verantwoordelijkheden zijn. Als je dat
weet. dan zul je die gezamenlijke ver
antwoordelijkheid samen moeten in
zetten voor een gemeenschappelijke
strategie en een gemeenschappelijk be
leid. Daarbij doet zich regelmatig de
vraag voor of ook de directeur niet zou
moeten worden aangemerkt als een or
gaan van de coöperatie. Ik ben daar
geen voorstander van. We zouden daar
mee een waardevol evenwicht verbre
ken. De verantwoordelijkheid van de
leden zijn wij in het leven geroepen.
In dit hele verhaal is het overigens
wel van groot belang dat er met name
tussen de voorzitter van het bestuur en
de directeur een uitstekende relatie be
staat. In mijn eigen functioneren ervaar
ik dagelijks hoe belangrijk dat is. Die
uitstekende relatie was er met de heer
Lardinois en is er nu met de heer
Wijffels. Daarom heb ik het ook een
vanzelfsprekendheid gevonden dat
mijn beoogde opvolger, de heer Meijer,
bestuurder zou dan te marginaal wor
den en ik denk, eerlijk gezegd, dat veel
goede bestuurders die wij thans heb
ben, weinig interesse zouden hebben in
een uitgeklede rol. Natuurlijk wordt nu
ook door middel van mandatering veel
aan de directeur overgelaten. Maar het
bestuur blijft uiteindelijk wel verant
woordelijk. Als de directeur wordt ge
zien als een orgaan van de coöperatie,
dan komt er ook een scheidingswand
tussen het beleidsmatige en het bancair-
technische. Ik sta daar wat huiverig te
genover.
Het bestuur kan niet een soort af
geleide worden van de directeur, maar
moet verantwoordelijk zijn voor het
hele functioneren van de bank, onge
acht het mandaat dat de directeur heeft
gekregen. Het bestuur is immers de re
presentant van de leden, en voor die
eerst een gesprek had met de heer
Wijffels voordat hij zijn kandidatuur
aanvaardde. Ook bij de plaatselijke
banken is het van groot belang dat er
een goede relatie bestaat tussen bestuur
- en met name diens voorzitter - en de
directie. Er moet naar mijn gevoel spra
ke zijn van een twee-eenheid. Ik zou
niet willen spreken van elkaar aanvul
len, want daarmee suggereer je dat een
van beiden tekort schiet. Het is het sa
men kunnen functioneren op bestuur
lijk en bancair terrein met een vage be
grenzing. Een koppel waar niemand
een wig tussen kan drijven. Als het zo
werkt, denk ik dat dat ook een verkla
ring is voor het uitstekend functioneren
van veel van onze banken. Succesvolle
voorzitters en bestuurders hebben vaak
een agrarische achtergrond. Ik heb
graag met hen te maken. Ze hebben een
brede kijk op zaken, denken genuan
ceerd en betrekken alle mogelijke as
pecten bij hun afwegingen. Bovendien
hebben agrariërs van jongsaf aan vaak
een goede voedingsbodem voor het be
stuurlijke werk. We moeten daar zui
nig op zijn en hen een rol laten blijven
spelen in onze bestuurlijke activiteiten.
We zouden anders ook vervreemden
van onze primaire ledengroep en dat ga
je absoluut merken."
Gevraagd naar zijn meest plezie
rige ervaring in 1992 als voorzitter van
de Raad van Beheer, aarzelt de heer
Van Verschuer geen moment: "De be
noeming van mijn opvolger, de heer
Meijer. Dat was voor mij een hoogte
punt. We zijn als Raad van Beheer heel
lang en heel serieus bezig geweest met
een profiel voor mijn opvolger en zijn
tenslotte tot de conclusie gekomen dat
Meijer daar perfect in paste. Hij zal het
ongetwijfeld anders gaan doen dan ik
het de afgelopen bijna 10 jaar heb ge
daan, maar hij heeft de juiste instelling.
Ook hij beschouwt onze organisatie
vanuit de optiek van de aangesloten
banken en niet vanuit de top. Dat heb ik
al kunnen vaststellen bij de introduc
tieronde bij de plaatselijke banken,
waar we nu mee bezig zijn.
De benoeming van de heer Meijer
herinnert mij overigens ook aan een
minder plezierige ervaring in het afge
lopen jaar. Dat was het incident in de
Algemene Vergadering. Dat had ik be
ter moeten doen. Ik blijf overigens van
menig dat - zeker na de zorgvuldige
voorbereiding in kringen en centrale
kring - dit soort vragen niet past in een
massale vergadering. We stellen elkaar
in onze organisatie ten overstaan van
3.000 mensen en de pers geen gewe
tensvragen."
"Het bestuur is immers de representant van de leden, en voor die leden zijn wij in het leven geroepen."
Het hoogtepunt in 1992
Bank Bestuurder 2e jaargang nummer 1 pagina 7