bleem. De inhoud van de informatie zou volgens 50van de ondervraag den verbeterd kunnen worden. Bijvoor beeld door deze korter en zakelijker te presenteren", aldus Visscher. Drs. A.J.G. Bartels, voorzitter van het bestuur van de Rabobank Utrecht, was betrokken bij de voorstudie van het onderzoek. Hij is niet verbaasd dat de bestuurders tevreden zijn over hun relatie met de directie. "Wij hebben een open communicatie met de directeur en uit mijn contacten met bestuurders en directies van andere banken is mij gebleken dat dit ook daar zo is. Die open communicatie is heel wezenlijk als het gaat om goede informatie. Als die basis er niet is, krijg je verkeerde, gekleurde informatie. Ik heb bijna wekelijks contact met de directeur over de agenda van de bestuursvergadering en de stukken die erbij horen. Die informatie kiezen we samen." Bij goede informatie gaat het niet zo/eer om kwantiteit, maar om kwali teit. De volledigheid, de tijdigheid van de informatie en of het op bestuursni veau is toegespitst, bepalen of de infor matie goed is. Bartels hecht zelfbij het nemen van besluiten veel waarde aan informatie over ontwikkelingen en trends. "Je moet geen besluiten nemen op basis van momentopnames. Wij zijn in Utrecht enige jaren geleden overge gaan op een rentabiliteitsberekening per kantoor. Je moet dan een keuze maken voor een bepaald instrumentari um. Ik vind het systeem datje kiest op dat moment niet zo interessant, maar je moet er één kiezen. Wees geïnteres seerd in de uitkomst, maar zorg er vooral voor dat het volgend jaar weer gebeurt en via hetzelfde systeem. En tussen nu en volgend jaar moet je in bestuurlijke zin geen enkel besluit nemen. Want je hebt wel informatie, maar die informatie staat in geen enke le context, noch historisch, noch in een toekomstperspectief. Je weet helemaal niet waar het naartoe gaat met zo'n kantoor, of waar het vandaan komt." In de enquête werd ook geïnfor meerd naar de bruikbaarheid van infor matie van Rabobank Nederland en die van de eigen bank. De schriftelijke en mondelinge informatie van de eigen bank scoorden op die vraag het hoogst. In zekere zin is dat ook logisch, omdat het voor Rabobank Nederland ondoen- Bartels: "Je moet lijk is voor alle 771 banken informatie niet op basis van op maat te brengen. Onderzoekster een momentopname Visscher: "Bestuurders zijn erg betrok- besluiten nemen." ken bij de eigen bank. Daar willen ze het liefst informatie over hebben en dat in een korte en zakelijke vorm. Mis schien dat daarom video's, voorlich tingsmateriaal en een bestuurders informatie-telefoon niet zo hoog door bestuurders worden gewaardeerd. Wel geven veel bestuurders aan behoefte te hebben aan meer achtergrondinforma tie." Ze constateert ook dat de directeur een grote rol speelt in het op maat maken van informatie. Bartels is het daarmee eens. "Alle informatie van Rabobank Nederland is noodzakelijker wijs informatie aan een niet-bestaande, gemiddelde bank. Ik vind het een taak van de directie om voor bestuur en raad van toezicht de vertaalslag te maken naar de eigen situatie." Bestuurders krijgen veel informatie toegestuurd. Toch hoeft de hoeveelheid geen probleem te zijn, vindt Bartels. "Ik zal me daar nooit aan storen. Als er een artikel verschijnt over de ontwikke lingen in de agrarische sector, ben ik als boerenzoon geïnteresseerd, maar ik zal het niet als bestuurder van de Rabo bank Utrecht lezen. Want in ons werk gebied is geen enkel agrarisch bedrijf meer gevestigd. Maar voor anderen binnen de organisatie kan het wel inte ressant zijn. Je moet zelf de selectie maken van zaken die voor je eigen situatie van belang zijn. Je moet het steeds vertalen naar je eigen functie. De circulaires bijvoorbeeld zijn. omdat we veel gemandateerd hebben, primair bedoeld voor de directie. We krijgen alle circulaires één keer per maand keurig in een mapje ter informatie. Als er niets bijzonders bij zit. dan gaat het de papiervernietiger in." De enquête bevestigt dat bestuur ders veel behoefte hebben aan contact met bestuurders van andere banken. Gerjon Visscher: "Ik denk dat het belangrijk is dat daarvoor in conferen ties en kringvergaderingen nog meer gelegenheid wordt geboden." Bartels vindt de inbreng van de plaatselijke banken bij conferenties en kringverga deringen van groot belang. "Er zijn bijna 800 banken met een schat aan know how en expertise. Het is de vraag hoe je dat genereert. Banken moeten zich actiever opstellen voor het uitwis selen van ervaringen en zij moeten hun inbreng vergroten bij conferenties en kringvergaderingen. De kringbesturen en Bank en Bestuurder kunnen daarbij een stimulerende rol spelen." Het onderzoek naar de informatie voorziening roept bij de Vakgroep Bestuurders ook vragen op. Wint Huijs, hoofd van de Vakgroep: "Hoe wel uit de enquête een zekere tevreden heid blijkt, neemt de helft van de ondervraagden toch de moeite om sug gesties voor verbetering te noemen. Dat geeft te denken. Deze maand star ten we met een onderzoek waarin meer aandacht aan die suggesties en aan de centrale rol van de directeur zal worden besteed." Open communicatie noodzakelijk Bruikbaarheid informatie y. Bank Bestuurder le jaargang nummer 4 pagina 9

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Bank & Bestuurder' | 1992 | | pagina 9