bij dezelfde bank dezelfde functie ver vullen, is omscholen of bijscholen vaak moeilijk. Als die directeuren met name te vinden zijn bij kleinere banken, dan zou dit extra complicerend kunnen werken. Juist uit die categorie zullen immers in de komende jaren de nodige banken verdwijnen." Enige maanden geleden heeft Management Ontwikkeling samen met de Vakgroep Management het initiatief genomen het managementpotentieel bij de aangesloten banken en de te ver wachten vraag te inventariseren. De eerste fase van dit project, het Manage ment Survey genoemd, is inmiddels afgerond. De regiodirecties hebben een beeld geschetst van de banken in hun gebied in 1995 en van het manage mentpotentieel. Het doel van de eerste fase was een globaal inzicht te krijgen in de omvang en de aard van de proble matiek. De inventarisatie was anoniem. Op de formulieren zijn geen namen van personen en banken vermeld. De uitkomsten van deze manage ment survey worden thans bestudeerd en besproken in een aantal overlegcommis sies binnen onze organisatie, zoals de Technische Overlegcommissies Manage ment Grote en Kleine banken. Ook vindt afstemming over de resultaten plaats met het hoofdbestuur van de VDR. Management Ontwikkeling wil behulpzaam zijn bij het zoeken naar de juiste man of vrouw op de juiste plaats. Zij wil hierbij de rol van inter mediair vervullen. Aan de ene kant wil zij een beeld hebben van de beschikba re functies, aan de andere kant van het beschikbare managementpotentieel. Daarnaast beijvert deze activiteit zich om een duidelijk inzicht te geven in de eisen die moeten worden gesteld aan managers. Daartoe is ook een raam werk ontwikkeld van kwalitatieve eisen waaraan managers van verschil lende typen banken moeten voldoen en is een overzicht opgesteld van de benodigde opleidingen. Directeuren van banken kunnen in het kader van hun loopbaanontwikkeling een beroep op Management Ontwikkeling doen. "Een eerste gesprek is van beide kan ten oriënterend en vrijblijvend. Aan de hand daarvan bepalen we samen met betrokkene of er verdere stappen wor den ondernomen. Als we doorgaan, kan in overleg worden besloten om een spiegelrapport of bemiddelingsrap port te maken, of een loopbaanonder- zoek te doen. Het is ook best mogelijk dat iemand pas benaderd wil worden voor het maken van een rapport als er een vacature is. Het rapport dat wordt opgesteld, is gebaseerd op een aantal gesprekken. Niet alleen met de kandi daat zelf, maar ook met mensen uit zijn omgeving die een goed beeld heb ben van het functioneren van betrokke ne. Voor een directeur is dat in elk geval zijn voorzitter van het bestuur en zijn adjunct-regiodirecteur." Slijkhuis benadrukt dat Management Ontwikke ling niet moet worden gezien als head hunter. "Als een directeur zelf heeft aangegeven van functie te willen ver anderen. en er doet zich een concrete mogelijkheid voor. dan benaderen we in eerste instantie die directeur zelf. Hij zal daar wel zijn voorzitter over moeten inlichten. Ik veronderstel dat hij al eens met het bestuur heeft besproken dat hij wil veranderen." Ook bij fusies kan Management Ontwikkeling een belangrijke rol ver vullen. Voogt: "Bij fusies wordt het bestuur gevraagd na te denken over een profiel van de directeur voor de nieuwe bank. Dat is geen gemakkelij ke taak. De positie van de directeur is immers ook onderwerp van de fusie onderhandelingen. Het bestuur moet vooraf in beeld brengen wat de vereis te kwaliteiten voor de directeursfunc tie van de nieuwe en veelal grotere bank zijn en welke capaciteiten de directeuren van de fuserende banken hebben. Daar moet heel objectief naar Slijkhuis: "We hebben kwantitatief een overschot aan managers, maar kwalitatief gezien een tekort." Management survey Management Ontwikkeling als intermediair Fusies Bank Bestuurder le jaargang nummer 4 pagina 16

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Bank & Bestuurder' | 1992 | | pagina 16