banken een optimale marktbewerking kunnen realiseren." De commissie heeft aansluiting gezocht bij de eerder genoemde rapporten van Rabobank Nederland en daarbij als invalshoek het streekplan Drenthe gekozen. In dit streekplan worden verzorgingsgebie den beschreven die uitstekend aanslui ten bij de bewerking door de banken van de lokale markt. De commissie is ook te rade gegaan bij een aantal exter ne deskundigen van de provincie. Dit alles heeft geleid tot een lezenswaardig rapport waarin een duidelijke relatie wordt gelegd tussen de planologische ontwikkelingen en de schaal waarop de Drentse banken dienen te functioneren. Consequent wordt daarbij vastgehou den aan de drie functies van de banken uit de nota 'Werkgebied en bankom- vang'. Het rapport bevat geen 'blauw druk' met voorstellen over aantallen banken, grootte en dergelijke. Het wil niet meer zijn dan een discussiestuk waarmee iedere individuele bank ver der kan. Het sterke punt van dit rapport is ongetwijfeld de herkenbaarheid van de beschreven ontwikkelingen en de noodzaak om deze ontwikkelingen een plaats te geven in het eigen beleid. De beide kringbesturen hebben het niet willen laten bij het toezenden van het rapport aan de banken. Zij hebben een discussiedag georganiseerd voor alle banken uit de provincie. Deze vond plaats op 22 juni jl. Voor een kleine 120 bestuurders en directeuren hield Hoofddirectielid H. van den Broek, een inleiding over de toekomst van de Rabobanken waarbij hij met name )NT WIK KELINGS- PERSPECTIEVEN RABOBANKEN IN DRENTHE [MwtaÊ E inging op de belangrijkste beleidsont wikkelingen voor de komende jaren. Vervolgens vond nog een korte toelich ting plaats op het rapport. De hele mid dag was gereserveerd voor onderlinge discussies, onder meer aan de hand van een aantal stellingen. De discussies werden voortgezet in een plenair debat. Opvallend was hierbij de grote betrok kenheid van de deelnemers bij het onderwerp van de dag en de principiële aard van veel vragen die betrekking hadden op het coöperatieve karakter van de organisatie. Voor veel bestuur ders en directeuren blijft het een moei lijke zaak de coöperatie voor de leden inhoud te geven, waarbij men zich heel goed realiseert dat juist die coöperatie wezenlijk is bij de beantwoording van de vraag naar de schaalgrootte van de bank. Regiodirecteur W. de Jong vond hierin aanleiding de vraag in het mid den te leggen of juist dit onderwerp het niet verdiende extra aandacht te krijgen in één van de komende Kringvergade ringen. De dagvoorzitter, ir. J. Hidding, sloot een dag van discussiëren af met de oproep de gedachtenwisseling bin nen de eigen bank voort te zetten. Binnen deze kring vindt op dit moment een structuuronderzoek plaats. De kring beslaat een groot deel van de provincie Utrecht: 25 banken met een grote variatie qua omvang, bancaire positie en activiteiten. Het gemiddelde balanstotaal bedraagt 180 miljoen. Juist omdat er bij deze banken zoveel verschillen zijn, is besloten het onder zoek uit te splitsen over drie homogene werkgebieden: het westelijk deel. het centrumgebied rond de stad Utrecht en het oostelijk deel, de Utrechtse Heuvel rug. Ook hier werd het initiatief tot het onderzoek genomen door het Kringbe- stuur dat drie bestuurders en drie direc teuren bereid vond in de commissie zit ting te nemen. Deze commissie liet zich bijstaan door de Adviesgroep Managementondersteuning en mede werkers van het Regiokantoor. Deze adviesgroep heeft inmiddels veel erva ring met dergelijke onderzoeken opge daan. Zij heeft aan acht onderzoeken meegedaan, waarvan er thans vier zijn afgerond. De doelstelling voor het onderzoek formuleerde het Kringbe- stuur als volgt: "Het inzicht krijgen in de kansen en bedreigingen in de markt, gebaseerd op structurele veranderingen in de omgeving van de banken, alsme de in de sterkten en zwaktes van de banken. De banken moeten op basis daarvan in staat zijn een (lange) termijn visie te ontwikkelen voor het gewenste kwaliteitsniveau waarmee, en de gewenste structuur waarin de markt moet worden bewerkt De commissie zal daartoe nadere aanbevelingen opstellen." Deze redelijk ambitieuze opdracht gaf de commissie aanleiding haar taak te faseren. In de eerste fase, die inmid dels is afgesloten, is de markt geïnven tariseerd en is de marktpositie van de Rabobanken in het gebied in kaart gebracht. Ook zijn de belangrijkste ont wikkelingen op het terrein van de Discussie Kring Midden Nederland Zuid Psychologische uitdaging Bestuurders en directeuren uit de Kring Midden Nederland Zuid bespreken hun rapport. "•rwftiipi Bank Bestuurder Ie jaargang nummer 3 pagina 8

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Bank & Bestuurder' | 1992 | | pagina 8