Samenspel bepaalt succes IN BEDRIJVENMARKT "Iedere dag opnieuw zullen we in ieder contact inet iedere ondernemer moeten bewijzen dat wij de beste zijn. En niet wij moeten dat vinden, maar de ondernemer. I)e bedrijvenmarkt is een moeilijke markt, een kritische markt." Zo begon drs. P. Burghouts, lid van de Hoofddirectie, zijn inleiding tijdens het middaggedeelte van de Algemene Vergadering. Samen met zijn collega de heer F. Schreve ging hij in op onze positie in deze markt. In videofragmenten kwamen onderne mers uit de verschillende marktsecto ren aan het woord over hun ervarin gen met de Rabobank. Beiden legden er de nadruk op dat samenwerking van essentieel belang is en dat er geen plaats is voor conflicten over werkgebiedsgrenzen of solistisch op treden in de bediening van de bedrij venmarkt. De bedrijvenmarkt lijkt verzadigd. Drie grote banken, elk met een uitgebreid netwerk, bedienen 80% van de inarkt, en om nog te groeien richten ze zich op eikaars markten. Vooral het kleinbedrijf - de coöperatieve doelgroep bij uitstek - mag zich in een levendige belangstel ling van de twee andere grote banken verheugen. "Degene die zijn kosten het best beheerst, heeft een redelijke kans zich te kunnen handhaven." Het aandeel van de Rabobank in de di verse markten vraagt de aandacht. In de agrarische markt zien we een lichte terugval, in het midden- en kleinbedrijf is een groei. De ondernemers van bedrijven met tien of minder medewerkers vinden dat de Rabobank het goed doet. Het gaat daarbij om een heel grote groep: 75.000 agrarische bedrijven en 140.000 bedrijven in het kleine Midden- en Kleinbedrijf die de Rabobank kiezen. Burghouts zei dat deze bedrijven prioriteit nummer één blijven. "Deze groep, waarbij we con stateren dat er de laatste tijd sprake is van een verminderde aandacht van onze kant, moeten we koesteren, want zij zijn - hoe je het ook wendt of keert- onze grote kracht." Het markt aandeel van de Rabobank is lager naarmate de bedrijven groter wor den. Van de 50.000 bedrijven uit die sector bankieren er 13.000 (26%) bij de Rabobank. De ondernemers in deze sector zijn nog kritischer en stel len nog meer eisen aan hun bank. Het zelf initiatieven nemen van Rabobanken in het eigen werkgebied door relatiemarketing en tarievendif- ferentiatie is van groot belang. "Weten wat uw ondernemer wil, wat er bij u in uw werkgebied gebeurt, en dat heel sterk communiceren vanuit management en bestuur richting on dernemer, dat is relatiemarketing. Het krachtig inzetten van tarievendif- terentiatie zal betekenen dat wij er meteen zijn met de beste tarieven en condities, meteen dus ons coöpera tieve tarief." Burghouts besloot met te zeggen dat in deze groep veel zal moeten worden geïnvesteerd in lijd en in geld. "We hebben te maken met zware concurrentie die niet stil zit." F. Schreve: "We moeten elkaar niet voor de voeten lopen." De heer Schreve benadrukte in zijn inleiding dat de plaatselijke ban ken voor het Centrale Bankbedrijf het uitgangspunt zijn. "Ons beleid is erop gericht de lokale bank te onder steunen, omdat ondernemers nu een maal steeds meer Europa en verder de wereld in willen. Eén op de vier ondernemers in het Middenbedrijf werkt al internationaal. Waar zij naar toe gaan, willen wij zeker ook zijn." Hij wees erop dat de Rabobank de- vraag naar internationaal bankieren van cliënten niet uitsluitend kan op lossen met een eigen vestigingennet. "Een cliënt van de Rabobank Tilburg heeft niet zoveel aan ons kantoor in Parijs, als hij zeven vrachten in de nmand aflevert in Marseille. Wat ze- nodig hebben is kennis van wat er daar, juist in die plaats gebeurt." Wij hebben daarom naast onze eigen kantoren gekozen voor allianties in landen zoals Groot Brittanië, Frankrijk. Oostenrijk, Italië, Spanje en België. Schreve kondigde tijdens zijn inlei ding een nieuwe alliantie aan met de Duitse regionale Raiffeisenbanken in Diisseldorf, Frankfurt en Stuttgart. "Daarmee wordt de Rabobank niet uitsluitend een bank met 40 buiten landse kantoren, maar een bank met zo'n 40.000 vestigingspunten, een echte Europese bank." Het Centrale- Bankbedrijf ontplooit niet alleen internationaal activiteiten en is niet alleen werkzaam op de geld- en kapi taalmarkt. Zij bedient ook bepaalde- gróte bedrijven die in Nederland zijn gevestigd en zij wil daarin verder gaan. Daarbij ontmoet zij ook de plaat selijke bank. Het gaat om bedrijven die aan een aantal zware criteria vol doen, qua omzet, personele bezetting, karakter en professionaliteit. Deze- bedrijven zijn inmiddels in kaart ge bracht, waardoor het mogelijk wordt met de plaatselijke banken afspraken over de bewerking ervan te maken. "Wij komen over deze potentiële- cliënten met u overleggen. We gaan niet zomaar naar die- bedrijven in uw werkgebied. Wij gaan elkaar dus niet voor de voeten lopen." Schreve zei tenslotte dat het rendement van het Centrale Bankbedrijf nog zal moeten worden verbeterd. "Daarvoor is nog een lange weg te gaan. Daar is een behoorlijke schaalgrootte voor nood zakelijk. die stapsgewijs in de loop van de jaren negentig dient te worden bereikt. Het CBB zal met een zekere vrijheid moeten kunnen werken, een vrijheid die nodig is om ook voor uw cliënten werkzaam te zijn. Het Centrale Bankbedrijf wil als collega van de lokale banken optreden bin nen de doelstellingen van de organi satie. En wij zullen hierover perio diek verantwoording afleggen." Bank Bestuurder Ie jaargang nummer 2 pagina 7

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Bank & Bestuurder' | 1992 | | pagina 7