De CAAR: GEZAMENLIJK ADVIES STERKSTE PUNT De Rabobank heeft een uniek inspraakorgaan: de Centrale Adviesraad Arbeidsaangelegenheden Rabobankorganisatie, kortweg de CAAR. Zes keer per jaar komen werkgevers en werknemers van de aangesloten banken en Rabobank Nederland bijeen om zich te buigen over sociale aangelegenheden van de Rabobankorganisatie. Dit najaar vinden verkiezingen plaats voor de regiocommissies, waaruit leden van de werknemersdelegatie voortkomen. In de werkgeversdelegatie van de CAAR hebben twee bestuursleden van plaatselijke banken zitting: mevrouw mr. M. van Berckel-Wreesmann en ing. H. de Boer. Mevrouw Van Berckel is sinds 1984 lid van de raad van toezicht van de Rabobank Geldrop. In 1990 is zij door de Centrale Kringvergadering voor benoeming als lid van de CAAR voorgedragen. Zij heeft bestuurlijke functies vervuld op plaatselijk niveau. De heer de Boer is voorzitter van het bestuur van de op 1 juli jl. door fusie tot stand gekomen Rabobank Dalf- sen/Lemelerveld. Hij is tevens voorzit ter van de kring Sallland/Midden-Over- ijssel die nu fuseert met de kring Zwolle, en is sinds 1987 lid van de CAAR. Namens de Rabobank is hij lid van de Commissie van Toezicht van het Instituut voor Landbouwcoöpera ties in Gelderland, Overijssel en Flevo land. In het dagelijkse leven is De Boer directeur van het Werkvoorzienings schap Zwolle en omgeving. In de CAAR vindt overleg plaats tussen werkgevers en werknemers over sociale aangelegenheden die de hele Rabobankorganisatie aangaan. Door haar coöperatieve structuur is binnen onze organisatie de instelling van een centrale ondernemingsraad niet moge lijk. Maar mevrouw Van Berckel en de heer De Boer vinden dat dit geen beperking oplegt aan het functioneren van de CAAR. Mevrouw Van Berckel: "Er wordt erg veel waarde gehecht aan een over legorgaan in onze organisatie voor het sociale beleid, waarin alle geledingen bij elkaar zitten. In de structuur van de Rabobankorganisatie zijn de plaatselij ke banken zelfstandig. Door hun verte genwoordigers in de CAAR worden zij toch rechtstreeks betrokken bij het sociale beleid." Haar collega De Boer over deze zelfstandigheid: "Wij kunnen en willen ook niet anders. Iedere bank moet plaatselijk een eigen beleid kun nen voeren. Dat geldt ook voor het sociale beleid. We kunnen als CAAR wel adviezen aan de Raad van Beheer geven. Die kan dan de plaatselijke ban ken adviseren. Wat ik toch belangrijk vind. is dat er voor alle werknemers van de Rabobankorganisatie krachtens de Cao dezelfde arbeidsvoorwaarden gelden." De CAAR kan op verzoek perma nent. dan wel incidenteel adviseurs en deskundigen uitnodigen de vergaderin gen bij te wonen. Mevrouw Van Berc kel: "De heren Voogt, directeur Centra le Dienst Personeel, en Van Manen, hoofd Personeelsvoorwaarden, zijn bij alle vergaderingen van de CAAR aan wezig. Hun voorlichting over het socia le beleid is goed. De zaken die ons worden voorgelegd zijn degelijk voor bereid." De Boer vertelt dat de CAAR soms ook een deskundige uitnodigt om Bank Bestuurder 1 e jaargang nummer 3 pagina 14 Mevrouw Van Berckel: "De CAAR wordt heel serieus genomen."

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Bank & Bestuurder' | 1992 | | pagina 14