kunnen worden gedaan, is het ge wenst de taken van beide zijden, plaatselijke banken en Rabobank Nederland, de komende tijd te bezien." Overigens was hij het bepaald niet eens met een in de directeurenconfe renties veel gehoorde opmerking dat meer technische aangelegenheden eerder aan de orde zouden moeten worden gesteld in verbanden van uitsluitend directeuren van banken en deskundigen van Rabobank Neder land. Dergelijke aangelegenheden worden thans nog besproken in de Kringen en de CKV. Hij vond dit geen goede gedachte. "Ook bestuur ders moeten kunnen meepraten, overleggen en hun oordeel vormen Baron Van Verschuer: "DeRabobank bestaat niet." over al die technische zaken, die bestuurlijke consequenties hebben. "Hij beëindigde zijn toespraak met dezelfde woorden waarmee hij was begonnen: "De Rabobank bestaat niet". En hij vervolgde: "Gelukkig niet! We zijn immers geen banken van systemen, maar van mensen. We hebben allen dezelfde coöpera tieve mentaliteit, maar we zijn gericht op en ontsproten uit onze eigen gemeenschap, ons eigen werkgebied. De Rabobank is het democratisch gekozen èn democratisch gecontro leerde speelveld, waarvoor besturen en raden van toezicht, directeuren en medewerkers verantwoordelijk zijn. Om dat werk goed te kunnen doen, hebben zij behoefte aan speelruimte, toegesneden op hun eigen situatie. Dat verstaan we onder de autonomie van de bank. Maar wat wel bestaat is de Rabobankorganisatie. In die organisatie vindt de discussie plaats - technisch en bestuurlijk - over strategie, beleid en uitvoering. In die organisatie vindt de broodno dige afstemming plaats. In die organisatie maken we - veelal op vrijwilige basis - afspraken over zaken die we om praktische redenen beter samen kunnen doen, dan elke bank alleen. Zo voeren we één auto matiseringsbeleid en hebben we één beleid voor produkten op de massa markt. We hebben één communica tiebeleid en maken samen afspraken over het bewerken van de bedrijven- markt. We doen dat allemaal niet als concurrenten, maar als elkaar ver sterkende, groot- en kleinschalige eenheden." Tenslotte riep de voorzitter van de Raad van Beheer alle gekozenen en benoemden op om op een coöpe ratief zakelijke manier aan het even wicht te werken tussen de aangesloten banken en Rabobank Nederland. Op die wijze kan het hoofd worden geboden aan de zware uitdagingen van de komende tijd. Wijffels: Bankwezen komt structureel in een veel krappere jas In zijn toelichting op de cijfers over 1991 constateerde de heer Wijffels dat het - mede als gevolg van de hoge verkrijgingsprijs van de middelen - in 1991 niet mogelijk is gebleken het coöperatieve resultaat op een gemid deld niveau te handhaven. De prijs van variabel rentende bedrijfslenin- gen lag gemiddeld 0,7% - punt boven het niveau dat de overheid voor staatsleningen moet betalen. In de afgelopen 20 jaar bedroeg die marge gemiddeld 0,5%-punt. "Daarmee waren onze tarieven in de markt overigens nog steeds hoogst concurrerend en dus coöperatief, getuige de forse groei van onze uit zettingen." De eerste maanden van 1992 vertonen een sterke groei van de kredietverlening. Opvallend is dat de groei van de toevertrouwde middelen sterker te rugloopt dan was verwacht. De heer Wijffels zei dat dit te verklaren valt uit een tegenvallende ontwikkeling van de koopkracht. Verheugd constateerde hij dat de groei van de personeelsomvang in het binnenlandse bankbedrijf vrijwel tot staan zal komen. Tot en met de maand mei is het personeelsbestand met 200 mensjaren teruggelopen. "Daarmee zijn we er zeker nog niet. want traditioneel is de aanwas van nieuwe personeelsleden in onze orga nisatie sterk geconcentreerd rond de zomermaanden. Dus de proef op de som moet nog komen." Aan deze vooruitblik koppelde de heer Wijffels ook een waarschuwing: "Ik heb al eerder gezegd dat we in de jaren negentig een draai zullen moeten nemen en dat die met enig gepiep en gekraak gepaard zal gaan. De middelen worden snel duurder. De concurrentie is breed en scherp. De groeimogelijkheden op de ban caire markt zijn beperkt. De marges krimpen. De werkgelegenheid staat onder druk. Alles wijst erop dat dit geen voorbijgaande verschijnselen zullen zijn. Zij luiden een periode in, waarin het bankwezen structureel in een veel krappere jas komt te zitten. Eenieder die denkt dat dit wel weer zal overwaaien, voedt zich met illu sies." Een verbetering van de efficiency zal dan ook een hoge prioriteit houden, zowel bij Rabobank Nederland als bij de aangesloten banken. In dat verband vroeg hij de aandacht voor drie aangelegenheden die van grote invloed zijn op de verbetering van de interne processen bij de aan gesloten banken: de invoering van LAURA, het EDAB-project (effi ciency drive aangesloten banken) en het personeelsontwikkelingsbeleid. Bank Bestuurder Ie jaargang nummer 2 pagina 6

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Bank & Bestuurder' | 1992 | | pagina 6