Enkele maanden geleden is op ver zoek van de bank voor de bestuurders een avondconferentie gehouden over financiële besturing. In deze bijeen komst werd onder andere ingegaan op de betekenis van de stuurgrootheden en de wijze waarop ermee kan worden om gegaan. 'De conferentie was helemaal toegesneden op onze situatie. Wij zijn nu eenmaal moeilijk vergelijkbaar met de gemiddelde bank. We zitten als gro te stadsbank met specifieke vragen', al dus Rexwinkel. Algemeen directeur Oerlemans: 'Bij die conferentie hebben we stilgestaan bij de manier waarop je normen en streefcijfers hanteert, in ver gelijking met andere banken, maar ook voor de doelstellingen van onze eigen bank. Het vooraf bepalen van normen was heel moeilijk door het ontbreken van vergelijkende cijfers. Met de stuur grootheden als instrument kun je beter uit de voeten met een beleidsvisie en de neerslag daarvan in de begroting.' Rexwinkel is van mening dat door de invoering van de stuurgrootheden het bestuur gemakkelijker het reilen en zei len van de bank kan beoordelen. 'De produktiviteit per werknemer, de kosten per werknemer, onze huisvestingskos ten, ons bancair resultaat per mensjaar. Het bestuur heeft meer mogelijkheden gekregen om de directie te vragen hoe ontwikkelingen plaatsvinden.' Van Vught wijst in dit verband met enige reserve op de vooral relatieve be tekenis van de stuurgrootheden. 'Ze hebben op dit moment nog vooral bete kenis in relatie met andere banken. Pas als wij ze enige jaren in onze eigen situatie hebben gehanteerd, kun je ze vergelijken met voorgaande jaren.' De Rabobank Nijmegen heeft als stadsbank een groot aandeel in de fi nanciering van het Nijmeegse bedrijfs leven. De wijze waarop het werkgebied is ingedeeld, vormt tijdens de bestuurs vergaderingen regelmatig onderwerp van discussie. Voorzitter Rexwinkel: 'Veel Nijmeegse ondernemers moeten bij doorgroei de stad verlaten en vesti gen zich dan vaak op een bedrijventer rein buiten ons werkgebied. We kunnen daar in feite geen zaken mee doen, ten zij we daarover overleg plegen met on ze zusterbank.' Directeur Oerlemans vertelt dat er in de meeste gevallen goe de afspraken kunnen worden gemaakt. 'We moeten er niet al te krampachtig over doen. Als grote bank heb je bijna per definitie klanten buiten je eigen werkgebied. We weten overigens ook heel goed dat veel Rabobanken klanten binnen ons werkgebied bedienen. Na tuurlijk zijn er wel eens conflicten. Ik kan echter rustig stellen dat die conflic ten vrijwel steeds oplosbaar zijn', aldus Oerlemans. Rexwinkel: 'Dat banken er onderling moeite mee hebben, vind ik niet zo erg. Ik vind het veel erger als klanten daardoor in de problemen ko men.' Oerlemans merkt op dat de bank Nijmegen niet actief acquireert: 'Som mige bedrijven buiten ons werkgebied bankieren bij een concurrentbank in Nij megen. Wij komen die ondernemers na tuurlijk ook tegen in bijeenkomsten van de Maatschappij voor Nijverheid en Ifandel, het N.C.W.. de Nijmeegse On dernemerssociëteit en bij recepties en dergelijke. Als ze dan belangstelling blijken te hebben voor de Rabobank, zoeken ze bijna vanzelfsprekend contact met ons. Bedrijven kloppen ook bij ons aan. omdat een collega-ondernemer hen verteld heeft, dat hij op bepaalde terrei nen goede ervaringen met ons heeft. Be staande klanten en netwerken kunnen een grote rol spelen bij de toevallige ac quisitie.' Directeur Oerlemans vertelt dat de bank Nijmegen vooral als een efficiën te particuliere bank bekend wil staan. 'Dat wat met een automaat kan, gebeurt gewoon via een automaat. Bij onze kan toren geldt soberheid als devies voor de bedrijfsvoering. We wijken niet af van het organisatiebeleid voor wat betreft de diverse produktvormen. Wat centraal bij Rabobank Nederland is ontwikkeld voor de massamarkt, nemen we over. Het bestuur besteedt daar ook minder aandacht aan. Het neemt kennis van tariefswijzigingen, maar die worden automatisch doorgevoerd. Ontwikke lingen in het distributiebeleid worden echter wel uitvoerig besproken in het bestuur. Een voorbeeld daarvan is de vraag hoe je met openstellingstijden omgaat. Uiteindelijk hebben we beslo ten om elke dag pas om vijf uur te slui ten, maar de bank niet open te stellen op de koopavond.' De discussies in de gecombineerde vergaderingen van de colleges rond de werkgebiedsindeling zullen hun neer slag vinden in een beleidsnota: Beleid 2000. Onder meer ter voorbereiding hierop hebben twee leden van de raad van toezicht van de bank hun visie ge geven op de gevolgen van de aanwijzing van de as Arnhem-Nijmegen als stede lijk knooppunt. Hun visie is neergelegd in de nota 'Nijmegen Verkend'. Derge lijke planologische ontwikkelingen heb ben in de ogen van de colleges zeer be langrijke consequenties voor het werk gebied. Rexwinkel: 'We hebben gekeken naar wat de beste indeling zou zijn. We zouden eigenlijk op een andere manier met de historisch-geografische grenzen van de werkgebieden moeten omgaan. Je moet dan echt denken aan vormen van hechte samenwerking of fusies.' Van Vught: 'Wij hebben Rabobank Ne derland gevraagd om voor die bovenlo kale problemen een oplossing te zoeken. Maar we moeten constateren dat ook daar het antwoord nog niet is te vinden. Toch gaat dat proces door. Dat roept op den duur zoveel weerstand op, dat waar schijnlijk reacties zullen volgen.' Het bestuur van de bank vindt dat de oplos sing uiteindelijk in overleg tussen de banken moet worden gevonden. Rex winkel: 'Het moet binnen de lokale ban ken op te lossen zijn. We doen er zelf al veel aan. Maar het kost enige tijd voor je met andere banken een band van ver trouwen hebt opgebouwd. Die is nodig om tot oplossingen te komen. Als je als grote bank het initiatief neemt, wordt dat gemakkelijk opgevat als een poging om kleinere banken op te slokken. We doen het echter in het belang van de or ganisatie: de leden moeten weten waar ze aan toe zijn.' Van Vught voegt daar- Avondconferentie over financiële besturing De Rabobank Nijmegen heeft als grote stadsbank te maken met heel specifieke vragen. Grote bedrijvenbank Efficiënte particuliere bank Beleid '2000' Bank Bestuurder 2e jaargang nummer 2 pagina 20

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Bank & Bestuurder' | 1993 | | pagina 20