Column
In onze Rabobankorganisatie is de
trek naar het buitenland nog maar van
recente datum. Nauwelijks tien jaar
geleden waren de activiteiten in het bui
tenland nog van ondergeschikte beteke
nis. Daarin is in de loop van de jaren
tachtig ras verandering gekomen en dit
gegeven laat de aangesloten banken niet
onberoerd. Daarom heeft de Raad van
Beheer in Id85 een werkbezoek
gebracht aan 'ons kantoor New York'
en is in januari van dit jaar een 'inspec
tietocht' gehouden in Hong Kong,
Singapore en Indonesië. Deze werkbe
zoeken hebben vooral tot doel gehad de
plaatsbepaling van de buitenlandse ves
tigingen binnen de totale organisatie
scherper in beeld te krijgen. En dit doel
is onvoorwaardelijk bereikt.
Dat het buitenland het binnenland
dient, is nog steeds het primaire uit
gangspunt van het buitenlandbeleid van
de Rabobankorganisatie. Daar komt
natuurlijk wel bij dat deze dienstverle
ning met het oog op onze primaire doel
groep - de leden-ondernemers - zo ren
dabel mogelijk moet verlopen. Dit
vertaalt zich in de bijdrage die het bui
tenland levert aan het organisatieresul
taat. Direct loopt hier een lijn naar de
professionele bediening van cliënten
van aangesloten banken door onze bui
tenlandse kantoren. Indirect is er een
verband dat loopt via de eigen rentabili
teit van de buitenlandse vestigingen. Dit
meer-sporenbeleid is de Raad van
Beheer in Zuid Oost Azië heel helder
geworden. Hierdoor wordt het ook van
zelfsprekend, dat een hechte veranke
ring van de buitenlandse activiteiten in
de totaliteit van de organisatie noodza
kelijk is.
De specifieke structuur van de
Rabobankorganisatie vraagt in dit ver
band ook een duidelijke verantwoor
ding van de Raad van Beheer aan de
(beheerscolleges van de) aangesloten
banken over de zin en het nut van het
buitenlandbeleid. Hierbij kunnen de
beleidsuitgangspunten van het Centrale
Bankbedrijf echter niet over het hoofd
worden gezien. Die uitgangspunten zijn
achtereenvolgens: buitenland dient bin
nenland, mondiale food en agribusiness
bank, en rendabele buitenlandse activi
teiten die de rentabiliteit van de totale
organisatie ondersteunen. Daarnaast
voert het CBB ook één van de grote
binnenlandse Rabobankactiviteiten uit
die het werkdomein van de aangesloten
banken aanvullen: het bewerken van de
grotere ondernemingen.
De internationale kracht van de
Rabobank als food en agribusiness bank
wordt in het Verre Oosten zeer duide
lijk geprofileerd. Maar zo'n profilering
gaat - zo is gebleken - niet voorbij aan
andere ontwikkelingen die zich in
Nederland zowel bij de aangesloten
banken als bij het CBB voordoen.
Vooral de grotere gerichtheid van de
aangesloten banken op het HID-seg-
ment van de binnenlandse bedrijven-
markt en de intensivering van de
bewerking van de grotere niet-agrari-
sche bedrijven door het CBB, hebben
hun invloed op de werkzaamheden van
de Rabobankvestigingen in het Verre
Oosten. In elke vestiging daar moet
meer en meer aandacht bestaan voor
zgn. Dutch-related activiteiten. Het
gevolg hiervan is, dat deze buitenlandse
vestigingen een tweeledige strategie
moeten voeren die de ontwikkelingen
binnen de Rabobankorganisatie dekt.
Het wordt daar dus balanceren geblazen
om goed aan deze uiteenlopende vragen
vanuit het binnenland te kunnen vol
doen.
De verankering van de Rabobank
in het Verre Oosten is in volle gang. Er
werken heel gemotiveerde mensen die
de Rabobank daar gezicht geven. Een
weg terug is niet meer mogelijk en
tevens ongewenst. De verwachte econo
mische groei in het Verre Oosten zal in
het komende decennium veel hoger zijn
dan in Europa. Dit betekent dat de risi
co's van politieke en economische aard
in dit deel van Azië de resultaten van de
Rabobankorganisatie steeds meer gaan
beïnvloeden. Maar het wil ook zeggen,
dat veel leden-ondernemers van onze
aangesloten banken steeds minder bui
ten de diensten van deze vestigingen
kunnen. Binnenland wordt dan ook
intensiever aan buitenland gekoppeld.
lid Raad van Beheer
N.H. Douben
Bank Bestuurder 1e jaargang nummer 4 pagina 4