Het uitstippelen van het beleid legt
dus een steeds groter tijdsbeslag op de
vergadering. "We zetten in het bestuur
de kaders uit. waarbinnen wij als Rabo
bank moeten gaan spelen. De directeur
en de afdelingshoofden werken dat ver
der uit in het beleidsplan. Het concept
beleidsplan wordt besproken en aange
vuld. en dan wordt het vastgesteld. De
raad van toezicht is in de gecombineer
de vergaderingen een goede adviseur
bij het vaststellen van onze hoofddoel
stellingen." Directeur Van den Meij-
denberg vertelt dat de concrete invul
ling van het beleidsplan nog niet
helemaal perfect is. "We reageren af en
toe nog ad hoe. We willen meer ge
structureerd werken, van kaders via
beleidsplan naar een activiteitenplan,
maar dat komt door tijdsdruk weieens
in de knel." Goossens vult aan: "De
Rabobankorganisatie heeft de Triple A;
ons uitgangspunt is de Triple K, waar
bij de eerste K staat voor Klantgericht
heid, de tweede voor Kwaliteit en de
derde voor Kostenbeheersing om opti
maal coöperatief te bankieren."
Bestuurdersconferenties zijn door
alle bestuurders van de Rabobank
Hoogeloon-Casteren bezocht. Voor de
nieuwe Vervolgconferentie Beleids
planning zijn de eerste twee alweer
ingeschreven. De handreikingen die op
de bestuurdersconferentie worden
geboden, worden gebruikt om de eigen
bank daaraan te toetsen. Het bestuur is
daarbij weieens voor verrassingen
komen te staan. Goossens: "Na de con
ferentie Financiële Besturing heb ik
onze bank getoetst aan de hand van
kengetallen, commerciële resultaten,
efficiency en effectiviteit. Toen ik de
directeur met de cijfers confronteerde,
kwam ik erachter dat de stuurparame-
ters die je krijgt van Rabobank Neder
land elkaar regelmatig tegenspreken."
Van den Meijdenberg reageert instem
mend: "De kengetallen uit de bestuur-
dersconferentie Financiële Besturing
zijn in strijd met die van andere pro
gramma's van Rabobank Nederland.
Bij de een hebben we bijvoorbeeld
twee mensen teveel, bij de ander zitten
we op niveau. Ik vraag me af welke
trapleuning het bestuur moet vastpak
ken om goed boven te komen." Van de
Wijdeven vult aan: "Die kengetallen
zijn heel belangrijk om te kunnen ver
gelijken met een andere bank. Die ver
gelijking moet betrouwbaar zijn. Dat
missen we nog."
Goossens vindt dat meer energie
moet worden gestoken in de voorberei
ding van kringvergaderingen. "We
komen sinds kort met beheerders van
vier banken bijeen. Dat doen we struc
tureel twee keer per jaar, steeds vooraf
gaand aan de kringvergadering. Het is
nodig dat we beter voorbereid zijn om
de kringvergadering meer inhoud te
kunnen geven. De volgende stap is dat
we niet afwachten wat de hoofddirectie
te brengen heeft, maar zelf belangrijke
punten in de kringvergadering inbren
gen."
Voorzitter Goossens ziet wel
mogelijkheden om, uitgesmeerd over
enkele jaren, te komen tot een kosten
besparing van tenminste eenachtste. "Ik
denk wel dat Rabobank Nederland ons
daarbij goed zal moeten adviseren."
Van de Wijdeven voegt eraan toe: "Als
je bepaalde voorstellen krijgt van
Rabobank Nederland, dan zullen ze
ook instrumenten moeten bieden."
Directeur Van den Meijdenberg is van
mening dat die besparingen voor iedere
bank anders zullen uitpakken. "Rabo
bank Tilburg is proefbank binnen het
EDAB-project. Als je ziet wat zij kun
nen besparen op hun bankomvang, dan
vraag ik mij af hoe wij als kleine bank
hetzelfde percentage kunnen besparen
op de totale kosten. Procentueel dezelf
de besparingen zijn veel moeilijker te
verwezenlijken voor banken van onze
omvang dan voor veel grotere banken."
Goossens is van mening dat de banken
een heel belangrijke verantwoordelijk
heid hebben om zelf te sturen waar kan
worden bespaard. "Je dient per pakket
van diensten of activiteiten objectieve
normen en kengetallen te hebben die
worden gebruikt om te sturen naar een
zo efficiënt mogelijke uitvoering. Dit
kan ook worden gebruikt bij de keuze
van de breedte en diepgang van de aan
te bieden diensten."
Goossens: "We zien
dat we op termijn
als bank te klein
zullen zijn."
Kaders uitzetten
Stuurgrootheden
Kringvergaderingen
Geen kostenbesparing zonder inzicht
Bank Bestuurder le jaargang nummer 4 pagina 22