Besluitvormings proces TER DISCUSSIE? In zijn eerste bijdrage aan dit blad gaf baron van Verschuer een goede omschrijving van de mensen die onze organisatie bestuurlijk dragen. Het zouden mensen moeten zijn die elkaar niet eenzijdig hun wil opleggen, maar die met elkaar praten en behoefte hebben aan overleg. Dat raakt de kern van ons coöperatieve samenwerkingsverband. Onze vorm van democratie is een bijzondere: geen dictaat van de kleinst mogelijke meerderheid, maar de resultante van breed overleg in alle geledingen binnen de organisatie. Zo werken we al vanaf het begin van onze bestaansgesehiedenis. Georganiseerd vertrouwen noemen we dat. En zo werkt het nog steeds, ook in onze organisatie die toch haar grondslag op een zakelijke manier tracht in te vullen. De Centrale Kringvergadering ver vult bij dit proces een spilfunctie. Alle belangrijke ontwikkelingen in het beleid passeren dit college en ontvan gen er hun eerste brede organisatori sche toets. Hier spreken de afgevaardigden van de banken hun oordeel uit. Dit oor deel begeleidt het voorstel als het de Kringen ingaat en speelt bij de be handeling in de Kringen een belang rijke rol. Aarzeling in de CKV, maar ook instemming komt vaak versterkt te rug in de Kringen. Deze rol wordt vervuld door zo'n 120 mannen en vrouwen die vier maal per jaar uit alle windstreken in Utrecht samenkomen. Zij vertegenwoordigen 41 Kringen. Zij vergaderen onder lei ding van de voorzitter van de Raad van Toezicht en in aanwezigheid van Hoofddirectie, Raad van Beheer en Raad van Toezicht. Toch heeft de CKV formeel niet meer dan een advi serende functie. Eigenlijk is het een bijzonder fenomeen dat juist een der gelijk college zoveel feitelijke invloed heeft. Het parlement van de Rabobank wordt de CKV wel genoemd. Het is dus een parlement met direct gekoze nen die zonder last of ruggespraak aan de discussies deelnemen. De rol van de CKV is de laatste jaren steeds belangrijker geworden, maar zij is ook aan het veranderen. Tot enige jaren terug besprak de CKV vrijwel uitsluitend aangelegen heden die primair met ons eigen 'huis' te maken hebben. Beleidsnota's over de omvang van de banken, nota's in de sfeer van communicatie, het personeelsontwikkelingsbeleid, interne regelingen (zoals de Vereve ningsregelingen) onze financiële ver houdingen e.d. De afgelopen tijd houdt de CKV zich ook bezig met zaken die de buitenwe reld sterk raken en interesseren. Viel die interesse bij de tarifering van het zakelijke betalingsverkeer nog mee, de discussie over het particuliere betalingsverkeer heeft zeer veel aan dacht gehad. Die verandering werkt ook door in de wijze waarop met en in feite ook in de CKV wordt gediscussieerd. Het element van vertrouwelijkheid krijgt een andere dimensie: de bui tenwereld speelt daarbij een steeds nadrukkelijker rol. Groeien we toe naar een andere wijze van communiceren met elkaar? Wij vormen als bank een uiterst vi taal onderdeel van de maatschappij. De concurrentie in onze bedrijfstak is hevig en zal alleen nog maar toene men. Dit alles vraagt een grotere slagvaardigheid en flexibiliteit, plaat selijk. maar evenzeer landelijk. De gang van zaken rond de tarife ringsmaatregelen heeft ons veel, maar in ieder geval één ding heel goed geleerd: we moeten meer zicht krijgen op reacties die wij vanuit de markt kunnen verwachten. Die mogen ons niet verrassen. Is onze overleg structuur ook daarop maximaal toe gesneden? Het lijkt geen toeval dat juist in deze tijd ook vanuit de CKV een pleidooi wordt gehouden om in dat college de discussies toe te spitsen op de hoofdlijnen van beleid. Daarbij is ook een gedachtenwisseling op gang gekomen over de wenselijkheid de bewerking van de massamarkt meer dan voorheen te uniformeren en als organisatie één lijn te trekken, onder erkenning dat dit spanningen kan opleveren met de autonomie van de banken. Ook in de in het voorjaar gehouden directeurenconferenties waren derge lijke geluiden te horen. Ook daar bestond enige zorg over ons besluit vormingsproces en een oproep aan Rabobank Nederland om met voor stellen te komen die de noodzake lijke slagvaardigheid en de eigen be wegingsruimte van de banken met elkaar in evenwicht brengen Dit alles zou de unieke positie en de kwaliteit van de CKV onaangetast moeten laten. Wellicht zal scherper dan voorheen de inhoud van de agenda van dit college moeten wor den bekeken, zodat de CKV haar aandacht met name kan richten op zaken van principiële en bestuurlijke aard. De Technische Overlegcommissies zouden wellicht een sterkere rol kun nen spelen bij de beantwoording van de vraag welke reacties in de markt te verwachten zijn van nieuw beleid. De CKV zou op de hoogte moeten zijn van de zienswijze van de TOC's. De rode draad bij dit alles is. dat de slagvaardigheid van de organisatie moet worden vergroot zonder de wezenskenmerken van ons democra tisch besluitvormingsproces aan te tasten. Uitgangspunt zal moeten zijn een oprecht onderling vertrouwen in kwaliteit en bedoeling. In het najaar discussiëren we er ongetwijfeld verder over. Ik wens u een mooie zomer en veel wijsheid! Roosen Bank Bestuurder Ie jaargang nummer 2 pagina 3

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Bank & Bestuurder' | 1992 | | pagina 3