Waar liggen de grenzen van de
AUTONOMIE?
Centrale Kringvergadering van 13 mei:
I)e heer Koop had hem gewaarschuwd: "Formuleer je vragen binnen één
minuut, anders verlies je de aandacht van de zaal." Toch wist de heer Gaalman
van de Kring Twente diezelfde zaal te boeien met een minutenlang betoog over
de overlegstructuur binnen onze organisatie, omdat hem als nieuwkomer in de
CKV bepaalde zaken niet geheel duidelijk waren.
Aanleiding daarvoor waren de
samenvattende verslagen van de
voorjaarskringvergaderingen. Dat is
altijd een agendastuk dat tot veel dis
cussies in de CKV leidt. De heer
Gaalman had de 41 verslagen grondig
doorgelezen en had daarbij de indruk
gekregen dat sommige leden van de
Hoofddirectie al een voorschot had
den genomen op de nota over het be
sluitvormingsproces binnen de orga
nisatie die in het najaar aan de orde
zal komen. Daarbij werd door hen
een onderscheid gemaakt tussen za
ken met een coöperatief karakter -
waarbij de democratie en de be
staande besluitvormingsprocedures
dienen te worden gehandhaafd - en
aangelegenheden van meer commer
ciële aard. gericht op de massamarkt,
waarbij moet worden omgezien naar
andere overlegvormen. Overigens
was dat onderscheid in een aantal
kringen ook door banken zelf aange
bracht. Wat hem bij het doorlezen
van de verslagen ook was opgevallen,
was dat in een aantal kringen kantte
keningen zijn geplaatst bij de gede
tailleerdheid van de voorstellen die in
de CKV aan de orde komen. Voor de
heer Gaalman was dat aanleiding om
de Raad van Beheer te vragen of het
te verwachten is dat de autonomie
van de banken in de bewerking van
de massamarkt zal worden aangetast.
Nofa in september
De heer Van Verschuer nam als
voorzitter van de Raad van Beheer
de hem toegeworpen handschoen op
door te verklaren dat de autonomie
van de banken in de structuur van de
organisatie onomstreden is en geens
zins ter discussie staat. Autonomie
heeft een aantal kernelementen
waarover alle betrokkenen het eens
zijn. Wel is het nodig de vraag naar
de grenzen van de autonomie te
beantwoorden, wil je in staat blijven
succesvol op de markt te opereren.
Zo kan het in de bediening van de
massamarkt nodig zijn dat een bepaald
produkt uniform door alle banken
wordt gevoerd. Daarmee wordt de
lokale autonomie ondergeschikt ge
maakt aan het organisatiebelang.
De discussie over de grenzen aan de
autonomie zal moeten worden ge
voerd in een sfeer van vertrouwen
tussen allen die hierbij zijn betrokken.
De CKV zal in deze discussie een
cruciale rol spelen. Zij dient zich uit
te spreken over de vraag waar de
grenzen liggen en welke ruimte
Rabobank Nederland kan worden
gegeven.
liet management bij de plaatselijke
banken
Het Hoofddirectielid Van den
Broek maakte de CKV deelgenoot
van zijn zorg over de vervulling van
de managementfuncties bij de aange
sloten banken. De aan deze functies
te stellen eisen worden steeds zwaarder,
terwijl tegelijkertijd is te constateren
dat er bij met name de grotere banken
onvoldoende kandidaten beschikbaar
zijn. Dit probleem wordt nog nijpender
door de toenemende schaalvergroting
bij de banken. Met enige teleurstel
ling heeft hij moeten vaststellen dat
het aantal kandidaten, dat zich bij
Managementontwikkeling aanmeldt
voor een zwaardere functie, bij de
verwachtingen achterblijft.
Voor de voorziening in goede direc
teuren zal nog planmatiger moeten
worden gewerkt. Besloten is de vraag
in de komende jaren te inventariseren,
functie-eisen en -profielen op te stellen
en in overleg met de regiodirecties
alle directeuren, onderdirecteuren en
andere mogelijke kandidaten voor
managementfuncties de revue te laten
passeren om een indicatie te krijgen
van de potentiële doorstromers. Ook
zal na deze inventarisatie individueel
overleg plaatsvinden met de directeu
ren en zal worden gekeken welke
directeuren voor doorstroming in
aanmerking willen komen. Het ligt in
de bedoeling alle voorzitters van de
banken en de directeuren in het na
jaar uitgebreid schriftelijk over dit
onderwerp te informeren.
De heer Bokx van de Kring Den
Haag suggereerde een onderzoek in
te stellen naar de vraag waarom in
onze organisatie mobiliteit zo'n heet
hangijzer is, zeker in bepaalde delen
van het land. Zouden hier geen extra
prikkels moeten worden ingebracht?
De heer Spaans van de Kring
Amsterdam betreurde het dat voor
een dergelijke belangrijke medede
ling de mondelinge vorm was gekozen.
De CKV zou over dergelijke zaken
schriftelijke informatie dienen te
ontvangen om zich goed op het onder
werp te kunnen voorbereiden.
Ook in de ogen van de heer Van den
Broek is gebrek aan mobiliteit vaak
een remmende factor bij doorstro
ming. Naar dit aspect wordt een on
derzoek ingesteld.
Tenslotte toonde hij er begrip voor
dat deze mededeling wellicht beter
schriftelijk ter kennis aan de CKV
had kunnen worden gebracht.
Bank Bestuurder Ie jaargang nummer2 pagina 10