De CAAR het een en ander te vertellen over een bepaald onderwerp. "Onlangs heeft de heer Hageraats van de Bedrijfsgezond heidsdienst een inleiding gehouden over het Arbo-jaarplan. Bij zo'n gele genheid kunnen wij vragen stellen en opmerkingen maken over het plan of een bepaald onderzoek." De CAAR houdt zich bezig met het sociale beleid in ruime zin. De afgelopen tijd is veel aandacht besteed aan het Personeelsontwikkelingsbeleid. Ook zijn de Leidraad bij fusies, de Interne Arbeidsmarkt, de Rabo-hulp- 1 ijnhet jaarverslag van de Bedrijfsge zondheidsdienst (de BGD) en ontwik kelingen daarbij, de Richtlijn sociaal plan en wat kleinere aangelegenheden aan de orde gesteld. Mevrouw Van Berckel vertelt dat het werkgebied van de CAAR heel ruim is. "De CAAR wordt heel serieus genomen: wat men ons voorlegt, gaat soms heel ver. Het is goed als je op de hoogte bent van wat er in de organisatie wordt uitgedacht. Dat is bij de meningsvorming een plus punt." De heer De Boer is van mening dat de Raad van Beheer terdege reke ning houdt met de adviezen van de CAAR en dat ook daardoor de CAAR goed functioneert. De reglementen van de CAAR voorzien in de mogelijkheid minder heidsnota's in het advies in te voegen, waarin afwijkende opvattingen kunnen worden vermeld. "Daar wordt overi gens weinig gebruik van gemaakt", aldus de heer De Boer. "Het is meer een kwestie van georganiseerd vertrou wen: er heerst een goed klimaat in de CAAR, waarbij toch zaken kunnen worden gedaan. Bij Cao-onderhande lingen krijg je al snel een grimmiger sfeer", stelt mevrouw Van Berckel vast. De Boer: "Een heel sterk punt van de CAAR is dat werkgevers en werk nemers gezamenlijk advies uitbrengen. Dat betekent dat het een gewogen advies is. De werknemers en de werk gevers houden ieder apart vooroverleg, maar het is nog maar zelden gebeurd dat er geen eensluidend advies werd uitgebracht. Daarvoor doen werkgevers en werknemers samen hun best." De beide bestuurders voelen zich als werkgever de vertegenwoordigers van de plaatselijke banken. Mevrouw Van Berckel: "Bij alles wat we bespre ken, vragen we ons af hoe dat alles zal uitwerken bij de plaatselijke banken. De Richtlijn sociaal plan bij voorbeeld is een uitvloeisel van het sociaal plan bij reorganisaties van Rabobank Neder land. Dat is in overleg met de CAAR aangepast en op de plaatselijke banken toegeschreven." Een probleem waarmee de werk nemersdelegatie van de CAAR kampt, is dat het niet eenvoudig is kandidaten te vinden voor de regiocommissies. Deze commissies wijzen de werkne mersvertegenwoordigers van de CAAR aan. Vaak komt dat omdat de directeur aarzelt als één van de werknemers van zijn bank zich verkiesbaar wil laten stellen voor de regiocommissie. Als zo'n medewerk(st)er in de CAAR wordt gekozen, betekent dat, dat de directeur hem of haar nogal eens moet missen. De heer de Boer en mevrouw Van Berckel vinden die aarzeling begrijpelijk, maar beiden vinden het een slechte zaak als een directeur het een werknemer zou verhinderen zich kandidaat te stellen. De Boer: "Ik betreur het dat directeuren dan nee zou den zeggen. Het is niet altijd even ple zierig als een werknemer één dag in de twee weken vanwege zijn werkzaam heden voor de CAAR niet inzetbaar is op de bank. Je moet dat in de organisa tie van de bank opvangen. En het dient in goed overleg te gebeuren. Er moeten concrete afspraken worden gemaakt over de werkzaamheden voor de CAAR." Mevrouw Van Berckel: "Als je een geschikt iemand hebt, die goed zijn woord kan doen binnen de CAAR. is dat voor de hele organisatie van belang." De heer de Boer vindt daarbij één ding heel belangrijk: "De Rabo bankmedewerker is erg betrokken bij de organisatie. Iedereen is bezig in het belang van die bank en ervan overtuigd dat die bank overeind gehouden moet worden. Je moet ze dan wel gelegen heid geven aan overleg deel te nemen." De Boer: "De Rabobankmedewerker is erg betrokken bij de organisatie." De Centrale Adviesraad Arbeidsaangele- genheden Rabobankorganisatie (CAAR) advi seert de Raad van Beheer over het sociale beleid van de Rabobankorganisatie. Daaronder vallen ook de sociale aspecten van het algeme ne bedrijfsbeleid, tenzij die al inhoudelijk zijn geregeld in een collectieve arbeidsovereen komst. De CAAR bestaat uit een onafhankelijke voorzitter en 28 leden. De voorzitter van de Raad van Beheer van Rabobank Nederland is de voorzitter van de CAAR. De werkgeversvertegenwoordiging be staat uit twee leden, die voortkomen uit de besturen en/of raden van toezicht van de aan gesloten banken, twee leden van directies van de aangesloten banken en één lid van de Hoofddirectie van Rabobank Nederland. De werkgeversvertegenwoordigers van de CAAR worden benoemd door de Raad van Beheer van Rabobank Nederland op voor dracht van de Centrale Kringvergadering. De werknemersvertegenwoordiging telt 23 leden, die voortkomen uit de werknemers van de Rabobankorganisatie. Zij worden gekozen door en uit de regio commissies van de CAAR. Twee leden komen voort uit de ondernemingsraad van Rabobank Nederland. Regiocommissies worden door en uit de werknemers van aangesloten banken uit de verschillende regio's gekozen. Iedere regio commissie bestaat uit zes leden. Drie daarvan zijn afkomstig van banken mét en drie van banken zonder een ondernemingsraad. Volgens de wet is een bank met meer dan 35 medewer kers verplicht om een ondernemingsraad in te stellen. De CAAR bijeen Bank Bestuurder le jaargang nummer 3 pagina 15

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Bank & Bestuurder' | 1992 | | pagina 15