rabobank Mijdrecht thans over een modern kantoor. Veel aandacht heeft het bestuur in de afgelopen jaren ook besteed aan de kwaliteit van het personeel. 'Je ziet dat de eisen die aan het bankieren worden ge steld, steeds hoger worden. We hebben dus veel geïnvesteerd in opleidingen en het aantrekken van goed gekwalificeerde mede werkers. Ik ben ervan overtuigd dat de bank nu beschikt over een goed team en dat we in staat zijn in Mijdrecht onze vooraanstaan de positie als bank te behouden.' Niet alleen de bank is sterk gegroeid, maar ook de moeilijk heidsgraad van het besturen. De heer Straathof is daar duidelijk over: 'Je moet als bestuurder en zeker als voorzitter goed op de hoogte blijven van alle ontwik kelingen. Ik ga regelmatig buur ten bij mijn directeur om te ho ren wat er zoal is veranderd en wat daarvan voor mij van belang is. Ook Bestuurdersconferenties heb ik regelmatig bijgewoond. Bovendien kun je ook veel op steken van de contacten met het Regio kantoor. Daar hebben we een goede ver houding mee.' Na 43 jaar was het afscheid feeste lijk. Stilzitten zal de heer Straathof niet. Zijn samen met zijn zoon geëxploiteer de bedrijf met 45 melkkoeien vragen nog veel van zijn aandacht. Hij heeft er nog voldoende energie voor. Ze worden zeldzamer: bestuurders die na een half mensenleven afscheid nemen van hun bank. Kan een baan, die toch veel van je vrije tijd vergt, zo boeiend zijn dat je al die jaren in functie blijft? En hoe slaag je erin bij te blijven? De heer A.E. Straathof is zo'n bestuurder. Eind 1992 nam hij afscheid van zijn bank Mijdrecht, na 43 jaar. De 70 gepasseerd, maar nog volop in staat zijn bank als voorzitter van het bestuur te leiden. Afscheidnemende Straathof: Door regelmatig bij mijn directeur te buurten en het bezoeken van bestuurdersconferenties, bleef ik op de hoogte.' Bank Bestuurder 2e jaargang nummer 2 pagina 22

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Bank & Bestuurder' | 1993 | | pagina 22